DVD-recensie

Verdi's Requiem onder Domingo en Karajan

(... en soms was het vroeger echt beter...)

 

© Paul Korenhof, november 2007

 

 

Verdi: Messa da requiem.

Cristina Gallardo-Domás (sopraan), Fredrike Brillembourg (mezzosopraan), Marco Berti (tenor), Ildar Abdrazakov (bas), EuropaChorAkademie, Youth Orchestra of the Americas o.l.v. Plácido Domingo

GLOR 162207

Opname: 6 augustus 2006 - met documentaires

 

 

 

Verdi: Messa da requiem.

Leontyne Price (sopraan), Fiorenza Cossotto (mezzosopraan), Luciano Pavarotti (tenor), Nikolai Ghiaurov (bas), koor en orkest van het Teatro alla Scala o.l.v. Herbert von Karajan

DG 073 4055

Opname januari 1967

 

 


Hoe uniek Pavarotti was, is ons de afgelopen weken zelfs door de ergste pulpbladen duidelijk gemaakt, maar toch: als zanger was hij absoluut uniek, zoals Caruso, Battistini, Melba, Sjaljapine en Schipa dat vóór hem zijn geweest. Dat hij artistiek op hetzelfde niveau stond, zal niemand mij horen zeggen, en op dat punt moet hij eveneens zijn meerdere erkennen in zijn eeuwige collega en rivaal Plácido Domingo. De laatste zei mij ooit over deze rivaliteit alleen maar 'Ik voeg nog ieder jaar één rol aan mijn repertoire toe!' en daarmee was alles gezegd. Of toch niet alles, want Domingo is ook geen onverdienstelijk dirigent en leidt daarnaast de Opera van Washington en (in ieder geval op papier) nog diverse andere opera- en kunstinstellingen. In hoeverre hij zich daar ook actief mee kan bezighouden, blijft de vraag, maar het tekent de plaats die hij in het huidige muziekleven inneemt.

De vraag blijft natuurlijk hoe 'goed' Domingo is in alles wat hij verder doet. Heeft hij op andere terreinen even grote kwaliteiten als in de operazang, of teert hij daar toch in meerdere of mindere mate op zijn naam en zijn positie? De vraag stellen is hem beantwoorden en ik moet eerlijk zeggen dat ik van zijn dirigeerkunst tot nu toe niet echt onder de indruk ben geweest. Het was degelijk handwerk en iedereen volgde hem braaf (als zanger moet je wel bij een dirigent met zoveel invloed...), maar een Gurre-Lieder of zelfs een Damnation met het KCO zie ik hem toch nog niet doen. Claus Peter Flor zei me ooit dat een basisfout van een aankomende dirigent is om met allebei zijn handen hetzelfde te doen: je laat dan de helft van je mogelijkheden onbenut. En de enige keer dat ik - in een Münchner hotellobby - een paar woorden kon wisselen met Carlos Kleiber, vroeg ik hem waaraan je een middelmatige dirigent kon herkennen. Zijn antwoord: "Ze beginnen wel keurig tegelijk, maar ze houden niet  bij iedere noot precies tegelijk op!" (en weg was Kleiber - de lift in).

Deze en talloze andere gedachten gingen door mij heen toen ik keek en luisterde naar een dvd met het Requiem van Verdi, dat Domingo met meerdere idealistische doelen voor ogen op 6 augustus 2006 in de Philharmonie am Gasteig in München dirigeerde. De uitvoerenden waren een gerenommeerde sopraan, drie andere, redelijk jonge solisten en tweehonderd musici van velerlei nationaliteiten, verenigd in de EuropaChorAkademie en het Youth Orchestra of the Americas. Een lovenswaardig project dus waarvan de baten ten goede kwamen aan een goed doel, de Schattenkinder onder beschermvrouwschap van Maja Synke, Prinses van Hohenzollern.

Als criticus durf je dan al bijna geen negatief woord meer te laten vallen, maar helaas, vier goede tot uitstekende solisten, een enthousiast koor, een voortreffelijk orkest en een bezielde dirigent maken nog geen Verdi-Requiem. Zeker niet als die dirigent zelf zanger is en precies doet wat een dirigent in dit werk niet moet doen: de zangers hun eigen partij laten opbouwen. Het samenspel van sopraan en mezzosopraan tijdens het 'Agnus Dei' in de opname van Toscanini blijft op dit punt mijn schoolvoorbeeld, maar de manier waarop Giulini met zijn kwartet het 'Kyrie' of het 'Lacrymosa' wist op te bouwen, blijft daarbij niet ver achter. En daartoe blijkt Domingo niet in staat. Jammer, want zeker met een zinderende sopraan als Cristina Galliardo-Domás en bijzonder veelbelovende jonge solisten als Fredrika Brillembourg en Ildar Abdrazakov was veel meer te bereiken. Met een zeer adequate tenor als Marco Berti evenmin. Maar je moet het er als dirigent wel uit kunnen halen...

Aansluitend draaide ik de dvd met de film die Karajan in 1967 maakte met het Scala-ensemble (het schijnt de eerste door hemzelf geproduceerde kleurenfilm te zijn) met drie solisten die op dat moment op het toppunt van hun roem stonden en een nog redelijk onbekende Pavarotti. Het is alsof je in een totaal andere wereld belandt. Ten dele is dat ook zo (keurig stereo, niks 5.1 - en koorleden die eruitzien alsof we bij een EO-concert verzeild zijn), maar wat er gebeurt is van een totaal andere orde. Niet alleen omdat koor, orkest en solisten allemaal een trapje hoger staan. Doorslaggevend is de inbreng van Karajan, die bijvoorbeeld tijdens het 'Ingemisco' zijn stokje heeft neergelegd om een nog tamelijk onzekere met fluwelen hand te kneden en door de muziek heen te leiden. Ik heb er gefascineerd naar zitten kijken, maar ik heb nog meer gefascineerd geluisterd. Dit is de Pavarotti die ik in de jaren daarvoor enkele malen in Nederland gehoord heb, en die voor ons toen de grote hoop aan de tenorenhemel was - en dat gelukkig ook tot in de jaren tachtig gebleven is. Een begenadigd zanger!

Wat kan ik meer over deze uitvoering zeggen? Leontyne Price zette in de jaren zestig de hele operawereld in vuur en vlam (en Karajan ook...), Fiorenza Cossotto was zo ongeveer ieders eerste keuze voor het Verdi-repertoire en hoewel Nikolai Ghiaurov in présence een fractie bij Boris Christoff achterbleef, streefde hij zijn landgenoot voorbij door een betere beheersing van legato en mezza voce. Voeg daarbij dat het ensemble van de Scala onder Karajans leiding was uitgegroeid tot een van de beste van Europa, en de conclusie ligt voor de hand. Het enige wat dat nog nodig is voor een onvergetelijk Verdi-Requiem, is 'italianitŕ' - en dat horen we hier in overvloed. Visueel is het verder weinig opwindend, maar dat hoeft ook niet. Dit is een brokje muziekgeschiedenis dat alleen maar doet betreuren dat de tijd zo hard gaat. Deze opname van Verdi's Messa da requiem krijgt bij mij een plaats naast die van Giulini met het BBC-ensemble, maar daarnaast blijft een lege plek. De plek van de onvervulde dromen: als Carlos Kleiber ooit...


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links