![]() DVD-recensie Een regelrechte misgreep: Brahms' Requiem in Salzburg onder Karajan
© Aart van der Wal, december 2008
|
||
Brahms: Ein deutsches Requiem op. 45 Gundula Janowitz (sopraan), José van Dam (bas), Wiener Singverein, Berliner Philharmoniker. Dirigent en regie: Herbert von Karajan. DG 073 4398 GH • 80' • Formaat: 4:3 NTSC Live-opname: maart 1978, Paasfestival Salzburg
Karajans ervaring met het Requiem van Brahms besloeg bijna een periode van een halve eeuw toen hij tijdens het Salzburgse Paasfestival (hij was de grondlegger van dit prestigieuze festival) in maart 1978 in de Felsenreitschule voor de zoveelste maal zijn visie op dit grootse werk liet schijnen. In orkestraal opzicht was het - zoals eigenlijk altijd bij Karajan - een grootse uitvoering, met prachtige orkestkleuren, fijnzinnige solotrekjes en zich indrukwekkend ontvouwende tutti. Gebleven is de slappe ritmische puls die de muziek van zijn onderstroom berooft. Dat is een typisch Karajan-trekje van de laatste jaren, in met name dit werk, alsof dat het devote karakter nadrukkelijk moet onderstrepen. Het klinkt echter veel beter zónder. Maar hij was ditmaal toch geen heer en meester over de materie want de Wiener Singverein, eens een van de beste Europese koren, slaagt er absoluut niet in om op de juist toonhoogte e blijven. Er zit herhaaldelijk zomaar bijna een halve toon verschil in, wat zelfs degenen die (gelukkig!) niet zijn voorzien van een absoluut gehoor onmiddellijk moet opvallen. Maar er zijn meer mankementen, zoals José van Dam, die zingt alsof hij in een Wagner-opera terecht is gekomen. Hij werkt zijn frases ruw af en is gewoon niet in staat een mezzopiano te produceren. Gundula Janowitz daarentegen steekt in goede vorm, wat het verschil met het hoorngeschal van Van Dam nog schrijnender maakt. Dan is er de merkwaardige regie die het koor keurig breed over het scherm toont, maar waarvan de klank niet goed kan worden geplaatst. Zonder beeld is het absoluut niet duidelijk wáár dat koor nu precies staat. Om het nog erger te maken is daar het synthetische geluid van een volkomen overgedimensioneerd, snerpend elektronisch orgel (ik heb in de Felsenreitschule nooit een écht kerkorgel gezien), waardoor het er soms op lijkt alsof we met een orgel met orkest- en koorbegeleiding van doen hebben. Wat het beeld ook de huiskamer binnenbrengt is het decadente, overdreven luxe karakter dat deze uitvoering omgeeft, wat naar mijn smaak absoluut niet past bij het devote, religieuze en zelfs intieme karakter van dit grootse werk. Brahms' Requiem hoort gewoon thuis in een sobere, ongekunstelde opzet. Die is op de Salzburgse festivals trouwens altijd al ver te zoeken geweest. index | ||