DVD-recensie

Macbeth vermenselijkt

 

© Paul Korenhof, november 2018

 

Verdi: Macbeth
Roberto Frontali (Macbeth), Marko Mimica (Banco), Anna Pirozzi (Lady Macbeth), Federica Alfano (Dama), Vincenzo Costanzo (Macduff), Manuel Pierattelli (Malcolm), Nicolò Ceriani (Medico)
Teatro Massimo di Palermo
Dirigent: Gabriele Ferro
Regie: Emma Dante
Naxos 2.110578
Opname: Palermo, 26-29 januari 2017

 

Deze Siciliaanse productie, ontstaan in samenwerking met het Teatro Regio in Turijn en het Festival van Macerata, en te zien tijdens het Edinburgh Festival, had vooral aantrekkelijk moeten zijn door de titel van Luca Salsi, wellicht Italië's beste Verdi-bariton van dit moment, en door de opkomende ster Anna Pirozzi.

Het heeft niet zo mogen zijn, vooral doordat Salsi het moest laten afweten. Bij de première werd hij vervangen door Giuseppe Altornare en bij de tv-registratie door Roberto Frontali, hier hoorbaar over zijn hoogtepunt heen. In de loop der jaren is zijn timbre wolliger geworden, zelfs wat groezelig, en de kernmomenten, het duet in I en zijn aria in IV, missen kern en autoriteit. Waar aarzeling en vertwijfeling overheersen (de banketscène in II en de scènes met de heksen), is hij meer op zijn plaats en dat suggereert ook een tendens in de regie om het echtpaar Macbeth menselijker te maken dan anders. Het meest overtuigde Frontali mij in zijn ingelaste sterfscène, maar hoe het ook zij, tot een Verdi-vertolking die in de herinnering blijft hangen, komt hij niet.

De sopraan Anna Pirozzi trok in 2013 in Salzburg de aandacht als Abigaille in Nabucco, een rol die sindsdien als haar visitekaartje geldt. Op basis van wat ik tot nu toe gehoord heb, zie ik in haar echter meer een lirico-spinto dan een volbloed dramatische sopraan, hoewel zij tijdens een concertante Nabucco in het Parijse Théâtre des Champs-Élysées op 9 november een heel eind in de goede richting kwam. Ook toen leek lyriek echter meer bij haar stem te passen dan dramatische extremen, en eveneens lag haar kracht eerder in een fluwelig pianissimo dan in een geladen fortissimo. Haar aria en het duet met Nabucco wezen echter op een sopraan van grote klasse.

Die klasse hoor ik hier nog niet helemaal, maar waarschijnlijk heeft dat net alleen met de rol maar ook met de regie-opvatting te maken. Lady Macbeth moet in haar optreden een combinatie zijn van vuur in haar handelen en ijs in haar reacties, maar Pirozzi klinkt als een aardige buurvrouw die hooguit soms wat buien heeft, en dat lijkt een uitvloeisel van de benadereing door regisseuse Emma Dante. Het begint al met een briefscène die hier is veranderd in een ontmoeting met Macbeth, waarbij hij haar vertelt wat Shakespeare en Verdi haar niet zonder reden wilden laten voorlezen. Die ingreep leidt ertoe dat zij haar eerste aria ook tegen haar echtgenoot moet zingen, waardoor haar emotionaliteit minder naar een extravert hoogtepunt stijgt.

Het is of de regisseuse ons daarna vooral wil overtuigen van de wel degelijk aanwezige vrouwelijke of moederlijke zachtheid van Lady Macbeth (bij Shakespeare lezen wij ook dat zij ten minste één kind heeft gebaard en gezoogd), culminerend in een slaapwandelscène die juist een scène van slapeloosheid is. Tijdens het voorspel zien wij haar van het ene bed naar het andere dwalen, wat erop duidt dat haar geweten haar juist belet te slapen. Met merendeels fraai gezongen noten en weer een fraai p-pp wordt zij een zelfs protagoniste met wie je medelijden zou krijgen en dat kan toch nooit Verdi's bedoeling zijn geweest.

Verder horen we een redelijk sonore Banco van de bas Marko Mimica, momenteel Basilio bij DNO, en een wat provinciaalse Macduff van de tenor Vincenzo Costanzo. Het had allemaal wel opwindender kunnen klinken als dirigent Gabriele Ferro voor meer vuurwerk had gezorgd. Nu komt het orkestspel bij bedaagde tempi wat mat over, terwijl Ferro af en toe kennelijk ook graag een beetje op een noot blijft hangen.

Die muzikale aanpak past bij de enscenering regie van Emma Dante die - zoals ik hierboven al liet doorschemeren - de bloeddorst en de heerszucht van het mevrouw Macbeth kennelijk wilde vermenselijken en daarbij ook haar echtgenoot minder scherpe kantjes gaf. Die lijn wordt doorgetrokken naar de heksen in een opening die eveneens mat en kleurloos overkomt , beginnend met een tam balletje van ongedefinieerde dansers, gevolgd door een in grijsgrauw gekleed koortje dat meer wegheeft van Siciliaanse huisvrouwen dan van Schotse heksen.

Onesthetisch is het toneelbeeld overigens niet en afgezien van de tekening van vooral Lady Macbeth wordt de partituur volledig recht gedaan. Heel effectief is zelfs de oplossing voor de banketscène met de verschijning van Banco's geest, hier zonder enige suggestie van bovennatuurlijke nonsens. Ook de plaatsing van de arts en de hofdame in zijloges tijdens de slaapwandelscène werkt effectief, zeker op de beeldbuis.

Dat het beeld zelf bij dat alles wat grauw overkomt, past bij deze enscenering. Jammer dat de akoestiek van het Teatro Massimo hier eveneens een ietwat mat klankbeeld oproept en dat de overgang van de eerste naar de tweede laag resulteert in een lelijke onderbreking van de tweede finale.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links