DVD-recensie

Verdi's La traviata in d'Aix-en-Provence 2003

 

© Aart van der Wal, april 2005

 

Verdi: La traviata.

Mireille Delunsch, Matthew Polenzani, Zeljko Lucic, Olivier Hernandez, Enrico Marabelli, Joszef Dene, Janne Sunqvist, Jérôme Avenas, EuropaChorAkademie, Orchestre de Paris o.l.v. Yutaka Sado. Regie: Peter Mussbach.

Bel Air BAC005. • 2.10' •


La traviata, gestoeld op Alexandre Dumas' toneelstuk La dame aux camélias is de geschiedenis van een vrouw die zich geconfronteerd weet met het spoedige einde van haar dagen en zich dan volledig rekenschap geeft van de ware aard van de liefde. Violetta geeft op het toneel voor onze ogen uiteindelijk de geest.

In de visie van regisseur Peter Mussbach hebben wij de dood verdrongen, willen wij er niets van weten, doen we net alsof onze neus bloedt. Maar dat neemt niet weg dat de dood de werkelijke hoofdrol in deze opera vervult en hoe het ook wordt gewend of gekeerd, de toeschouwer kan zich er niet aan onttrekken. Dood en liefde, liefde en dood, het ene en het andere, het ene in het andere, samen één. Het is het verhaal van de onafwendbare dood en een liefde die niet vervuld kan worden, maar ook van het leven met als voornaamste richtsnoer carpe diem, pluk de dag, geniet van wat er hier en nu is.

Dit negentiende-eeuwse drama wordt gedragen door universele begrippen als liefde, lijden en dood en kan dus zonder al te veel moeite naar het decor van de eenentwintigste eeuw worden verplaatst. Wat bij bijvoorbeeld Don Carlos niet gemakkelijk lukt is bij La traviata slechts een peulenschil omdat liefde, ziekte en dood van alle tijden is en Violetta kan evengoed overlijden aan tuberculose als aan aids of kanker, of een infectie. Mussbach haalt Susan Sontag aan die stelde dat in de negentiende eeuw een dodelijke ziekte als metafoor 'par excellence' kon dienden voor de ziekmakende liefde. Mussbach - zelf arts - wijst er in dit verband op dat tuberculose - toen een dodelijke ziekte - het gelaat een zekere bijna doorschijnende schoonheid kon verlenen en dat naarmate de ziekte vorderde de huid bijkans rimpelloos en glanzend werd, het uiterlijk kreeg van een wassen beeld.

Zo ontstond in 2003 tijdens het bekende zomerfestival in d'Aix-en-Provence in het Théâtre de L'Archevêché een tijdloze enscenering die van begin tot eind fascineert omdat alles onvoorspelbaar op zijn plaats valt: het doelbewust in halftinten gehouden toneelbeeld met de karige decors, de zeer overtuigende acteerprestaties, de geëngageerde vocalistiek, de fraaie koorbijdragen en het in topvorm spelende Orchestre de Paris onder leiding van Yutaka Sado.

Mireille Dunsch heeft alles mee om de rol van Violetta tot een succes te maken. Door haar charismatische verschijning is zij geknipt voor deze rol en zij weet door haar zeer aansprekende mimiek de toeschouwer moeiteloos aan zich te binden. De veeleisende lyriek in de eerste akte is een kolfje naar haar hand, maar in de volgende twee aktes gaat het vooral om de dramatische invulling en ook daarin slaagt zij glansrijk. Het gaat hier, zoals Verdi al aangaf, om bezieling, ontroering, intensiteit en een goed geproportioneerd gevoel voor drama en tragiek en zeker niet om een met haar vocale veren pronkende sopraan. Desalniettemin gaan de coloraturen Dunsch zeer goed af en is haar aanpak uitermate verfrissend.

De rol van Alfredo is bij de tenor Matthew Polenzani in goede handen al is hij iets minder verfijnd en larmoyanter dan zijn grote voorgangers (met name Kraus en Bruson). Een schot in de roos is hier de bariton Zeljko Lucic die als acteur een natuurtalent is en ook vocaal overtuigend gestalte geeft aan de rol van Giorgio. De bijrollen zijn over de gehele linie goed bezet met als uitschieter Enrico Marabelli als de baron Douphol. De dirigeerstijl van Sado doet mij aan ons eigen voortreffelijke Ed Spanjaard denken. Goed gekozen tempi, een evenwichtige aanpak, voldoende ruimte biedend voor de afwerking van de vocale frasen en met het oor voor detail. Hij profileert zich minder sterk dan Muti en Toscanini, maar daar staat wel tegenover dat hij zich hoedt voor zowel kortademigheid als breedsprakigheid en voor een gestroomlijnde uitvoering met veel vaart en dynamiek zorgt.

De uitstekende cameraregie, de smaakvolle belichting en de tijdloze decors en kostuums dragen bij tot een goed geslaagde productie, waarbij de vele uitingen van een zeer enthousiast publiek op de koop toe moeten worden genomen. Vooral in de surround modus kan dit soms als storend worden ervaren. Maar de audiokwaliteit in zowel stereo als 5.1 verdient zeker een apart compliment, want we krijgen een buitengewoon fraai geluidsbeeld voorgeschoteld dat in alle geledingen uitmunt door helderheid, met als niet te versmaden 'toegift' een goed geslaagd, kernachtig basfundament.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links