|

DVD-recensie
La traviata met andere ogen
© Paul Korenhof, november 2016
|
Verdi: La traviata
Olga Peretyatko (Violetta Valéry), Atalla Ayan (Alfredo Germont), Simone Piazzola (Giorgio Germont), Emiliano Gonzalez Toro (Gastone de Létorières), Tom Fox (Baron Douphol), Christina Daletska (Flora Bervoix), Konstantin Wolff (Marchese d'Obigny), Walter Fink (Dottore Grenvil), Deniz uzun (Annina) e.a.
Balthasar-Neumann-Ensemble
Dirigent: Pablo Heras-Casado
Regie: Rolando Villazón
C-Mayor 733804 (Blu-ray)
Opname: Baden-Baden, mei 2015
|
|
 |
Sinds het vocaal niet allemaal meer loopt zoals verwacht was, is Rolando Villazón zich ook op het regisseren gaan toeleggen en na een speelse maar niet helemaal geslaagde L'elisir d'amore presenteerde de Mexicaanse tenor vorig jaar in Baden-Baden een eigen visie op La traviata . Een opera situeren in een circuswereld is natuurlijk niet nieuw (Robert Carson deed dat nog niet zo lang geleden in Aix-en-Provence met Rigoletto ) en het verhaal weergeven als de flashback van een stervende evenmin. Sinds de film van Franco Zeffirelli uit 1982 is dat ook door diverse andere regisseurs gedaan - en daarvóór wellicht ook al.
De combinatie van beide uitgangspunten is mogelijk wel nieuw en zo niet, dan heeft Villazón er toch een ingenieuze draai aan gegeven door de Violetta behalve door de een donkerharige zangeres ook te laten uitbeelden door een lichtblonde circusartieste. Juist het feit dat wij Alfredo regelmatig zijn scènes met de laatste zien spelen versterkt meer dan eens het navrante droom-effect en daarbij moet gezegd dat zowel de kleurige decors van Johannes Leiacker als de dito kostuums van Thibault Vancraenenbroeck de sfeer van het geheel mooi versterken.
Een probleem is echter dat regisseren nog wel iets meer is dan leuke ideeën hebben en dat een naar het choreografische neigende beweging niet hetzelfde is als regie, zeker niet bij een psychologisch drama als La traviata. Het begint in de eerste akte heel veelbelovend, boeiend en zelfs intrigerend, maar daarna blijkt de voorstelling meer dan eens een lege huls, zeker in de twee taferelen van het tweede bedrijf.
Een scène als die in het eerste bedrijf waarin Alfredo zijn liefde verklaart aan de 'dubbel' op haar circusschommel werkt goed als we die scène willen zien als herinnering en door de ogen van Violetta, maar voor het duet met Giorgio Germont laat Villazón dat idee opeens los. Daar zien we geen 'actieve dubbel', maar zingt Violetta het duet met iemand die meer lijkt op de geest van Hamlet's vader of het standbeeld van de Commendatore dan op de burgerlijke maar emotioneel zeker niet versteende vader van Alfredo. Ook dat moet een projectie van Violetta zijn, maar ook hier blijft het allemaal aan de oppervlakte en ik kreeg niet het gevoel dat beide personages psychologisch werden uitgediept.
Problemen
Dat personale Violetta-perspectief is niet van toepassing op de eerste en derde scène van het tweede tafereel, waar Violetta's 'dubbel' hier (noodzakelijk) een projectie wordt vanuit Alfredo's perspectief, en helemaal mis gaat het in de vierde scène waar Alfredo kennelijk een ontmoeting heeft met de geest van zijn vader. Ook het derde tafereel levert natuurlijk een probleem op. Daar wordt Villazón's circus een soort sm-cabaret tijdens het Venetiaanse carnaval waarin meteen al een geboeide en gemaskerde Alfredo aan de handeling wordt toegevoegd, louter omdat íemand die scène toch in zijn gedachten moet kunnen 'zien'.
Pas bij het begin van het derde bedrijf, als Violetta de hereniging met Alfredo als in een droom beleeft, keert de regie terug naar het uitgangspunt en komt het drama weer van de grond. Desondanks heb ik steeds opnieuw geboeid zitten kijken, vooral naar het eerste en derde bedrijf. Ook bij een minder geslaagde regie op het punt van karaktertekening leveren uitgangspunt en vormgeving in combinatie met zang en spel van de beide hoofdrolsolisten zo'n boeiend resultaat op dat ik mij uiteindelijk toch gewonnen moet geven.
Muziek en drama
Het geheel had wellicht toch een overtuigender resultaat opgeleverd als Villazón had kunnen samenwerken met een dirigent die in het operavak gepokt en gemazeld was, en die zowel hem als de zangers aan de hand van de partituur had kunnen opstuwen. Dat heeft niet zo mogen zijn. Pablo Heras-Casado wordt terecht gezien als een veelbelovende nieuwe ster aan de dirigentenhemel maar als operadirigent is hij een onbeschreven blad. Wel heeft hij al enkele producties gedirigeerd, muzikaal met even fraaie resultaten als we hier horen, maar zijn directie komt nog puur vanuit de partituur en niet vanuit het drama.
Daarmee miskent Heras-Casado de bedoeling van Verdi die een muziekdrama schreef waarbij de muziek niet alleen in dienst stond van het drama, maar zich daaraan ook moet aanpassen. Dat gebeurt hier nauwelijks of niet. Een klein voorbeeld: als twee mensen afscheid nemen met een 'addio' waarbij het orkest hen even 'vrij' laat, is het beslist niet de bedoeling dat de drie noten van beider 'addio' allebei de keren keurig de afgemeten lengte krijgen die zij op papier hebben, zeker niet na een eerste aarzelend liefdesduet! Nu lijkt het op het ongecompliceerde 'doei' van twee schoolvriendinnen bij het naar huis gaan. Muzikaal komt deze uitvoering van begin tot eind heel mooi en verzorgd over, maar het drama komt er niet uit, laat staan dat de dirigent daaraan iets weet toe te voegen.
Olga Peretyatko
Violetta is door diverse sopraantypes gezongen, van lichte coloratuursopranen die moeiteloos door de eerste akte zwierden maar daarna iets tekort kwamen, tot stevige Verdi-sopranen die juist in het eerste tafereel niet ideaal bleken, maar zich in de bedrijven daarna steeds beter thuis voelden. Olga Peretyatko behoort min of meer tot de eerste categorie: een lyrische coloratuursopraan die vooral naam maakte met muziek van Rossini, maar die uiteindelijk beter paste bij enkele meer romantische personages van Bellini en Donizetti.
Hier zingt Peretyatko een prachtige eerste akte waarin zowel de aanvankelijke luchthartigheid als de omwenteling naar het serieuzere uitstekend getroffen zijn. Wel blijft het allemaal een beetje aan de oppervlakte, maar pas in het met uiteenlopende emoties beladen duet met Germont en het aangrijpende afscheid van Alfredo in het tweede bedrijf doet zich voelen hoezeer regisseur en dirigent haar in feite in de kou laten staan. In het laatste bedrijf weet zij dat weer heel knap bij te trekken. 'Addio del passato' klinkt aan het slot ietwat schril en wankel, maar de sterfscène zelf geeft zij vocaal uiterst delicaat gestalte.*)
Alfredo blijft een tenorpartij met weinig karakter en veel mooie muziek die ook fraai gezongen moet worden, en op dat punt blijkt Atalla Ayan hier helemaal op zijn plaats. Deze jonge Braziliaanse tenor debuteerde in 2007 en doen mij denken aan de jonge Ramón Vargas, die in zijn beginjaren overigens nog iets lichter van timbre was. Voorzover hij zijn rol als karakter kan invullen, doet hij dat met de juiste hoeveelheid hartstocht en lyriek, maar vooral met een aangenaam timbre en een uitstekende vertolking. (Het zou mij niet verbazen als hij van alle solisten degene was die de meeste steun kreeg van Villazón.)
Aangenaam om naar te luisteren was ook de Giorgio Germont van Simone Piazzola, een welluidende - lyrische - Italiaanse Verdi-bariton met een sympathiek timbre en een mooie hoogte. Zijn interpretatie blijft echter aan de monotone kant en weer moest ik mij afvragen in hoeverre dat te wijten was aan het in dit vak onervaren team van regisseur en dirigent. De kleinere rollen zijn zonder uitzondering naar behoren bezet en hun vertolkingen wekken de indruk dat zij met plezier aan deze productie hebben meegewerkt. Rolando Villazón kennende verbaast mij dat niet. Ik hoop alleen wel dat hij zich bij een volgende regie laat assisteren door een 'echte' regisseur. Zijn ideeën verdienen een beter eindresultaat. Ook technisch is op de uitgave niets aan te merken, noch op de geluidsporen, noch op de cameraregie die duidelijk tot stand kwam met veel aandacht voor de details in deze enscenering.
___________________
*) Het Opernhaus Zürich, al decennia een van de interessantste Europese operatheaters, geeft onder de naam MAG ook het met afstand interessantste 'huismagazine' uit, met goede artikelen en weinig oppervlakkige pr-blurb 'om een groot publiek te bereiken'. In de uitgave van november 2016 las ik n.a.v. de première van een nieuwe productie van Die Entführung aus dem Serail onder meer een zeer lezenswaardig interview met deze Russische sopraan.
|
|