Opera en operette Regie brengt drama in statische opera
© Paul Korenhof, maart 2019
|
||||||||||||
Adams: Girls of the Golden West Bij de première van Girls of the Golden West in San Francisco (21 november 2017) signaleerde Richard Scheinin in het programmaboek een parallel tussen deze opera van John Adams en Peter Grimes van Benjamin Britten.2) Het drama in beide werken speelt zich af in een streek die door hun componisten ongeveer als hun achtertuin beschouwd kan worden. In Peter Grimes is dat de door overwegend vissers bevolkte oostkust van het Britse Suffolk, in Girls of the Golden West een streek in Californië bij de uitlopers van de Sierra Nevada, die in de tijd van de goldrush door goudzoekers van diverse pluimage overstroomd werd.
Er zijn echter nog meer parallellen. Om te beginnen is Girls of the Golden West de derde opera van Adams' die in Amsterdam zijn Europese première beleefde, nadat in de jaren vijftig van de vorige eeuw ook diverse opera's van Britten hier aan hun internationale reis begonnen. Een derde parallel is inhoudelijk: evenals in Peter Grimes werkt de opera toe naar een volksgericht met fatale gevolgen. Hier betreft dat de Mexicaanse Josefa Segovia, een van de 'girls' uit de titel, die tijdens een aanranding haar 'blanke' belager met een mes gedood heeft en als 'kleurling' hiervoor met haar leven moet boeten. Effectief
Ondanks de nog luchtige openingsscènes en de knipoog naar Puccini's romantisering in La fanciulla del west is Girls of the Golden West verre van romantisch. Centraal staan delen uit brieven van Louise Clappe die in 1851 als echtgenote van een arts in de rauwe wereld van de goudzoekers verzeild raakte. Haar ervaringen verwerkte zij in brieven die zij zou publiceren als 'Dame Shirley' en waaruit Sellars een keuze maakte. Aangevuld met teksten uit andere bronnen ontstond aldus het beeld van een kleurige maar ook benauwende samenleving, multicultureel van oorsprong, maar sinds het uitbreken van de goudkoorts gedomineerd door een nietsontziende en in toenemende mate racistische bovenlaag van blanke avonturiers en gelukzoekers.
Hoewel de gekozen teksten overwegend beschrijvend zijn, ziet Sellars tijdens het schrijven waarschijnlijk voor zich hoe hij daarbij expressieve beelden kan maken. Evenals bij vorige werken waarvoor hij Adams de tekst leverde (Doctor Atomic en de 'opera-oratoria' El Niño en The Gospel According to the Other Mary), merkte ik echter dat veel scènes voor mij pas echt gingen leven toen ik de beelden erbij zag. Ook nu kwam de tekst bij het lezen regelmatig statisch en ondramatisch over, terwijl later de daaraan toegevoegde handeling - met soms ook toegevoegde zwijgende personages - een dramatisch perspectief creëerde dat in de tekst zelf niet aanwezig was. Couleur locale Een probleem is wel dat ook de muziek overwegend beschrijvend blijft, alsof Adams voor de dramatiek min of meer op Sellars vertrouwt. Gelukkig stelt de laatste op dit punt weer niet teleur met levendige beelden waarbij de 'historische' kostuums van Rita Ryack worden gecombineerd met licht gestileerde, suggestieve decors van David Gropman, met in beide een knipoog naar de Hollywood-western.
Het opbouwen van climaxen is echter niet Adams' sterke punt en dat maakt dat ook deze opera op enkele belangrijke momenten dramatische kracht ontbeert. Zo roept het koor dat in schier eindeloze herhalingen als volksgericht de dood van Josefa eist, nog niet een fractie op van de beklemming van het koor - om de vergelijking maar even door te trekken - dat in Peter Grimes de massahysterie voelbaar maakt. Geschiedenisles
Uitzonderingen vormen met name Dame Shirley, met krachtige vocale kleuren en veel aandacht voor de tekst gezongen door Julia Bullock, en de 'Afro-Amerikaanse' cowboy Ned Peters, een sterke rol van de basbariton Davóne Tines. Hun groeiende emotionele relatie gaf vooral kleur aan het toch vooral statische eerste bedrijf, al werd de zwijgende rol van Dame Shirley's echtgenoot in die context gedegradeerd tot die van een kleurloze jandoedel. Als muziekdrama werd het tweede bedrijf overtuigender, niet in het minst door de sterke vertolkingen van de geserreerd, met veel persoonlijkheid getekende Josefa van de mezzosopraan J'Nai Bridges en de dramatisch minder sterke maar met helder timbre gezongen Chinese prostituee van de sopraan Hye Jung Lee. De labiele Joe Cannon was in goede handen bij de tenor Paul Appleby, terwijl de basbariton Ryan McKinny duidelijk groeide in zijn rol van de goudzoeker Clarence.
De sterkste muzikale pijler onder de voorstelling was de virtuositeit waarmee het Rotterdams Philharmonisch Orkest Adams muziek tot klinken bracht. Opvallend daarbij was niet alleen de door dirigent Grant Gershon bereikte precisie, maar ook een balans die ondanks de soms hoge orkestrale golven zowel de solisten als het uitmuntend articulerende koor een grote verstaanbaarheid wist te garanderen. In hoeverre daarbij elektronische versterking meespeelde, weet ik niet, maar zo kan het dus ook, zelfs in het Muziektheater! ______________________ index |
||||||||||||