Opera en operette

Naar welke opera gaat Madame Bovary?

 

© Paul Korenhof, maart 2018

 

Het lezen van Madame Bovary is steeds weer een ontdekkingsreis die nieuwe elementen aan het licht brengt. Zowel vertalers als commentaren - en dat zijn er nogal wat - benadrukken bovendien keer op keer hoeveel aandacht de auteur besteedde aan het kleinste detail in zijn roman.

Dat laatste heeft menige operaliefhebber mogelijk betwijfeld, zeker als hij het boek in een vertaling las. Als Flaubert zo consciëntieus was en zelfs grondig research pleegde, hoe komt het dan dat hij enkele duidelijke fouten maakt in zijn beschrijving van het bezoek van Charles en Emma aan Donizetti's Lucia di Lammermoor in Rouen (deel II, hoofdstuk 15)? Flaubert vermeldt daar verkeerde details over de inhoud van het werk en noemt zelfs een personage (Gilbert) dat helemaal niet in die opera voorkomt. Of heeft Flaubert zijn werk wel goed gedaan en ligt de fout bij vertalers, commentatoren en hun onvolledige kennis van het operaleven in de 19de eeuw?

Onzedelijk of immoreel?
Dat operabezoek van het echtpaar Bovary is binnen het geheel van de roman natuurlijk slechts een detail, hoe belangrijk het ook wordt voor het vervolg van het verhaal. Dat theaterbezoek vormt namelijk de opmaat tot Emma's ingrijpendste en fatale overspel, dat voor moderne lezers zelfs zwaarwegender is dan voor Flaubert's tijdgenoten. Kenmerkend voor de moderne receptie is immers dat in de discussie aangaande het aanvankelijk verzet tegen Madame Bovary en het daaruit voortvloeiende proces, het accent verschoven lijkt van het immorele naar het onzedelijke aspect. Alsof het gedrag en de (keurig bedekte) beschrijving van de zinnelijke verlangens van Emma Bovary voor de toenmalige Franse moraal onverteerbaar waren!

In werkelijkheid betrof de geautoriseerde weerstand niet Emma's gedrag, maar de houding van Flaubert. Het gedachtenleven van een vrouw werd in die tijd immers niet echt serieus genomen en zowel haar sexuele als haar emancipatorische verlangens waren voor menigeen vooral een uiting van hysterie. Daarvoor riep men in die tijd - en nog een aantal decennia later - de hulp in van een dokter die prompt valium of zwaardere 'kalmerende middelen' voorschreef.
Immoreel was vooral dat de auteur de levenshouding van zijn hoofdpersoon niet veroordeelde. Had hij dat wel gedaan, dan was het boek waarschijnlijk gewoon gepubliceerd en naast de Franse pornografische en soft-pornografische literatuur van die dagen zou Madame Bovary zelfs een 'brave' indruk hebben gemaakt. De feitelijke aanleiding tot het befaamde proces in 1857 lag niet in het gedrag van Emma Bovary, maar in de weigering van haar schepper om als auteur meer te doen dan het minutieus beschrijven van haar realiteit.

Vertaalfouten
Het gedetailleerd beschrijven van een realiteit was voor Flaubert dermate belangrijk, dat het ontstaansproces van Madame Bovary mede daardoor zes jaar in beslag nam. Voor een vertaler betekent dat een extra uitdaging: als een auteur zo aan details hecht. moet een vertaler dat eveneens doen en toen in 1987 de veelgeprezen vertaling van Hans van Pinxteren verescheen, wierpen de kenners zich er dan ook op om te zien hoeveel barstjes en breukjes zij konden ontdekken. Rudy Kousbroek kreeg in NRC/Handelsblad van 10 april zelfs een hele pagina tot zijn beschikking om na allerlei lovende woorden een lijstje te presenteren van woorden en zinswendingen die in de vertaling vervangen waren door een semantisch niet geheel correct of te modern Nederlands equivalent. 1)

Toen ik voorafgaand aan een door NRC/Handelsblad georganiseerde lezing van Bas Heijne onlangs snel even de vertaling van Van Pinxteren las, verbaasde ik mij opeens over een paar details waarvan ik mij niet kon herinneren dat zij mij in de originele tekst waren opgevallen. Goed, het waren details, maar als er één schrijver is, bij wie de details belangrijk zijn, is het wel Gustave Flaubert. Zijn vertalers en commentatoren tuimelen over elkaar heen om dat te benadrukken.

Toen ik die details nader op de korrel nam, bleek echter dat al die vertalers en commentatoren - voorzover althans aan mij bekend - volledig over deze details hebben heengelezen. Zelfs een autoriteit als Mario Vargas Llosa, wiens The Perpetual Orgy toch tot de standaardwerken van het moderne 'bovarisme' gerekend moet worden, sloeg hier de plank mis.

Lucia di Lammermoor
In hoofdstuk 15 van het tweede deel neemt Charles Bovary zijn vrouw mee naar een opera, die - aldus Van Pinxteren - op de straathoeken in de buurt van het theater werd aangekondigd "(...) met schreeuwende letters (...): LUCIA DI LAMMERMOOR... LAGARDY... OPERA (...)" waarbij de naam Lagardy verwees naar een populaire tenor die de mannelijke hoofdrol zou vertolken. 2) Tweederde van de beschrijving die Flaubert tussen neus en lippen door geeft van wat Emma op het toneel zag, moet iedere liefhebber echter verbazen. Inhoudelijk komt het niet overeen met Donizetti's opera en een personage met de naam Gilbert komt daarin zelfs helemaal niet voor.

De fout ligt echter niet bij Flaubert die zijn huiswerk niet gedaan zou hebben, maar bij vertalers en commentatoren die ergens een bel hebben horen luiden, maar absoluut niet de moeite hebben genomen om te zien of de klepel wel op de juiste plaats hangt. Inderdaad heeft Donizetti een opera met de titel Lucia di Lammermoor geschreven, maar in Frankrijk werd die uitsluitend opgevoerd in het Parijse Théâtre des Italiens. Evenals van sommige andere opera's had de componist echter ook van zijn Lucia di Lammermoor voor Parijs een bewerking gemaakt waarvan het verhaal en de daarin optredende personages op enkele punten verschilden met het origineel.

Die 'Parijse' versie van Lucia di Lammermoor, officieel Lucie de Lammermoor genaamd, werd gedurende de gehele 19de eeuw in alle Franse theaters gespeeld (ook door het Théâtre Français in Den Haag) en verschijnt in Frankrijk zelfs nu nog af en toe op het toneel. En het was die Lucie de Lammermoor die Emma Bovary in Rouen zag, en die door Flaubert met alle aandacht voor de juiste details beschreven werd. Niet Lucia di Lammermoor!

____________________
1) Vermoedelijk had Kousbroek gelijk, maar het verbaast mij altijd dat vertalers vooral worden bekritiseerd op de door hen gekozen naam- en werkwoorden, en zelden op bijvoorbeeld bij- en voegwoorden die niet alleen stilistisch maar ook inhoudelijk een enorm verschil kunnen veroorzaken. Zo struikelde ik bij herlezing van diezelfde vertaling opeens over de keuze voor het nevenschikkend voegwoord 'Want' aan het begin van de vierde alinea van hoofdstuk II.13. Toen ik het origineel erop nasloeg, bleek daar 'En effet' te staan en een bevestigend bijwoord als 'inderdaad' zou hier inderdaad meer op zijn plaats zijn dan het verklarend voegwoord 'want', dat toch een andere draai aan de tekst geeft. Het is alsof die zin opeens in de verkeerde toonsoort staat.
2) De tekst van Flaubert is iets minder schreeuwerig. Eerst blijkt het origineel van 'schreeuwerig' het meer gedistingeerde 'baroque' te zijn en vervolgens vinden we in het origneel in plaats van al die kapitalen de vermelding "Lucie de Lammermoor... Lagardy... Opéra" (en de cursivering hier is van Flaubert zelf).


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links