DVD-recensie

De Audi-Haenchen-Ring - gemaakt voor de dvd!

 

© Paul Korenhof, juni 2006

 

Wagner: Das Rheingold.

John Bröcheler (Wotan), Jürgen Freier (Donner), Albert Bonnema (Froh), Christ Merritt (Loge), Henk Smit (Alberich), Graham Clark (Mime), Peter Mikulas (Fasolt), Carsten Stabell (Fafner), Reinhild Runkel (Fricka), Carola Höhn (Freia), Anne Gjevang (Erda), Gabriele Fontana (Woglinde), Hanna Schaer (Wellgunde), Catherine Keen (Flosshilde), Residentie Orkest.
Dirigent: Hartmut Haenchen.
Regie: Pierre Audi.

Extra: documentaire 'Het smeden van de Ring' van Roeland |Hazendonk.

Opus Arte OA 0946 D (2 dvd's)

Wagner: Die Walküre.

Nadine Secunde (Sieglinde), Jeannine Altmeyer (Brünnhilde), Reinhild Runkel (Fricka), John Keyes (Siegmund), John Bröcheler (Wotan). Kurt Rydl (Hunding) e.a., Nederlands Philharmonisch Orkest.
Dirigent: Hartmut Haenchen.
Regie: Pierre Audi.

Extra: introductie met Michaël Zeeman, Peter-Jan Wagemans en Stefam Mikisch.

Opus Arte OA 0947 D (3 dvd's)


De eerste Nederlandse productie van Der Ring des Nibelungen werd inderdaad de gebeurtenis waarop iedereen gehoopt had. Dat sprak niet voor zich en ik kan me voorstellen dat in het verleden menig plan voor een 'eerste Ring' werd verworpen vanwege de (te) hoog gespannen verwachtingen. Wat dat betreft hebben theaters waar deze cyclus tot het standaardrepertoire behoort het heel wat makkelijker. Er was dan ook een Pierre Audi voor nodig om deze klus te klaren: een regisseur die erin slaagde een volledig origineel concept te creëren, dat enerzijds nieuw en nooit eerder vertoond was, maar anderzijds de essentie van Wagners werk in stand hield door niet modieus te gaan 'interpreteren'. Deze eerste Ring mocht geen controverse oproepen tussen 'oude wagnerianen' en aanhangers van het 'nieuwe muziektheater', en daarin is Audi wonderwel geslaagd. Zijn ruimtelijke aanpak, ondersteund door de suggestieve, bij tijden oogverblindende decors van George Tsypin, fabelachtig mooi belicht door Wolfgang Göbbel, zorgde ook voor een Ring die alleen in Het Muziektheater mogelijk is en ondersteunde daarmee de essentie van Wagners eigen dramaturgie. Het theater met een ware zeggingskracht kan alleen maar bedoeld zijn voor een bepaald publiek op een bepaalde plaats. Een inwisselbare reisproductie die overal vertoond kan worden, wordt al snel tot een puur esthetische ervaring of op zijn minst tot een bevrediging van verwachtingen - artistieke prostitutie dus.

Sinds de première op 4 september 1997 is over Audi's productie van Das Rheingold al uitvoerig bericht, maar het fascinerende is dat de voorstelling na al die tijd (voor mij betekent dat zes voorstellingen en twee tv-uitzendingen) nog steeds blijft boeien, ondanks het feit dat Audi in deze 'vooravond' soms wal al te abstract bezig is met het leggen van een dramatisch fundament. Sommige personages komen nauwelijks uit de verf en het gebeurde me meer dan eens dat ik de zaal uit kwam en me bijvoorbeeld niets meer herinnerde van Fricka, een rol die muzikaal toch zeker niet kleurloos genoemd kan worden, en die ook in het verhaal enkele malen prominent aanwezig is. Het lijkt of Audi zich zo sterk concentreerde op de machtsstrijd rond Wotan, Loge, de Nibelungen en het goud, dat de 'nevengoden' (met uitzondering van Erda) tot marionetten gereduceerd werden. Aan de andere kant moet ik ook zeggen dat het een paar voorstellingen heeft geduurd eer ik me dat realiseerde - zo overweldigend kwam het visuele aspect in de zaal op mij over. Dat overweldigende en ook de technische complexiteit van deze productie valt in de huiskamer duidelijk af te zien aan deze dvd-uitgave, gebaseerd op de NPS-opname van de complete Ring uit 1999. (Een andere kant van de medaille is, dat ik in Het Muziektheater tot twee keer toe een 'Rheingold met pauze' mocht meemaken,  omdat de techniek het liet afweten.)

Die Walküre is een totaal ander verhaal - in een totaal ander decor ook, en zelfs met een andere opstelling. Akoestisch mijns inziens zelfs de beste van de drie, waarbij de plaatsing van het orkest onder de toneeltoren een parallel met de befaamde Bayreuther akoestiek opriep. Audi, normaal een beetje afstandelijk en weinig geneigd zich door emoties in de muziek te laten meevoeren, maakte van de eerste akte een hartstochtelijk geheel en leek ook met de vader-dochter-tragiek in de derde akte goed uit de voeten te kunnen. Toch speelt hij zijn grootste troeven uit in het middendeel, en dan vooral in de confrontatie Fricka-Wotan, die enkele jaren later - met Doris Soffel en Albert Dohmen - zelfs tot nog grotere hoogten zou uitgroeien. Vooral bij John Bröcheler blijf je echter horen dat hij de rol nog niet voor honderd procent 'onder zijn huid' heeft zitten, al doet dat weinig af aan mijn bewondering voor zijn prestaties. Ook de Brünnhilde van Jeannine Altmeyer houdt prima stand, al blijft zij voor mij een 'opgewaardeerde' Sieglinde, in die rol ooit onvergetelijk in de Chéreau-Ring. 

Ook muzikaal blijft deze Ring imponeren, al moet ik daarbij een paar kanttekeningen maken. Op dit punt prefereer ik namelijk de voorstellingen van vorig jaar, toen Hartmut Haenchen, mede doordat hij de hele Ring met 'zijn ' NedPhO kon spelen, een niet alleen gerijpte, maar ook intensere weergave gaf van de partituur dan in 1999, toen hij verschillende orkesten tot zijn beschikking had. Ook de solisten waren vorig jaar op punten beter, en dan denk ik vooral aan de Wotan van Albert Dohmen en de Fricka van Doris Soffel. Geen kwaad woord echter over John Bröcheler en Reinhild Runkel, al gaat de erepalm hier toch naar Chris Merritt (een messcherpe Loge), Graham Clark (de meest gedetailleerde mime die ik ooit gezien heb) en Henk Smit. Vooral Smit verdient een gouden lijstje, omdat hij tegen het einde van zijn toch al grootse carrière hier nog even een Alberich neerzette waarmee hij deze vileine dwerg tot het ware centrum van het drama maakte.

Over de technische verzorging kan ik kort zijn. De kwaliteit waarmee de NPS beeld en geluid vastlegt (of laat vastleggen) staat internationaal op eenzaam niveau en de vrijwel perfecte weergave via de dvd (in normaal stereo en dts) maakt dat ook hier weer eens duidelijk. De beslissing op Die Walküre over drie schijfjes uit te smeren, is meer dan pure luxe. Niet alleen krijgen we nu zonder enige probleem de drie bedrijven moeiteloos op drie afzonderlijke plaatjes te zien, maar het bood ook alle ruimte voor een maximale weergave van beeld en geluid. En wat bij Das Rheingold al opviel, manifesteerde zich nog sterker bij Die Walküre:  nog: nooit eerder had ik zo sterk het gevoel dat een voorstelling bijna voor het beeldscherm gemaakt was! Bij wijze van uitzondering zijn trouwens ook de meegeleverde boekjes met naast enkele foto's gedegen toelichtingen van Hartmut Haenchen de moeite waard.  Eén kleine kanttekening: het doorwerken van de startmenu's, een onontkoombaar euvel bij de dvd, mag wel iets sneller.

De ruimte die op de tweede cd van Das Rheingold overbleef, werd ingeruimd voor de vijftig minuten durende documentaire die Roeland Hazendonk maakte over deze absoluut unieke productie van Der Ring des Nibelungen. Bij Die Walküre vinden we - naast de gebruikelijke synopsis en 'cast galerie' de toelichtingen die de VPRO verzorgde onder leiding van Michaël Zeeman met in deze aflevering als gesprekspartners de pianist en Wagner-specialist Stefan Mikisch en de componist Peter-Jan Wagemans.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links