DVD-recensie De hopeloosheid van de 'condition humaine'
© Maarten Brandt, mei 2013
|
Waanzin, onoprechtheid, vervalsing, leugens, en ziekelijkheid; ziehier elementen die de thematiek uitmaken die nadrukkelijk centraal staat in het toneelstuk De spooksonate (1908) van de Zweedse auteur August Strindberg (1849-1912). Dit drama - muzikaal is geïnspireerd door het Geistertrio, opus 70 van Beethoven – is, om met Laurens Landeweerd in zijn filosofische lezing over de Spooksonate te spreken, “een stuk dat gaat over de structurele zondigheid van de mens, diens schrijnende fout te zondigen tegen de onschuld en met deze zonde de identiteit van de mensen te vervalsen; over de blindheid voor deze zondigheid die het menselijk systeem doet stagneren en de weg naar volmaaktheid en eenheid van hem afsnijdt.” Het lijkt verleidelijk Strindberg’s Spooksonate mystiek-esoterisch te duiden, aangezien de schrijver uitermate geboeid was door occulte zaken, zich met alchemie bezighield en de Engelen- en geestenwereld van de filosoof en theoloog Emanuel Swedenborg. Maar voor hetzelfde geld zou men het toneel waarop zich de handeling van dit zwarte stuk voltrekt in plaats van in een hierna- of hiertussenmaals evengoed in het hiernumaals kunnen plaatsen. Bijvoorbeeld als een even imposante als raadselachtige parabel over de verderfelijke invloed die een familie op iemand kan hebben. Dat is zeker niet zo vergezocht als op het eerste gezicht lijkt, zo gauw men zich realiseert dat Strindberg een hekel had aan alles wat met familieleven samenhangt. In die zin dat menige familie er allerhande verborgen agenda’s op nahoudt en zich voorts volgens zich telkens herhalende en verstikkende rituelen door het bestaan heen sleept. En wat nog het meest belangrijk is, een ieder die in haar invloedssfeer terecht komt dikwijls als het ware gelijk een vampier verslindt en alles wat naar medemenselijkheid tendeert met voeten treedt. De hopeloosheid van de’ condition humaine’ is ook een leidmotief dat als een rode draad door muziekdramatische œuvre van de Duitse componist – en bij het grote publiek eerder als liedbegeleider bekend zijnde – Aribert Reimann (1936) heenloopt. Zijn toonzetting van Strindbergs Spooksonate onder de benaming Die Gespenstersonate dateert uit 1983 en is de eerste opera die hij voltooide na zijn relatief meest bekende muziekdrama uit 1978, Lear, waarvan de titelrol speciaal werd geschreven voor de recentelijk overleden wereldberoemde bariton Dietrich Fischer Dieskau. Bij de totstandkoming van het libretto van zijn Die Gespenstersonate werkte Reimann Strindbergs origineel om in samenwerking met Uwe Schendel tot een Duitstalige versie. Hieronder volgt een zo bondig mogelijke weergave van het verloop van de opera. Samenvatting In de salon van de kolonel wordt het ‘spokensouper’ voorbereid, dat al 20 jaar lang plaatsvindt. Aan dit evenement nemen telkens dezelfde mensen deel, die bovendien steeds hetzelfde zeggen dan wel zwijgen “om zich niet te hoeven schamen.” Bengtsson, de knecht van de kolonel, introduceert Johansson, de bediende van Hummel, aan de mummie, die al 40 jaar in een wandkast leeft en allengs in de veronderstelling verkeert een papegaai te zijn. Dit als straf voor het feit dat zij ooit met Hummel naar bed is geweest. Laatstgenoemde verschijnt onuitgenodigd ten tonele. Hij heeft alle schulden van de kolonel ingelost en is nu voornemens iedereen te ruïneren. Hummel dringt er bij de kolonel op aan de student als bruidegom te aanvaarden voor de jonge vrouw. Deze is echter niet, zoals tot voor kort aangenomen, de dochter van de kolonel maar van Hummel zelf. Deze geeft de kolonel in ondubbelzinnige bewoordingen te verstaan dat hij helemaal geen kolonel is, maar slechts een bediende, een bedelaar en dus geen enkele aanspraak kan maken op een aristocratische dan wel militaire status. Dan onderbreekt de mummie het zichzelf tot tribunaal benoemd hebbende strafgericht en roept Bengtsson als getuige op om het smadelijke verleden van Hummel te onthullen. Het geval wil namelijk dat Hummel ooit een meisje – het melkmeisje met wie Arkenholz tijdens het begin van de opera sprak – op het ijs lokte om haar te verdrinken omdat ze teveel wist. Vervolgens verschijnt het meisje in kwestie en Hummel wordt door de mummie in de wandkast opgesloten. Daar hangt hij zichzelf op met dezelfde strop als waarmee hij ooit de Consul om het leven bracht. De actieradius verplaatst zich nu naar de jonge vrouw en de student die een gesprek voeren over hyacinten, bloemen die in overvloed in haar vertrek aanwezig zijn. Tot een wezenlijke toenadering komt het niet en voor een huwelijk met Arkenholz voelt zij niets. Dan wordt het rendez-vous verstoord door de tirannieke kokkin. Zij is een belichaming van de straf voor de misdaden die in het verleden door de bewoners van de salon van de kolonel zijn gepleegd en behoort daarom volgens de vrouw tot de ‘vampierfamilie Hummel’. En als gevolg daarvan “tot de beproevingen die alle inwoners van het huis moeten doormaken.” Arkenholz denkt nu alle geheimen van de zaak te hebben doorgrond, maar dat wordt door de vrouw bestreden die hem vooral maant er het zwijgen toe te doen. Arkenholz laat zich echter niet van zijn stuk brengen en concludeert dat zij ziek is ‘van de bron des levens’ en daarom niet zijn bruid kan zijn. Hij zingt haar met een wiegenlied des doods in een eeuwige slaap, een lied dat ten slotte culmineert in de zin die de vrouw in haar droom tijdens het begin van deze scene uitsprak: “Goed is onschuldig zijn.” ‘Hard core avant-garde’ Lyriek De beeldkwaliteit – in kleur - van de video is echt die van een tv-registratie en bezit iets vaals. Zeker wat de tussentinten betreft, want de contrasten tussen zwart en wit zijn wel scherp. Heel passend bij het onderwerp. index |
|