DVD-recensie

Eerbetoon aan een overleden maestro

 

© Paul Korenhof, november 2005

 

Verdi: Messa da requiem - Quattro pezzi sacri.

Ilva Ligabue (sopraan), Grace Bumbry (mezzosopraan), Sándor Kónya (tenor), Raffaele Arié (bas), Philharmonia Orchestra & Chorus o.l.v. Carlo Maria Giulini.

EMI DVB 3102049

 

 

 


Ook altijd al zo'n dubbel gevoel gehad over het befaamde Verdi-Requiem onder Carlo Maria Giulini op EMI? Aan de ene kant een dirigent die het werk tot een superieure eenheid smeedde zonder dat ook maar één 'dramatisch effect' overtrokken werd, en die zelfs in de opnamentudio een intensiteit wist te bereiken die na veertig jaar nog niets aan kracht heeft ingeboet. Aan de andere kant een solistenteam dat voor driekwart bestond uit EMI-coryfeeën die in stijl en stemkarakter niet pasten bij het muzikale karakter van de compositie. Natuurlijk, het kan niet genoeg benadrukt worden: Verdi's muziek is geen operamuziek en de Messa da requiem is beslist niet 'Verdi's beste opera', maar het is wel het werk van een Italiaanse operacomponist die zijn eigen karakter niet kon en wilde verloochenen. Het is dus de kunst om een uitvoering op te bouwen vanuit het karakter van de negentiende-eeuwse Italiaanse muziek en dat kan niet met zangers die lijken weggelopen uit Mozarts Don Giovanni of Strauss' Capriccio.

Gedurende zijn carričre heeft Giulini het werk gelukkig ook talloze malen in de concertzaal gedirigeerd en verschillende van die uitvoeringen zijn gelukkig bewaard gebleven. Een registratie van een uitvoering in het Holland Festival lijkt niet te bestaan, maar wel kennen we bijvoorbeeld de opname die de BBC op 5 augustus 1963 in Londen maakte met Amy Shuard, Anna Reynolds, Richard Lewis, David Ward en het Philharmonia Orchestra & Chorus. Aan die laatste uitvoering, die kort na de EMI-opname plaatsvond, werkten ook geen echte 'Italianen' mee, maar wel een paar solisten die in ieder geval  beter in het Italiaanse repertoire op hun plaats waren dan met name Schwarzkopf en Gedda. Sinds de BBC de banden enkele jaren geleden op de cd liet overbrengen, gaven kenners dan ook vrijwel unaniem de voorkeur aan die uitgave boven de officiële EMI-versie.

EMI heeft nu echter revanche genomen met de televisieregistratie van een concert op 26 april 1964 in de Royal Festival Hall met wederom het Philharmonia Orchestra & Chorus. De beelden, zwart-wit en lang niet zo professioneel geregisseerd als we tegenwoordig gewend zijn (op een gegeven moment wordt zelfs even de verkeerde zangeres in beeld gehaald) bieden een ontroerend kader met een Giulini die zo volkomen in de muziek opgaat als alleen hij dat maar kon. Ieder gebaar straalt muzikaliteit en dienstbaarheid uit, ieder woord zingt hij mee, maar verder cijfert hij zichzelf volledig weg, ook bij het slotapplaus als hij zich achter de solisten verstopt wanneer hij in de gaten krijgt dat het orkest hem alle eer wil gunnen. Weldadig afwezig zijn ook de theatrale waaraan de huidige dirigentengeneratie zich keer op keer bezondigt, zoals het overdonderend inzetten van het Dies irae voordat het Kyrie zelfs is uitgeklonken, of het verspreid opstellen van het koper, alsof de rijpe en evenwichtige Verdi zich ooit zou bezondigen aan het romantische effectwerk van de mentaal veel minder gezonde Berlioz!

De solisten bij deze televisieregistratie vormen een team uit duizenden. Ilva Ligabue, vaak onderschat maar een van Giulini's favoriete sopranen (wij hoorden haar onder zijn leiding in Falstaff en Don Giovanni), is de ideale vertolkster van de sopraanpartij, met de juiste mengeling van lyriek en dramatiek plus een absolute verstaanbaarheid. Grace Bumbry is ook moeilijk te evenaren en hoewel Sándor Kónya bij ons vooral bekend werd in het Duitse repertoire, demonstreert hij hier dat hij in steden als Wenen en New York terecht als een Verdi- en Puccini-tenor bij uitstek werd beschouwd. Een hoofdstuk apart is Rafaele Arié: echt een bas van de oude stempel die met theatrale gebaren zijn muziekboek gesloten houdt ('ik ken mijn rol!'), maar die wel even een baspartij neerzet die staat als een huis. Als toegift horen en zien we de rijzige maestro in de Quattro pezzi sacri, die de BBC op 3 maart 1968 met het Philharmonia Orchestra & Chorus opnam in de Fairfield Hall te Croydon. De beelden zijn iets scherper en contrastrijker, en door het ontbreken van een solistenteam is de camera nog meer geconcentreerd op de ingetogen expressiviteit van Giulini. Een document dat geen liefhebber zich mag laten ontgaan!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links