Opera & Operette

Bayreuther Festspiele 2005 (3)

 

© Paul Korenhof, 28 september 2005

 

Tristan und Isolde in Bayreuth (vervolg)

Het toneelbeeld dat Anna Viebrock had ontworpen voor de nieuwe Bayreuther enscenering van Tristan und Isolde, kwam mij heel bekend voor. Nu lijken de decors van deze ontwerpster wel vaker op elkaar, maar ditmaal was er een heel frappante overeenkomst. Vorig jaar had zij voor De Nederlandse Opera de decors ontworpen  voor Lucio Silla in de regie van Jossie Wieler. In die productie speelde Mozarts opera zich af in een gebouw dat opvallend veel weg had van een overheidsgebouw in de voormalige DDR: sfeerloos, lelijk, ongezellig en vol goedkope materialen. Het leek erop alsof de Bayreuther Tristan zich in precies datzelfde gebouw afspeelde, en wel in drie ruimten die in Lucio Silla niet gebruikt waren. De eerste akte leek gesitueerd in de grote ontvangstzaal op de eerste etage, de tweede akte in de centrale hal daaronder en het laatste bedrijf in de kelder die daar weer precies onder lag. Viebrock maakte dit duidelijk door steeds de vloer weg te halen en ons een blik te gunnen op de ruimte die eronder lag, en we zagen de muren dan ook bij wijze van spreken iedere akte een paar meter omhooggaan.

Dat alles schiep een bijzonder koele atmosfeer, daarover is geen twijfel mogelijk, en van de zinderende romantiek die de geschiedenis van Tristan und Isolde meestal omgeeft, was in deze toneelbeelden niets meer terug te vinden. Aan de andere kant bood deze grauwe zakelijkheid wel de juiste ambiance voor een uitzichtloze liefde die kapotloopt op de wereld om de geliefden heen, in dit geval ook op het systeem. En met een regisseur als Christoph Marthaler is dan iets heel bijzonders mogelijk.

Partituurgetrouw

Ik kan me heel goed voorstellen dat veel toeschouwers gedesillusioneerd waren door het ontbreken van romantisch drama. Dat was ik in het begin ook, maar tegelijk raakte ik ook steeds meer gefascineerd door de details waarmee Marthaler zijn personages neerzette. In tegenstelling tot Wieler in Lucia Silla schilderde Marthaler bovendien zijn DDR-wereld ook nog eens heel muzikaal en partituurgetrouw. Natuurlijk waren er in deze onromantische visie details waarmee ik geen raad wist en die van mij ook niet hoefden, zoals het herhaaldelijk op de grond vallen van Kurwenal tijdens de laatste twintig minuten van de tweede akte of het onverklaarbare optreden van de Hirt, die in de derde akte wezenloos langs de muren van de kelder schuifelde, terwijl Tristan daar roerloos in een hospitaalbed lag.

Daartegenover stonden echter schitterende momenten, zoals het voortdurend onderstreepte besef van Tristan en Isolde dat hun liefde uitzichtloos is, en de laatste minuten van het liefdesduet, als we Marke vertwijfeld van achter een deur zien meeluisteren. Kortom: na de eerste akte had ik mijn twijfels, tegen de derde had ik ook bezwaren, maar tijdens de tweede akte heeft de regie van Marthaler mij voldoende overtuigd om met spanning uit te zien naar de reprise van volgend jaar - maar dan hopelijk wel met een andere dirigent dan Eiji Oue, want zoals ik al eerder betoogde: hij was de Achillespees van deze opmerkelijke voorstelling.

Plácido Domingo

Een aanmerkelijk beter muzikaal resultaat biedt de nieuwe EMI-opname onder Antonio Pappano met Plácido Domingo en Nina Stemme als het tragische liefdespaar. Het is geen Tristan und Isolde met de diepgang van een grote Duitse uitvoering, zoals we dat gewend zijn van Furtwängler of Böhm, en ook niet met die bovenmenselijke, magische orkestklank van Karajan, maar een puur menselijk drama, meeslepend van opbouw en klank en in iedere akte tot de laatste maat aangrijpend. Antonio Pappano dirigeert met een zuidelijke inslag, met veel aandacht voor de lyriek en met veel aandacht voor het melodische aspect, maar weet daarbij toch ook lange spanningsbogen te realiseren en het orkest van Covent Garden bedient hem met een stralende orkestklank, zinderend in de climaxen, prachtig gedetailleerd in de intiemere momenten, en altijd met grote warmte en een vlekkeloze afwerking.

EMI heeft kosten noch moeite gespaard om voor deze opname een ware sterbezetting bijeen te brengen. Plácido Domingo is dus eindelijk aan Tristan toe en levert een fenomenale prestatie. Op cruciale momenten als 'War Morold dir so wert' en 'Das Land das Tristan meint' weet hij weliswaar niet de extra dimensies te suggereren van een zanger die achter ieder woord een wereld vol connotaties aanwezig weet, maar wel beschikt hij over een stem die in iedere  maat autoriteit uitstraalt en over een kleurenpalet waar de meeste idiomatisch misschien iets betere Tristans niet aan toe komen. In Nina Stemma - dat is inmiddels wel duidelijk - heeft hij de elegantste en de jeugdigste Isolde die ik in vele jaren gehoord heb. Eindelijk weer eens een slanke Ierse prinses met een stem vol tederheid.

Perfect bij haar past de al even jeugdige mezzosopraan van Mihoko Fujimara, maar haar Brangäne miste iets van de zuidelijke warmte en de aandacht voor het bel canto dat de uitvoering als geheel kenmerkt. Een schot in de roos is daarentegen de markante Kurwenal Olaf Bär, precies de vaderlijke vriend van het ruwe-bolster blanke-pit-type waar de rol om vraagt. René Pape is onbetwist de grote lyrische Wagner-bas van dit moment, de legitieme opvolger van Kurt Moll, terwijl Rolando Villazón en Ian Bostridge als de jonge zeeman en de herder deze galabezetting afronden.

Groots afscheid van Peter Alward

Al met al is dit een Tristan und Isolde die mij enerzijds de grote 'Duitse' uitvoeringen niet kan dien vergeten, maar die anderzijds het werk wel plaatst in een negentiende-eeuwse traditie van belcanto - en Wagners eigen liefde voor Italië en de muziek van Bellini. Daarbij komt dat het werk ook nog eens schitterend is opgenomen en dat alles danken we aan Peter Alward, de scheidende topman van EMI Classics, die hiermee zijn laatste grote studio-opname afleverde. Waarschijnlijk zelfs de laatste grote studio-opname ooit, want dit soort producties is financieel niet meer haalbaar, en het is Alward alleen maar gelukt dankzij ruim een half miljoen euro aan sponsorgeld. Daarvoor krijgen we overigens ook wel wat terug, niet alleen drie uitstekende cd's met een opmerkelijk dik en kleurrijk boekwerk, dat nu hopelijk eens een keer niet na twee keer bladeren uiteenvalt. In de doos bevindt zich namelijk ook nog een vierde plaatje met daarop de hele opera nog eens in 5.1 Surround Sound, en die disk heeft als extraatje dat u tijdens het luisteren naar de muziek het libretto in het Duits, het Frans of het Engels op de televisie kunt volgen. De techniek staat voor niets en ik moet zeggen dat ik met die extra disk bijzonder blij ben: het hele muziekdrama op één disk met deze klank is een luxe die ik me een paar jaar geleden nog niet kon voorstellen. De uitgave werd opgedragen aan de nagedachtenis van de grootste Tristan-dirigent die ik ooit in het theater heb meegemaakt: Carlos Kleiber.

 


Besproken opname:

Wagner: Tristan und Isolde.

Nina Stemme, Mihoko Fujimara, Plácido Domingo, Olaf Bär, René Pape, Jared Holt e.a.

Koor en orkest van het Royal Opera House Covent Garden o.l.v. Antonio Pappano

EMI 5580062 (3 cd's plus extra dvd)

 

 


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links