Muziektheater

Biennale di Venezia 2022 (4)

Theatrale hoogtepunten

 

© Paul Korenhof, oktober 2022
© Foto's Andrea Avezzù/Biennale di Venezia

 

Het hoofdthema van de Biennale Musica 2022 was 'experimenteel muziektheater', maar een festival van twaalf dagen met meerdere manifestaties per dag bevat natuurlijk ook andere elementen. En 'amusant' of 'theatraal' was het ook niet altijd. Lezingen over onder meer het - inderdaad experimentele - ontstaan van de Venetiaanse opera, toelichting op de uitgevoerde werken en rondetafelgesprekken zorgden voor een druk dagprogramma en meer dan eens stond het slot van de avond in dienst van de participerende Italiaanse radio.

Zedenpolitie
Dat ook bij een ontspannen festival de harde realiteit blijft meespelen, werd duidelijk bij een korte inleiding in de Biblioteca Marciana door Mehdi Malali, een Iranese componist en musicus. expert op het gebied van de Iranese volksmuziek. Daarna zou hij op de tanbur (Koerdisch: tembur), een circa zesduizend jaar oud snaarinstrument, voorbeelden laten horen van de ceremoniële maqam, een deels geïmproviseerde, religieus getinte muziekvorm. Hij begon zijn optreden echter met een maqam ter nagedachtenis van de vrouw die twee dagen eerder was gestorven tijdens een mishandeling door de Iranese zedenpolitie. Of de aanwezigen veel over Iranese volksmuziek hebben opgestoken, valt te betwijfelen (Mehdi Malali bleek beter als musicus dan als spreker), maar de doodse stilte tijdens die eerste maqam sprak boekdelen.

Scène uit 'Knock Earth Stone Dust'

Tot de interessantste, in expressiviteit sterkste evenementen die ik tijdens (helaas maar) zes dagen van deze Biennale heb meegemaakt, behoort een voorstelling, Reaching Out , met drie gevarieerde voorbeelden van experimenteel muziektheater die tot één geheel waren samengevoegd. Twee werken waren geconcipieerd door de Poolse componst Ondrej Adámek (*1979), als duo onder de naam Moving Voices samenwerkend met de Franse choreograaf en regisseur Eric Oberdorff, en daartussenin stond een compositie van de Japanse componist Rino Murakami (*1995).

Knock Earth Stone Dust

Het sterkste onderdeel bleek het eerste werk van Adámek, Knock Earth Stone Dust, een omwerking van zijn compositie Man Time Stone Time uit 2019 voor zangers, slagwerkers en dansers. Uitgangspunt vormden zijn vijf teksten van de IJslandse dichter Sjón (pseudoniem voor Sigurjón Birgir Sigurdsson) over de archaïsche krachten van stenen en de relatie tussen mensen en stenen in hun verschillende verschijningsvormen: als natuurlijk en bewerkt steen, maar ook als edelstenen, als beelden en als steen dat tot zand verpulverd is.

Boeiend in de aanpak van Adámek was vooral hoe hij het ensemble van zangers en slagwerkers op het ene moment een rol liet spelen als ensemble om het even later op te splitsen in individuele personages. Daarbij fungeerden zij het ene moment als mensen die zich in teksten uiten om even later in gebaren en klanken een levende weergave te worden van de stenen zelf, van zand (suggestieve glissandi van wegstromende zandkorrels), van edelstenen, van de maan of van de bijeengegraaide projectielen waarmee een primitieve menigte een slachtoffer stenigt.

Schlafen, Gut, Warm

In de weergave van Sjón's teksten trad het vocale ensemble meestal op als sterk gechoreografeerde eenheid, al dan niet in combinatie met de beide dansers, maar als stemmen individueel werden ingezet, was het effect des te groter - bijna 'opera'.! Grote indruk maakte daarbij vooral de combinatie van een vrouwenstem met het door de overigen opgeroepen 'geluidsdecor' in een adaptatie van de bijbelscène over Jezus en de overspelige vrouw. Daarbij was constant sprake van een voor de toeschouwer duidelijk rollenspel in een gedetailleerd uitgewerkte 'enscenering', waarop hooguit afgedongen kan worden, dat die regelmatig associaties opriep aan zogenaamde 'workshops' uit de jaren tachtig.

Het vocale deel van de uitvoering was in handen van het ensemble N.E.S.E.V.E.N. (Never Ending Searching for Exact Vocal Expression and Nuances), ontstaan bij de uitvoering van Adámek's opera Seven Stones in het Festival van Aix-en-Provence 2018. Daaraan waren voor deze gelegenheid twee dansers toegevoegd, maar het pleit voor de fysieke training van de zes vocalisten dat het onderscheid vaak miniem was. Gefascineerd was ik bovendien door het aandeel van de Franse percussioniste Jeanne Larrouturou die haar complexe partituur met enorme discipline en adembenemende virtuositeit tot klinken bracht.

Schlafen, Gut, Warm

Na de impact van Knock Earth Stone Dust vormde Salmon Crossing van Murakami, een impressie in tekst en muziek van de trektocht van zalmen in Skokomish River (Washington), een wat kabbelend maar toch ook aangenaam rustpunt. Heftiger was het slotdeel, het navrante Schlafen Gut, Warm , wederom van Adámek en Oberdorff. Hierin schilderde Adámek in een sobere vormgeving aan de hand van oude ansichtkaarten uit kamp Theresienstadt de laatste contacten van zijn joodse grootmoeder met het thuisfront. Terwijl de teksten op de achterwand geprojecteerd werden, leken 'acteurs' en instrumentalisten daarbij regelmatig van rol te wisselen, alsof zangers en dansers zich bewogen als een choreografische basso continuo terwijl de melodische lijnen naar het slagwerk verplaatst waren.

The Book of Water
Mijn (helaas) laatste avond voerde mij naar het Teatro Goldoni voor The Book of Water van Michel van der Aa, gebaseerd op Der Mensch erscheint im Holozän van de in 1991 overleden Zwitserse auteur Max Frisch. Het is het verhaal - of beter: het zijn de gedachtenflarden van een intellectueel uit Basel, door Frisch consequent aangeduid als Herr Geiser, die met zijn vrouw naar een bergdorpje is verhuisd en daar na haar dood vereenzaamt en langzaam dementeert.

Dat proces valt samen met een periode van constante regenval die het dorpje van de buitenwereld afzondert en de vereenzaming van de hoofdpersoon versterkt. Met andere woorden: een boek waarin de schrijver met een vooruitziende blik de eenzaamheid van de dementerende mens combineert met de klimatologische problemen die momenteel ons leven bedreigen - en niet alleen ons eigen leven, maar de hele wereld waarin wij leven.

The Book of Water

De door Van der Aa koos gekozen vormgeving ligt in de lijn die we van hem gewend zijn met een nadrukkelijke poging tot versobering. Technisch is het weer heel geavanceerd met een steeds prominentere plaats van filmbeelden, maar tegelijk een sterke reductie van het aantal fysiek aanwezige medewerkenden. In dit geval zit rechts op het toneel het Ensemble Modern, een strijkkwartet dat vrijwel de gehele voorstelling voorziet van een krachtige en prominente muzikale ondergrond, terwijl het aantal actief medespelenden beperkt is tot een enkele acteur.

Centraal in het scenisch gebeuren stond een vrijwel constante stroom filmbeelden waarin we Herr Geiser (de acteur Timothy West) volgen in zijn dagelijkse beslommeringen. Die beelden worden begeleid en toegelicht door de acteur Samuel West als verteller en bij vlagen ook als vertolker van de gedachten van Herr Geiser. Aan het slot horen we dan ook nog de stem van diens dochter Corinne (de sopraan Mary Bevan) die na vergeefse pogingen tot telefonisch contact haar vader opzoekt zodra het water dat toelaat. Wij horen haar stem, maar zien ook symptomen van een beroerte en de conclusie ligt voor de hand: zij vindt haar vader nog wel, maar kan hem in zijn eenzaamheid waarschijnlijk niet meer bereiken.

The Book of Water

De grote kracht van The Book of Water ligt in de extreme versobering. Laat Frisch zijn hoofdpersoon nog enkele malen naar het dorp gaan voor een boodschap (die hij meestal vergeet), Van der Aa maakt Geiser's eenzaamheid nog indringender door diens wereld letterlijk te beperken tot zijn eigen huis - en af en toe de tuin waar hij in de stromende regen troosteloos iets onderneemt wat op tuinieren lijkt. Meestal zien wij hem echter binnenshuis, vaak in close-up, vaak ook zich aarzelend door het huis bewegend of bezig met zijn eigen versie van 'patience': vergeefse, keer op keer herhaalde pogingen om van crackers een pagode te bouwen.

Vergeten
Navrant zijn vooral de momenten waarop Van der Aa ons laat zien dat Herr Geiser zich zijn geestelijke aftakeling bewust is. Het eindeloos uitknippen en opprikken van stukjes uit kranten, tijdschriften en naslagwerken van alles wat hij absoluut niet wil vergeten, werkt zo aangrijpend dat de muziek van Van der Aa wordt tot 'echte' filmmuziek die de beelden ondersteunt en versterkt, maar die je als toeschouwer niet meer bewust registreert. Het gelaat van Timothy West waarop de twijfels, de onzekerheid en zijn desolate situatie steeds sterker zichtbaar worden, werkt als een magneet. Sommige beelden zijn hartverscheurend, met als triest dieptepunt de scène waarin hij het portret van zijn overleden vrouw van de muur haalt om het te vervangen door iets wat hij niet wil vergeten.

The Book of Water, dat op 19 september in de regie van Van der Aa zelf in première ging, is technisch weer een hoogstandje, zij het bescheidener dan het visueel overweldigende Upload dat hij ons een jaar geleden bij DNO voorzette. Beide werken verhouden zich tot elkaar als een kameropera tot een grand-opéra, maar aan de basis van het toneelbeeld liggen ten dele dezelfde ingrediënten: uitgekiende en expressieve videobeelden van personages, omlijsting van het drama met prachtige landschapsbeelden en een gefragmenteerde projectie op flexibele schermen die ook de meest statische momenten een schijn van vaart en beweeglijkheid verschaffen.

The Book of Water

Minder sterk was het aandeel van de acteur Samuel West. Het boek van Frisch is een vertelling met weinig 'dramatische' elementen, maar door de last van het vertellen op de schouders van één acteur te leggen, dreigt de voorstelling soms monotoon te worden. En dat gevaar wordt des te groter bij een acteur met een niet echt heldere dictie, Af en toe had ik echt behoefte aan boventiteling (en hopelijk zal die in november bij de voorstellingen in Nederland ook aanwezig zijn).

Jammer was ook dat Van der Aa aan het slot, in de scène met de stem van de dochter, de emoties te veel met het volume van de elektronische weergave wilde onderstrepen. Juist op het moment dat de toeschouwer het meest met Herr Geiser zou kunnen 'meelijden', had een ingetogen, bijna verstikte stem van Corinne waardoor het publiek zelf veel meer had moeten invullen, waarschijnlijk ook veel meer effect gesorteerd. En juist daarom was het zo jammer, omdat die sopraanstem een finale inleidde die zelfs met de beperkte middelen van deze voorstelling overweldigend werkte. Wederom bleek Van der Aa een allround theaterman met een onfeilbare intuïtie voor theatrale effecten.

________________
The Book of Water in Nederland en België:
11 november - Amsterdam, Muziekgebouw
12 november - Antwerpen, DE SINGEL
13 november - Den Bosch, November Music
14 november - Rotterdam, De Doelen
16 november - Utrecht, TivoliVredenburg
17 november - Enschede, Muziekcentrum
18 november - Leiden, Stadsgehoorzaal
https://www.sinfonietta.nl/concerten/the-book-of-water/


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links