Opera & Operette

Hans en Grietje - maar geen sprookje

 

© Paul Korenhof, 4 december 2015

 

Humperdinck: Hänsel und Gretel

Thomas Oliemans (Peter), Charlotte Margiono (Gertrud), Kate Lindsey (Hänsel), Lenneke Ruiten (Gretel), Peter Hoare (Die Knusperhexe), Hendrickje van Kerckhove (Sandmännchen, Taumännchen)
Koor van de Kathedrale Koorschool Utrecht
Nederlands Philharmonisch Orkest
Dirigent: Marc Albrecht
Regie: Lotte de Beer
Decor: Michael levine
Kostuums: Clement & Sabou
Productie: De Nationale Opera
Première: 3 december 2015
Volgende voorstellingen: 6, 9. 13, 15, 18, 21, 23, 26 en 29 december

Filmavond Vrienden DNO: Hänsel und Gretel : opnamen met grote solisten en boeiende ensceneringen uit heden en verleden met als Knusperhexe o.a. Sena Jurinac, Michaela Schuster, Anja Silja, Iris Vermillion en Philip Langridge..
8 december, 19.00 uur, Filmzaal van het Stadhuis
Toegang: € 17,50 - Vrienden DNO: € 12,-- (inclusief pauzedrankje)
verdere informatie: www.vrienden.dno.nl

Humperdinck: Hänsel und Gretel: Kate Lindsey (Hänsel), Lenneke Ruiten (Gretel) - Foto: Marco Borggreve/DNO

Als Lotte de Beer, het jonge, aanstormende Nederlandse regietalent, met Hänsel und Gretel haar eerste 'seizoensproductie' bij De Nationale Opera presenteert, zullen wij dat weten. Waar zij zich maar vertoont, bij een persontvangst vooraf, in de foyers, in de zaal, zelfs na afloop op het toneel wordt zij gevolgd door een complete televisieploeg met dus de garantie dat wij haar binnenkort op het beeldscherm zullen zien. Gelukkig blijft het centrum van al die belangstelling daarbij heel rustig, laconiek en vooral zelfverzekerd. De pers wordt onthaald op een vriendelijke maar steekhoudende inleiding die spontaan overkomt, maar die ook met gevoel voor theater zodanig wordt afgerond dat er weinig behoefte is om nog vragen te stellen. Al even zelfbewust pakt zij tijdens het slotapplaus een microfoon om het publiek te vertellen dat bij de uitgang gecollecteerd zal worden voor 'de Hans en Grietjes van deze wereld'.

Vuilnisbelt
Wie aanvankelijk enige huiver voelde bij de vermelding op haar website dat zij begon als 'Meisterschülerin' van Peter Konwitschny, kan gerust zijn. Een personenregie op basis van de partituur blijkt een van haar uitgangspunten en haar aanpak toont niet alleen aandacht voor de tekst, maar komt ook heel muzikaal over. Wel streeft zij naar communicatie op basis van herkenbaarheid en dat betekent dus 'actualisering'. In Hänsel und Gretel verplaatste zij het verhaal van de Midden-Europese sprookjeswereld naar een vuilnisbelt in de sloppenwijken van Zuid-Amerika, waar kinderen met afval als speelgoed het verhaal proberen uit te beelden. Het resultaat is geen 'sprookje' meer, maar werd door ontwerper Michael Levine wel inventief en met veel details vormgegeven. Ondertussen komt het geheel ook tamelijk somber over en we kunnen betwijfelen of dit echt een 'gezellige kerstopera voor het hele gezin' is. Daarbij maken De Beer en Levine het allemaal erg concreet, van de situering in Zuid-Amerika tot uitgebreide projecties op het voordoek die weinig aan de fantasie overlaten. We zien zelfs in projectie hoe aan het slot van het tweede bedrijf (het 'avondgebed') kinderen door de hand van hun moeder worden ingestopt - bij de schitterende en tegelijk bijzonder beeldende muziek van Humperdinck een overbodige toevoeging.

Communicatie
Niet helemaal consequent is Lotte de Beer als zij op haar site de nadruk legt op personenregie en communicatie (lottedebeer.com), maar door de gekozen vormgeving die communicatie voor de zangers behoorlijk bemoeilijkt. Twee jaar geleden regisseerde zij een Così fan tutte waarbij individualiteit schuilging achter clownsgezichten, nu werden de personages zelfs levende poppen met maskers die alleen de ogen en de mond vrij lieten. Dat past misschien bij poppetjes die door kinderen op een vuilnisbelt in elkaar worden geknutseld, maar het ontneemt de solisten iedere kans op communicatie met het publiek op basis van gelaatsexpressie. Vooral in de eerste akte worden de zangers bovendien door het decor nog verder gekortwiekt. Het huis van Hans en Grietje is een grote, geluiddempende doos bovenop een vuilnisbelt en dus halverwege het toneel, en tussen solisten en publiek bevindt zich ook nog een gaasdoek dat - zeker op die afstand - niet alleen psychologisch maar ook akoestisch doorwerkt.

Gelaatsexpressie
De heldere, goed geprojecteerde mezzosopraan van Kate Lindsey wist alle moeilijkheden redelijk te overwinnen, maar zeker in het derde bedrijf, als Hänsel, vastgebonden op een bed, de gevangene is van de heks, is het ontbreken van iedere gelaatsexpressie een groot gemis. Meer problemen bood het decor de sopraan Lenneke Ruiten die pas vanaf het tweede bedrijf haar timbre in volle glorie 'door het gaasdoek' kon krijgen. Haar lyrische stem is niet echt groot, maar haar timbre komt ook in een grote zaal kleurrijk over en zorgt hier vooral in het tweede bedrijf (met het befaamde 'Abends, will ich schlafen gehn') voor ontroerend mooie momenten.
Helaas bood de partituur Charlotte Margiono geen tweede kans. Haar optreden als moeder bleef beperkt tot de scène in 'het huisje' dat haar woedeaanval akoestisch weinig impact verleende. Beter verging het haar twijfels en wroeging daarna, al bleef ook zij hier door haar masker een 'zingende pop'. Het verschil werd duidelijk bij het optreden van Thomas Oliemans die vader Peter met grote baritonale flair neerzette, maar die bovendien bij zijn opkomst mocht doorlopen tot vlak voor het gaasdoek om vandaar met de expressie van zijn hele lichaam zijn stem de zaal in te sturen.

Na leuke maar niet bepaald conventionele scènes met het Zandmannetje - hier niet Klaas Vaak maar Klaas Valium - en het Dauwmannetje - dat zich hier later ontpopt als helper van de heks - werd het optreden van de heks zelf niet het verwachte hoogtepunt. Ten dele lag dat aan het uitgangspunt van de regisseuse die al het sprookjesachtige leek te vermijden met een opvatting die meer voor volwassenen dan voor kinderen bestemd was (en die dus heel moeilijk aan de fantasie van kinderen ontsproten kan zijn...). Dit effect werd versterkt door de beslisssing de rol niet toe te vertrouwen aan een zanger(es) die ook de zangerige en verleidende kanten van deze rol waar kon maken, maar aan een 'karaktervertolker'. De gechargeerde zang van de tenor Peter Hoare leverde daarmee het zoveelste voorbeeld op van een casting waarbij vraagtekens geplaatst kunnen worden.

Evenwicht
Ondertussen lieten Marc Albrecht en het Nederlands Philharmonisch Orkest alle facetten van deze 'volwassen' partituur in één lange vloeiende beweging de zaal in stromen. De sterk wagneriaanse elementen van ouverture en heksenrit bleven daarbij fraai in evenwicht met de lyriek, het speelse van de kinderliedjes en de betoverende golflijn van de engelenscène. Grote bewondering verdient de delicate manier waarop Albrecht bij dat alles zijn solisten door hun akoestische problemen heen loodste.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links