DVD-recensie

Feest van countertenoren

 

© Paul Korenhof, juli 2014

 

Vinci: Artaserse

Philippe Jaroussky (Artaserse), Franco Fagioli (Arbace), Max Emanuel Cencic (Mandane), Valer Barna-Sabadus (Semira), Yuriy Mynenko (Megabise), Juan Sancho (Artabano), Concerto Köln
Dirigent: Diego Fasolis
Regie: Silviu Purcarete

Erato 46323234 (2 dvd's)

Opname: Nancy, 10 november 2012

 

Wie allergisch is voor countertenoren of voor hoge mannenstemmen in het algemeen, kan deze opname toch maar beter links laten liggen. Met zes solisten van wie er vijf countertenor zijn en de zesde een lichte tenor is deze opera seria van de Zuid-Italiaanse componist Leonardi Vinci (1696-1730) nog net niet de wereldkampioenschappen countertenor, maar het scheelt niet veel. Zoals bij een libretto van Pietro Metastasio betaamt, zingen zij na de sinfonia een lange reeks recitatieven en aria's met een totale lengte van bijna drie uur en een kwartier.
Voor wie van het genre houdt, is het hier echter genieten geblazen, zeker voor wie ook nog in de ondertiteling (It-Fra-Du-Eng) het libretto meeleest, want de teksten van Metastasio bewijzen weer eens dat deze dichter ten onrechte vele jaren onderschat is. Ik weet ook niet wat mij in deze uitvoering het meeste aantrekt: het werk zelf als onderschat muziekdrama, de muziek van Vinci, de van het eerste tot het laatste moment boeiende en uitstekend gerealiseerde enscenering of de muzikale kant van de uitvoering met een alert en vol overgave spelend Concerto Köln onder Diego Fasolis en een keur aan countertenoren.

Om met het laatste te beginnen: wie bij het woord countertenor nog altijd denkt aan de dunne, in de hoogte soms tenenkrommende zangers die enkele decennia geleden de deur voor deze stemsoort hebben opengezet, loopt flink achter. Met alle respect voor de zangers van toen (en wat waren we er toen blij mee!) moet ik toch constateren dat de huidige vertegenwoordigers van die stemsoort veruit superieur zijn aan hun voorgangers. En wie denkt dat fenomenen als Philippe Jaroussky nog steeds witte raven zijn, valt bij deze uitvoering van de ene verbazing in de andere. Jaroussky is ook hier vocaal en technisch uitzonderlijk, maar Franco Fagioli presenteert zich overtuigend en met groot gemak als zijn evenknie. In stem en virtuositeit zijn zij tegen elkaar opgewassen, maar als vertolkers ontlopen zij elkaar evenmin en misschien geef ik Fagioli zelfs de voorkeur als (stem)acteur.
Even geslaagd is de bezetting van de beide vrouwenrollen door de uiterst beweeglijke Max Emanuel Cencic en de als vrouw verrassend overtuigende Valer Barba-Sabadus, in vergelijking met de anderen iets 'weker' van timbre, maar dat past wel prima bij de rol van Semira. Op hetzelfde niveau bewegen zich echter ook Yuriy Mynenko als de intrigant Megabise en de kernachtige tenor Juan Sanchez als de op macht beluste Artabano.

Dat in deze uitvoering ook de beide vrouwenrollen, Serse's dochter Mandane en Artabano's dochter Semira, door countertenoren (indertijd castraten) gezongen worden, mag de moderne operaliefhebber vreemd voorkomen, maar anders dan de moderne mens was de 18de-eeuwse theaterbezoeker gewend zijn fantasie de vrije loop te laten. Als iemand op het toneel een vrouw 'speelde', 'was' het voor hem ook een vrouw en mutatis mutandis gold hetzelfde als een vrouw in mannenkleren het toneel betrad. Toneel is nu eenmaal geen realiteit. Het belangrijkste was dat alle solisten de rollen zongen die hen muzikaal het beste lagen en het kwam dus regelmatig voor dat een castraat een vrouwenrol zong en dat zijn 'tegenspeler' een sopraan in mannenkleding was.

De levendige en vindingrijke regie van Silviu Purcarete in kleurrijke toneelbeelden van Helmut Stürmer is een aangename mix van modern met de historische fantasiebeelden waar deze opera om vraagt, met niet alleen verwijzingen naar die andere Leonardo (da) Vinci, maar ook naar de toenmalige theaterpraktijk met perspectivische barokdecors. Wat mij echter vooral enthousiast maakt over deze uitgave, is het feit dat het totaal hier nog zoveel beter is dan de som van de afzonderlijke delen. Of dat vooral ligt aan dirigent Diego Fasolis of aan regisseur Silviu Purcarete, maakt weinig uit. Het resultaat telt en dat kan ik niet anders omschrijven als de beste en meest meeslepende opname van een barokopera die ik in lange tijd in mijn dvd-speler heb gehad. Daarbij staat bovendien constant het werk centraal, niet een regisseur die even de hele zaak omgooit om zijn eigen verhaal te vertellen en ook niet een stersolist die al dan niet met de nodige maniertjes (vult u zelf de namen maar in) de show staat te stelen. Hier is sprake van ensemblewerk in optima forma en dan blijkt ook een barokopera opeens ontzettend spannend.

Het geheel werd in de Opéra National de Lorraine met veel sfeer vastgelegd, dus er is geen enkele reden om deze verrukkelijke uitgave te negeren. Hooguit kan men zich weer verbazen over het summiere dvd-boekje met behalve de medewerkenden en enkele foto's alleen de bij deze opera hoogst noodzakelijke synopsis als een brij van kleine witte lettertjes op de glimmend zwarte ondergrond.

Van een trackindeling is wederom geen sprake, maar wie het boekje bij de op Virgin verschenen cd-versie bij de hand heeft, kan aan de hand daarvan zijn weg wel een beetje vinden. Bij zo'n lange opera is het zonder trackindeling soms namelijk lastig na te gaan waar we ergens zitten in het verhaal - en als er dan ook nog vijf countertenoren rondlopen, maakt dat het niet makkelijker. Natuurlijk is de tracklijst na te lezen in een submenu, maar omdat zoiets lastig is tijdens het draaien van de dvd, heb ik hieronder de lijst uit het cd-boekje maar overgenomen. De nummers lopen niet helemaal parallel, maar even op de eerste woorden letten en u weet waar u bent en wie er zingt.

ATTO PRIMO
1 - Allegro Sinfonia I
2 - Grave Sinfonia II
3 - Minuetto Sinfonia Iii
4 - Scena I: Addio. Sentimi Arbace (Arbace, Mandane)
5 - Scena I: Conservati fedele (Mandane)
6 - Scena II: Figlio, Arbace. Signor (Artabano, Arbace)
7 - Scena II: Fra cento affani (Arbace)
8 - Scena IIII: Coraggio O Miei Pensieri (Artabano, Artserse)
9 - Scena IIII: Su Le Sponde Del Torbido Lete (Artabano)
10 - Scena IV+V: Qual vittima si svena! (Artaserse, Megabise) - Dove, principe, dove? (Semira, Artaserse)
11 - Scena IV+V: Per pietà, bell'idol mio (Artaserse)
12 - Scena VI: Gran cose io temo (Semira, Megabise)
13 - Scena VI: Sogna il guerrier le schiere (Megabise)
14 - Scena VII: Voi Della Persia (Semira)
15 - Scena VII: Bramar Di Perdere Troppo Affetto (Semira)
16 - Scena VIII+IX: Ah Mandane... Artserse (Artaserse, Mandane) - Signore. Amico. Lo Di Te Cerco (Artaserse)
17 - Scena Xa,b,c: Artaserse, respira (Semira, Artaserse, Mandane, Artabano)
18 - Scena XI: Arbace è il reo (Megabise, Artasrse, Semira, Arbace, Artabano)
19 - Scena XI: Deh respirar lasciatemi (Artaserse)
20 - Scena XII: E Innocente Dovrai Tanti Oltraggi Soffrir (Arbace, Megabise, Semira, Mandane, Artabano)
21 - Scena XII: Non Ti Son Padre (Artabano)
22 - Scena XIII: Ma Per Qual Fallo Mai (Arbace)
23 - Scena XIII: Torna Innocente E Poi (Semira)
24 - Scena XIV: Mio Ben Mia Vita... (Arbace, Mandane)
25 - Scena XIV: Dimmi Che Un Empio Sei (Madane)
26 - Scena XIV: No Che Non Ha La Sorte (Arbace)
27 - Scena XIV: Vo Solcando Un Mar Crudel (Arbace)

ATTO SECONDO
1 - Scena I: Dal carcere o custodi (Artaserse, Artabano)
2 - Scena I: Rendimi il caro amico (Artaserse)
3 - Scena II: Son quasi in porto (Artabano, Arbace)
4 -  Scena II: Mi scacci sdegnato! (Arbace)
5 -  Scena III+IV: I Tuoi Deboli Affetti (Artabano, Megabise) - Figlia, E Questi Il Tuo Sposo (Artaserse
6 -  Scena III+IV: Amalo E Se Al Tuo Aguardo (Artabano)
7 -  Scena V: Ascolta o Megabise (Semira, Megabise)
8 -  Scena V: Non temer ch'lo mai ti dica (Megabise)
9 -  Scena VI: Qual serie di sventure (Semira, Mandane)
10 - Scena VI: Se d'un amor tiranno (Mandane)
11 -  Scena VII: A Qual Di Tanti Mali (Semira)
12 -  Scena VII: Se Del Fiume Altera L'onda (Semira)
13 -  Scena VIII-X: Mio Re, Chiedono A Gara (Megabise, Artaserse) - Artaserse Pieta (Semira, Mandandane)
14 -  Scena XI: Tanto odio alla Persia (Arbace, Artaserse, Artabano, Mandane)
15 -  Scena XI: Per quel paterno amplesso (Arbace)
16 -  Scena XII: A Prezzo Del Mio Sangue (Artabano, Mandane)
17 -  Scena XII: Va Tra Le Selve Ircane (Mandane)
18 -  Scena XIII: Quanto, Amata Semira (Artaserse, Semira)
19 -  Scena XIII: Per Quell'affetto (Semira)
20 -  Scena XIV: Dell'ingrata Semira (Artaserse, Artabano)
21 -  Scena XIV: Non Conosco In Tal Momento (Artaserse)
22 -  Scena XV: Son pur solo una volta (Artabano)
23 -  Scena XV: Così stupisce e cade (Artabano)

ATTO TERZO
1 - Scena I: Perché tarda è mai la morte (Arbace)
2 - Scena I: Arbace. Oh dei, che miro! (Artaserse, Arbace)
3 - Scena I: L'onda dal mar divisa (Arbace)
4 - Scena II: Quella fronte sicura e quel sembiante (Artaserse)
5 - Scena II: Nuvoletta opposta al sole (Artaserse)
6 - Scena III: Figlio, Arbace, Ove Sei? (Artabano, Megabise)
7 - Scena III: Ardito Ti Renda (Megabise)
8 - Scena IV: Trovaste, avversi dei (Artabano)
9 - Scena IV: Figlio se più non vivi (Artabano)
10 - Scena V: Alfin portai consolarti Mandane (Semira, Mandane)
11 - Scena V: Mi credi spietata? (Mandane)
12 - Scena VI: Forsennata, che feci! (Semira)
13 - Scena VI: Non è ver che sia contento (Semira)
14 - Scena VII: Né Pur Qui La Ritrovo (Arbace, Mandane)
15 - Scena VII: Tu Vuoi Ch'io Viva O Cara (Arbace, Mandane)
16 - Scena VIII: A Voi Popoli Io M'offro (Artaserse, Artabano)
17 - Scena VIII: Lucido Dio Per Cui L'april Fiorisce (Artaserse)
18 - Scena IX+X: Al riparo signor (Semira, Artaserse, Artabano) - Ferma o germano (Mandance, Artaserse)
19 - Scena ultima a: Ecco Arbace, o monarca, a' piedi tuoi (Arbace, Artaserse, Mandane, Artabano)
20 - Scena ultima a: Lucido dio per cui l'april fiorisce (Arbace, Artabano)
21 - Scena ultima b: Ferma; è veleno (Artabano, Artaserse, Arbace, Mandane, Semira)
22 - Scena ultima b: Giusto re, la Persia adora (Coro)


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links