Opera en operette

Sterke Jenufa met slechte zichtlijnen

 

© Paul Korenhof, oktober 2018

 

Janáček : Jenufa
Hanna Schwarz (Starenka Buryjovka), Pavel Cernoch (Laca Klemen), Norman Reinhardt (Steva Buryja), Evelyn Herlitzius (Kostelnicka Buryjovka), Annette Dasch (Jenufa), Henry Waddington (Stárek), Jeremy White (Rychtár), Francias van Broekhuizen (Rychtárka), Karin Strobos (Karolka), Polly Leech (Pastuchyna), Gloria Giurgola (Barena), Sophia Burgos (Jano), Johanna Dur (Tetka)
De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest
Dirigent: Tomás Netopil
Regie: Katie Mitchell
Decor en kostuums: Lizzie Clachan
Gezien: Amsterdam, 6 oktober 2018
Informatie: www.operaballet.nl
Fragmenten: Opera Actueel, Concertzender, 14 oktober
Complete uitvoering: NTR Opera Live, 20 oktober

Jenufa, eerste bedrijf - v.l.n.r. Hanna Schwarz, Annette Dasch, Pavel Cernoch, Henry Waddington - Foto: Ruth Walz/DNO

Toen ik enkele maanden geleden het nieuwe seizoen van DNO de revue liet passeren, hoopte ik dat regisseuse Katie Mitchell, nu zij bij Jenufa niet de steun had van haar vaste ontwerpster, zou afzien van een kamertjesconstructie met een wenteltrap rechts of links. Dat bleek ijdele hoop. De wenteltrap is er dit keer niet, maar afgesloten ruimten zijn er te over, inclusief een toilet in het eerste, een klein sousterrain in het tweede en een badkamer in het derde bedrijf.

Zichtlijnen
De vernieuwingsdrang van moderne regisseurs blijkt dus weer beperkt, maar in dit geval ontstond meer dan ooit een probleem met de zichtlijnen. Vooral het decor van het eerste bedrijf, met midden vooraan een smal toilet belemmert in hoge mate het zicht van toeschouwers aan de zijkanten. Zelfs vanaf mijn zitplaats (eerste balkon even voorbij de bocht) was niet altijd zichtbaar wat op het toneel gebeurde. Voor toeschouwers verderop moet het nog erger zijn geweest, maar die betaalden wel 40 tot 110 euro per plaats! DNO waarschuwde vroeger voor plaatsen waar de boventiteling niet of moeilijk leesbaar was, maar een waarschuwing voor slechte zichtlijnen vanwege het decorontwerp heb ik nog niet gezien.

Jenufa, eerste bedrijf - v.l.n.r. Annette Dasch, Pavel Cernoch -
Foto: Ruth Walz/DNO

Om in het eerste bedrijf haar favoriete kamertjes te creëren moest Mitchell de handeling verplaatsen van een Moravisch weideveldje bij een molen naar het inwendige van een gebouw. Het werd een moderne bedrijfsruimte: een kantoortje met twee bureaus, een kantine, daartussen op de voorgrond de wc en daarachter de keuken. De noodzaak van die verplaatsing werd niet duidelijk (niets in de latere bedrijven refereert er nog aan), maar wel blijkt dat Mitchell niets heeft begrepen - of heeft willen begrijpen - van een parituur waarin Janáček niet alleen zijn geliefde Moravische landschap probeert op te roepen, maar ook geluiden een dramaturgishe functie geeft, bijvoorbeeld Jenufa's reactie op het geluid van de molen, in het orkest uitgebeeld door de xylofoon. En van de extravagante dronkemans- en dansscène waarmee Steva en de rekruten het halve dorp op zijn kop zetten, blijft bij wat gestamp op een kantinetafel bitter weinig over.

Nu toont de openingsscène Jenufa en een nog heel vitale grootmoeder werkend achter de met moderne pc's uitgeruste bureaus, en in de kantine de herdersjongen Jano die voor deze enscenering veranderd is in het kantinehulpje Jana. Kennelijk leven zij echter wel in een maatschappij zonder leerplicht, want nog steeds is Jano/Jana dolblij dat Jenufa hem/haar heeft leren lezen. (Onlogisch wordt Jano's vraag om nog wat letters op papier te zetten en Jenufa's antwoord dat zij uit de stad een leesboek zal meebrengen. Waarom draait zij niet eenvoudig wat uit met haar pc? Of heeft het voor Mitchell ontworpen kantoor geen printer?)

Dat we nog voordat er één woord gezongen is, Jenufa in de wc zien overgeven (als de zichtlijnen het toestaan) om indicatie dat zij in verwachting is, past bij deze aanpak, evenals het feit dat de boventiteling van haar verleider, de jonge molenaar Steva, een fabriekseigenaar maakt. Ook andere details in de aangepaste boventiteling wijken af van het libretto in het programmaboek en dus zeker ook van de gezongen Tsjechische tekst die maar weinigen zullen verstaan. Dat laatste is natuurlijk handig voor een regisseur die zijn gang wil gaan, maar gelukkig betreft het in deze voorstelling geen zaken die de eenheid van tekst, muziek en handeling op essentiële punten in gevaar brengt.

Jenufa, tweede bedrijf - v.l.n.r. Evelyn Herlitzius, Annette Dasch -
Foto: Ruth Walz/DNO

Burgerlijke moraal
Doordat de discrepanties tussen libretto en enscenering vooral betrekking hebben op de dramatische expositie, blijven zij vrijwel beperkt tot het eerste bedrijf, dat in feite één lange proloog is. Het echte drama, eigenlijk meer dat van de kosteres dan van Jenufa, volgt na de pauze in het tweede en derde bedrijf. Daar is de verdeling in hokjes ook veel minder sterk en zijn er - afgezien van de kleine badkamer in het laatse bedrijf - nauwelijks problemen met de zichtlijnen. Door het huis van de kosteres te vervangen door een lange woonwagen waaruit de spruitjeslucht opstijgt, door en door burgerlijk en met een laag plafond, versterkt Mitchell bovendien de beklemmende tegenstelling tussen het verlangen naar liefde en warmte van Jenufa en de rigide, burgerlijke moraal van haar stiefmoeder.

Dat de voorstelling in het tweede en derde bedrijf de keel af en toe dichtsnoert, hangt overigens in hoge mate samen met het idiomatische, meer realistisch dan romantisch overkomende spel van het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van de Tsjechische dirigent Tomás Netopil. Daarbij voegt zich een werkelijk kapitale bezetting met voorop de kosteres van Evelyn Herlitzius, vocaal superieur en - hoe navrant het ook klinkt - zo sterk bezig zichzelf te overtuigen dat de dood van Jenufa's baby voor iedereen het beste is, dat het aangrijpend en zelfs ontroerend wordt.

Broze lyriek
Als Jenufa lijkt Annette Dasch aanvankelijk te klein van stem, hoewel de volledig geopende orkestbak daarbij zeker van invloed is. Componisten wisten wat zij deden en schreven bewust voor een van voren afgesloten bak (vaak ook in een droger theater) en als die akoestische omstandigheden veranderen, werkt dat door op de hele uitvoering. Leuk om het orkest extra sterk te horen, maar als dat gaat ten koste van hoorbaarheid en verstaanbaarheid van de zangers, gaat dat ten koste van de opera als 'Gesamtkunstwerk'. Een weinig fraaie versterking van de stemmen is een schijnoplossing: naarmate het volume toeneemt worden juist minder details hoorbaar.

Jenufa, derde bedrijf - Annette Dasch - Foto: Ruth Walz/DNO

Gelukkig wist Dasch zich in het tweede bedrijf te herstellen met een broze maar hartverscheurende lyriek in haar zoeken naar de verdwenen baby. Eigenlijk hoor ik liever een warmer, romiger timbre in deze rol, maar de kracht waarmee Dasch in het derde bedrijf Jenufa als een feniks uit haar ellende deed opstijgen, verleende haar vertolking een grandeur die ik niet snel zal vergeten. Haar tegenspeler daarbij was de uitmuntende Tsjechische tenor Pavel Cernoch, als haar uiteindelijke bruidegom Laca. In stem en spel was hij minder de ruwe-bolster-blanke pit dan we gewend zijn, en als hij in het eerste bedrijf Jenufa verwondt, handelt hij meer onbeholpen dan onbehouwen. Het maakte hem daarna des te geloofwaardiger als de bruidegom die haar niet alleen zijn liefde maar ook zijn morele steun kan geven.

Hanna Schwarz
Een hoofdstuk apart is de grootmoeder van Hanna Schwarz, ooit bij DNO een ontroerende Brangäne, in Bayreuth menigmaal een ideale Fricka en op haar 75ste nog altijd een persoonlijkheid die met een sterk middenregister het theater moeiteloos vult. Nauwelijks minder memorabel was Karin Strobos die in het derde bedrijf Steva's nieuwe bruid Karolka meer persoonlijkheid gaf dan ik van dat rolletje gewend ben.
Steva zelf was zowel in zijn dronkemansscène als op de minder extraverte momenten daarna een alleszins overtuigende vertolking van de lyrische tenor Norman Reinhardt, een zanger die verdient om teruggevraagd te worden. Een andere rol die zeker vermeld moet worden is die van de opzichter Stárek, markant neergezet door de Britse bas-bariton Henry Waddington, maar in feite is het een bezetting die in haar geheel door een ringetje kan worden gehaald. Alleen al daarom een bezoek ten volle waard.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links