Opera en operette

Genuanceerde Entführung

 

© Paul Korenhof, januari 2017

 

Mozart: Die Entführung aus dem Serail

Lenneke Ruiten (Konstanze), Siobhan Stagg (Blonde), Paul Appleby (Belmonte), David Portillo (Pedrillo), Peter Rose (Osmin), Steven Van Watermeulen (Bassa Selim)
De Nationale Opera
Nederlands Kamerorkest
Dirigent: Jérémie Rhorer
Regie: Johan Simons
Gezien: 13 januari 2017
Informatie: http://www.operaballet.nl/nl/opera/


Een groter muzikaal verschil dan tussen de voorstelling van Die Entführung aus dem Serail die DNO in 2008 verzorgde en die welke afgelopen vrijdag in première ging, lijkt nauwelijks mogelijk. Toen liet dirigent Constantinos Carydis al tijdens de ouverture de muren trillen door strak ritmisch en extreem uitbundig orkestspel, gedomineerd door fluiten die met een octaafverhoging gevoelige trommelvliezen bijna deden knappen. In zijn plaats zorgde nu Jérémy Rhorer voor een subtiel spel van vloeiend cantabile en genuanceerde pasteltinten van de diverse orkeststemmen waarin geen plaats was voor felle attaques, maar wel voor net even aangehouden akkoorden die de muziek een natuurlijke levendigheid verschaften.
De minder opulente klank dan vooral bij de inzet van de ouverture gebruikelijk is, was misschien even wennen, maar in plaats daarvan rees gedurende de hele avond uit de orkestbak een genuanceerd muzikaal canvas op met een verrassend scala aan kleuren. Het was soms zelfs jammer dat zangers de aandacht daarvan afleidden, temeer daar ook de ongunstige akoestische invloed van het decor het samensmelten van zang en orkestspel bemoeilijkte. De stemmen werden meer dan eens ongunstig gereflecteerd, zeker in het laatste bedrijf, en een eenheid in klank van stemmen en orkest was soms ver te zoeken, zeker als de zangers niet voorop het toneel stonden.

Pedrillo (David Portillo) en Osmin (Peter Rose) - Foto: Michel Schnater/DNO

Verkorte dialogen
Een ander probleem was dat de handeling niet met de muziek samenviel maar er soms juist van afleidde. Dat heeft zeker ook te maken met het werk zelf, want laten we eerlijk zijn: de Entführung bevat prachtige muziek, maar het is geen sterke opera. De plot is zo plat als een dubbeltje, de karakterisering is sterk afhankelijk van de persoonlijkheid van de solisten en de dialogen zijn soms van een gênante infantiliteit, wat des te sterker opvalt door het contrast met de geniale momenten waarvan Mozart dit werk voorzien heeft.
De vergissing uit 2008 om de dialogen compleet te gebruiken was nu enigszins teruggedraaid (de voorstelling duurde een half uur korter), maar nog steeds waren ze te lang en nog steeds werden ze vertraagd door veel stil spel met als uitschieter de langdradige Selim van Steven Van Watermeulen. Alleen al op de slotscène had met gemak nog een flink aantal minuten bezuinigd kunnen worden. Het was de voorstelling ten goede gekomen en het had ook gunstig gewerkt op het streven mogelijke religieuze connotaties een beetje af te zwakken.
Ondertussen blijft ook de ten aanzien van religieuze tegenstellingen duidelijk genuanceerde regie van Johan Simons een moeizaam gebeuren. Een nadruk op de tegenstelling tussen 'oost' en 'west' geeft het werk toch een lading die niet in overeenstemming is met de muziek van Mozart, waarin die tegenstelling louter voor de noodzakelijke contrastfunctie in dit blijspel functioneert. Iets dergelijks geldt eveneens voor de akoestisch ongunstige en monstrueuze decors van Bert Neumann, die bepaald niet in overeenstemming zijn met de ondanks serieuzere momenten toch overwegend lichte sfeer van dit Singspiel.

Bel canto Pedrillo
Niet op alle punten was de voorstelling erop vooruit gegaan en ik dacht met weemoed terug aan de trefzekere en van vocale dramatiek geladen Konstanze van Laura Aikin. Met een opeenvolging van drie contrasterende, soms hondsmoeilijke aria's vóór de pauze is Konstanze een veeleisende rol waartegen Lenneke Ruiten niet altijd opgewassen bleek. In 'Ach ich liebte' leek haar resonans wederom te klein voor de zaal van Het Muziektheater, 'Traurigkeit ' voegde daar pijnlijke intonatieproblemen aan toe en 'Martern aller Arten' vraagt echt om meer persoonlijkheid en meer vocale bravoure. Toen zij in het slotdeel ook nog moeite kreeg om boven het orkest uit te komen, verwachtte ik half en half dat zij zich na de pauze moest laten verontschuldigen met een verwijzing naar het januariweer of de griepgolf, maar dat bleek niet het geval.

De wat moederlijk overkomende Blonde van Siobhan Stagg was niet helemaal de pittige Weense soubrette waar haar rol om vraagt. Zij miste ook zowel de vrije hoogte als de spottende laagte voor het duetje 'Ich gehe doch rate ich dir', dat haar voert van een lage as naar drie hoge bessen. Haar tegenspeler Osmin was daarentegen in uitstekende handen bij Peter Rose, die zowel in zijn onbeholpen hofmakerij als in de pompeuze zwart-wittekening van zijn aria's een genuanceerde, heerlijk menselijke haremwachter neerzette.
Bij de tenoren moest de monochrome, ietwat kortademige Belmonte van Paul Appleby het afleggen tegen de Pedrillo van David Portillo, die veel meer deed dan alleen maar zijn vocale kwaliteiten demonstreren. Zijn romance 'Im Mohrenland' werd een juweeltje van bel canto, helder gearticuleerd, technisch volmaakt en gezongen als een parelsnoer van piano, pianissimo en mezza voce. Het werd het vocale hoogtepunt van een voorstelling die verder vooral heel bijzonder blijft door het spel van het Nederlands Kamerorkest onder Jérémie Rhorer.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links