Opera en operette

Fidelio: onbegrijpelijk en onzinnig

 

© Paul Korenhof, juni 2024
Foto's © Monika Ritterhaus/DNO

 

Beethoven: Fidelio

Eric Cutler (Florestan), James Creswell (Rocco), Nicholas Brownlee (Don Pizarro), Jacquelyn Wagner (Leonore), Anna El-Khashem (Marzelline), Linard Vrielink (Jaquino), Stefan Kennedy (Erster Gefangener), Peter Arink (Zweiter Gefangener)
De Nationale Opera
Koninklijk Concertgebouworkest
Dirigent: Andrés Orozco-Estrada
Regie, decor en licht: Andriy Zholdhak
Kostuums: Andriy Zholdhak, Simon Machabeli
Amsterdam, 5 juni 2024
www.operaballet.nl

Donderdagavond rond half elf viel bij DNO het doek na een première die al vóór de pauze meerderen hoorbaar deed zuchten, en die tijdens die pauze bij de vestiaires een kleine file veroorzaakte van toeschouwers die het voor gezien hielden. Na het welgemeende applaus en ook wat bravo's voor solisten, dirigent en orkest betrad ook de Oekraïense regisseur Andriy Zholdhak het toneel. Het toen breed opklinkende boe-geroep was voorspelbaar, maar in plaats van een sportieve reactie zag de zaal een politieke demonstratie met een bij voorbaat al omgehangen vlag van Oekraïne. Alsof de situatie daar een vrijbrief is voor het leveren van een artistieke wanprestatie. Een gênant goedkope en zonder meer verwerpelijke reactie!

Ondertussen komen alle mensen die voor 200 euro een kaartje kopen voor deze Fidelio, behoorlijk bedrogen uit. Zij krijgen wel veel van de muziek te horen (plus de ouverture Leonore III en een deel uit de Eroica), maar de voorstelling zelf is ontaard in een onsamenhangend en onbegrijpelijk verhaaltje met puberale dialogen en vol onlogische, vaak ridicule situaties.

In het centrum van deze kennelijk puur associatief opgebouwde voorstelling staat een mefistofeliaanse Karl Lagerfeld (Don Pizarro) die kennelijk Florestan in zijn macht wil krijgen in een 'andere wereld'. Het waarom van dat alles mag Joost weten, en waarom daarvoor constant door spiegels heen gelopen wordt, blijft eveneens onduidelijk. Het doet soms even denken aan de film Stargate (1994) van Ronald Emmerich, maar een duidelijke plot is er niet, samenhang tussen de diverse - soms zeer korte - scènes ontbreekt volledig en uiteindelijk is er gewoon geen logisch touw aan vast te knopen.

In het begin zien we op videobeelden een moderne Leonore die in Amsterdam meerijdt met een 'duivelse' taxichauffeur (hij vraagt voor een ritprijs het symbolische getal van 6,66) die haar echter wel op het goede adres afzet. Daar ontdekt zij dat zij via een spiegel in haar kamer (hotelkamer?) naar die andere wereld kan komen. Leuk voor een televisieserie, maar niet voor Beethoven's opera, want haar aanwezigheid tijdens de rest van de voorstelling lijkt vooral van belang omdat zij volgens de partituur af en toe wat te zingen heeft.

Het door Zholdhak verzonnen 'verhaal' draait verder namelijk om Don Pizarro en Florestan, waarbij de laatste heen en weer geslingerd lijkt tussen meerdere vrouwen onder wie een wat hitsige jongedame die in de muzikale delen de partij van Marzelline zingt. Verder gebeurt er nog veel meer onbegrijpelijks en onsamenhangends, en als er een operanummer gezongen wordt, vraag je je als toeschouwer verbaasd af wat de relatie is tussen enerzijds de muziek en de gezongen teksten en anderzijds wat tegelijkertijd op het toneel te zien is.

Al met al wordt het een drie uur durende demonstratie wat er allemaal mis kan gaan als een regisseur met een ongebreidelde fantasie en een totaal gebrek aan zelfdiscipline carte blanche krijgt met een kennelijk ongelimiteerd budget. De bij elkaar gefantaseerde handeling lijkt niet meer dan een poging om de toeschouwer zoveel mogelijk beelden voor te schotelen, van continuïteit is meestal geen sprake en om de haverklap gaat een schuifdoek omlaag en omhoog om het volgende nietszeggende en totaal overbodige beeld te tonen. Ondertussen doen de solisten wat onduidelijke dingen, terwijl zij op een paar van de meest serieuze momenten van de partituur ook nog vervallen in dansjes die afkomstig lijken uit een oude Snip & Snap Revue.

Op het toneel was de basbariton Nicholas Brownlee als een diabolische Don Pizarro de enige die echt baat had bij de aanpak van Zholdhak. Zijn 'Ah, welch ein Augenblick' klonk nog wat onzeker, maar omdat hij eigenlijk niets meer hoefde te doen dan de venijnige schurk uithangen, groeiden zijn spel en zang in zelfverzekerdheid.

Door diezelfde aanpak was de rol van Leonore echter dusdanig afgezwakt dat van haar emoties en haar persoonlijkheid, het dragende element in Beethoven's drama, weinig overbleef. Ik kan het de sopraan Jacquelyn Wagner niet echt euvel duiden dat haar 'Abscheulicher' zo weinig kleur en overtuigingskracht bezat. Het gevolg was wel dat bij deze enscenering de bijna concertante finale met jubelkoor 'Wer ein eolches Weib errungen' werkelijk nergens op sloeg.

Van de overige solisten kwam de bas James Creswell, hier kennelijk een boswachter (er waren in ieder geval videoprojecties met bomen en wolven), als een sonore Rocco het beste uit de verf. Hoewel de aria 'Hat man nicht auch Gold beineben' dramaturgisch niet het sterkste deel van de partituur is, moet het voor hem jammer zijn geweest dat de regie dat fragment had geschrapt.

Ook de tenor Eric Cutler, die tot halverwege het tweede deel alleen maar als zwijgende acteur aanwezig was (de pauze viel heel abrupt al na Leonore's 'Abscheulicher'), redde zich redelijk. Het eerste deel van zijn aria klonk heel sympathiek, zij het niet echt tragisch maar in het slotdeel ontbrak het hem aan stem- en overtuigingskracht. Fraai van klank was tot slot zijn duet met Leonore, 'O namenlose Freude', maar dramatisch had het in deze regie natuurlijk nauwelijks enige functie.

Mogelijk doordat het orkestrale aandeel tot de pauze was gereduceerd tot muzikaal behang bij elkaar snel opvolgende toneelbeelden (de ouverture leek af en toe een diashow) kwam het aandeel van het Koninklijk Concertgebouworkest daar wat afstandelijk en sfeerloos over. Na de pauze leek de Colombiaanse dirigent Andrés Orozco-Estrada meer grip op het drama te krijgen en ondanks de aaneenschakeling van volstrekt onbegrijpelijke toneelbeelden werden de ingelaste ouverture Leonore III en het daarop volgende (verkorte) slottoneel het muzikale hoogtepunt. Wie de voorstelling bezoekt, kan daarom beter niet in de pauze vertrekken.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links