DVD-recensie © Aart van der Wal, maart 2020
|
Wat Monteverdi's 'Vespro della Beata Vergine' (1610) tevens duidelijk maken is dat diens opera L'Orfeo daarmee een indrukwekkende voorgeschiedenis kent. Een voorgeschiedenis die is vervuld van de experimenteerkunst van dit Italiaanse genie en waarin deze vespers een belangrijke plaats innemen. Feitelijk horen we er al 'L'Orfeo' in, in termen van uitgesponnen lyriek en fijnzinnig geciseleerde dramatiek. Muziek die niet alleen kippenvel bezorgt maar die bovendien zo onvoorstelbaar tijdloos is. Hoewel een rechtstreekse vergelijking volledig mank gaat, staan deze vespers op hetzelfde niveau als Bachs 'Hohe Messe' of Beethovens 'Missa Solemnis'; en voor menigeen misschien ook wel Bruckners derde en tevens laatste mis. In Monteverdi's vespers is het theatrale element zo sterk verweven met de tekst dat het gehele discours daardoor als het ware hemelse vleugels krijgt en overrompelend is in zijn religieuze én menselijke zeggingskracht, diep doordrongen van een spiritualiteit die zeker aan het begin van de zeventiende eeuw haar gelijke niet kende, maar ook vandaag tot een van de sublieme hoogtepunten van de westerse muziek mag worden gerekend. Een kolossaal werk dat toen niet alleen naar vorm en inhoud nieuwe maatstaven stelde, maar ook wat betreft instrumentale en vocale virtuositeit en brille, gevat in uitzonderlijk beeldende texturen en mede door de verbindende, statisch-gregoriaanse gezangen van een ijzersterke structurele coherentie. Maar ook alleen al de manier waarop Monteverdi - zoals in het Lauda Jerusalem - de cantus firmus 'behandelt' is van een onvergelijkbare ritmische inventie en vocale schoonheid. En hoe bijzonder is het niet dat het syncoperende contrapunt al vooruitloopt op het Gloria uit Beethovens 'Missa Solemnis'! Raphaël Pichon en zijn Pygmalion ensemble (koor en orkest), aangevuld met uitmuntende solisten, zijn met de vespers door Europa getrokken (ze waren ook in Amsterdam te horen) en hebben daarmee niets anders dan lof geoogst. Geen wonder, want het is instrumentaal raffinement en ijzingwekkend fraaie zangkunst dat in deze registratie wordt afgezet tegen de historiserende uitvoeringspraktijk. Dat laatste betekent overigens niet dat pogingen zijn gedaan om de positionering aan te passen aan de wijdse ruimte van de Venetiaanse San Marco (daarmee vergeleken mag de koninklijke kapel 'kleinbehuisd' worden genoemd), waarvoor het werk oorspronkelijk bedoeld was. En gelukkig ook niet met behulp van trucages die het Dolby 5.1 systeem mogelijk maakt, met alle nadelige gevolgen vandien voor de beeld- en geluidsynchronisatie. Wel zijn we getuige van een in alle opzichten superieure uitvoering, nog versterkt door de tot in de puntjes verzorgde beeld- en geluidregie in een bovendien schitterende, historische setting op zich: die van de Chapelle Royale van het Château de Versailles. Ondertiteling in Frans, Engels en Duits. index |
|