![]() DVD-recensie Bach in grootse stijl
© Aart van der Wal, november 2012
|
Bach: Franse suites nr. 1 in d, BWV 812 - nr. 2 in c, BWV 813 - nr. 3 in b, BWV 814 - nr. 4 in Es, BWV 815 - nr. 5 in G, BWV 816 - nr. 6 in E, BWV 817 - Ouverture in de Franse stijl in b, BWV 831 - Italiaans Concert in F, BWV 971 András Schiff (piano) Live-opname: Bachfest Leipzig 11 juni 2010, Protestants-Gereformeerde kerk, Leipzig EuroArts 2058138 • 168' •
Bach: Italiaans Concert in F, BWV 971 - Capriccio in Bes, BWV 992 - Franse suite nr. 5 in G, BWV 816 - Chromatische Fantasie en Fuga BWV 903 András Schiff (piano) EuroArts 2066768 • 54' • Opname: 1992 (locatie is niet vermeld)
Interessant, de vergelijking tussen het Bach-spel van András Schiff in 1992 en in 2010. Er zijn verschillen, maar ze zijn niet bijzonder groot, wat zeker iets zegt over het consistente karakter van zijn vertolkingskunst. In puur technisch opzicht is er geen verschillen tussen de jongere en de rijpere Schiff, maar interpretatief treft de rijkere ornamentatie die de pianist (spelend op een Steinway concertvleugel) aanbrengt. Hij durft hier duidelijk meer dan achttien jaar eerder. Misschien moet ik wel zeggen: hij toont meer fantasie, zonder de goede smaak daaraan op te offeren. Want de barokretoriek, de welsprekendheid binnen het parcours, beheerst Schiff tot in de kleinste facetten. Een ander in het oog springend verschil is de poëtische kracht die hij - toch meer uitgesproken dan in 1992 - de langzame delen meegeeft, maar wel voortdurend gericht op het schilderij én de lijst. Over structurele kwesties hoeft niemand Schiff te ondervragen, want hij kent 'zijn' Bach tot in de finesse. Wat is gebleven is de bijna weldadige rust die Schiff aan het klavier demonstreert en waarvan hij zijn toehoorders deelgenoot maakt. Het soevereine, het boven de technische materie staan krijgt aldus de dimensie van ontspanning op het hoogst denkbare niveau. Afstappend van het vergelijken en me verder beperkend tot de nieuwste uitgave, is een belangrijk winstpunt de intieme akoestiek van de Protestants-Gereformeerde kerk in Leipzig waarvan de muziek zich, zeker met publiek, naadloos met de akoestiek lijkt te verweven. Dat heb ik vele malen daar zelf ervaren, zelfs bij een wat dat betreft lastig in toom te houden, percussief instrument als de concertvleugel. Dat Schiff die akoestiek serieus heeft verkend alvorens zich aan deze Franse suites te zetten is evident. Dat de opnametechnici dat eveneens hebben gedaan is niet minder duidelijk: voor de klankkwaliteit neem ik mijn hoed diep af. Wel had de cameraregie inventiever gemogen: we zien nauwelijks iets van het interieur en het publiek, maar des te meer van het gezicht (merendeels en profiel) en de handen van Schiff. Er is bewust gekozen voor cameraposities op het podium, of er althans heel dichtbij, waardoor shots vanuit het auditorium achterwege blijven. Wat al te eendimensionaal naar mijn smaak. Het keurig gecultiveerde, ongetwijfeld uitsluitend uit liefhebbers bestaande publiek onthoudt zich tussen de suites van ieder applaus, wat wel de indruk versterkt dat deze stukken bij elkaar horen, maar waardoor de ernstige sfeer alleen maar wordt onderstreept. Iets luchtiger had het toch wel gemogen! Maar de hoofdzaak is dat ons op een uiterst spirituele manier een didactisch parcours wordt voorgeschoteld dat de ware meester hemelsbreed van de gezel, laat staan de leerling onderscheidt. Want dit spel is aan de ene kant zo vertrouwd en aan de andere kant zo verrassend, zo meesterlijk in al zijn gradaties, de ornamentatie bijzonder smaakvol aangebracht die deze muziek met een magische stralenkrans omgeeft. De Franse suites, vol van kleur, deze flonkerende juwelen, zijn nota bene 'oefenstukken' die Bach nog in Köthen componeerde voor zijn tweede vrouw, Anna Magdalena. Wat er zo 'Frans' aan is, zal Bach zelf ook niet hebben bedacht, want die titel werd pas geruime tijd na zijn dood eraan toegevoegd. Schiffs spel is al even indrukwekkend in de Ouverture en het als 'encore' bedoelde Italiaans Concert dat eveneens tot bijna ademloos luisteren dwingt. Het Andante is al een kostbare parel op zich. En de film van Bruno Monsaigneon uit 1992? Die zit duidelijk geraffineerder in elkaar, is inventiever gemaakt, maar mist de sfeer die de Bach-concerten in Leipzig zo uniek maken. Wel kan evengoed met volle teugen worden genoten van Schiffs Bach-spel anno 1992. Niet iets om voor weg te lopen! index |