DVD-recensie

Ideale Zdenka schittert in fraaie Arabella

 

© Paul Korenhof, december 2014

 

R. Strauss: Arabella

Renée Fleming (Arabella), Thomas Hampson (Mandryka), Albert Dohmen (Graf Waldner), Gabriela Benacková (Gräfin Adelaide), Hanna-Elisabeth Müller (Zdenka), Daniel Behle (Matteo), Benjamin Bruns (Graf Elemer), Derek Welton (Graf Dominik), Steven Humes (Graf Lamoral), Daniela Fally (Fiakermilli), Jane Henschel (Eine Kartenaufschlägerin), Werner Harke (Welko), Rafael Harnisch (Ein Zimmerkellner) e.a., Sächsischer Staatsopernchor, Dresden, Staatskapelle Dresden
Dirigent: Christian Thielemann
Regie: Florentine Klepper
Decors: Martina Segna
Kostuums: Anna Sofie Tuma

C Major 717304 (Blu-ray)

Opname: Salzburg, 10-21 april 2014

 

De verplaatsing van de handeling lijkt tegenwoordig meer regel dan uitzondering, maar eerlijk is eerlijk: visueel past vooral het tweede bedrijf van Arabella uitstekend in het mondaine Wenen uit de tijd van de Sezession. Het probleem is alleen dat Hofmannsthal de handeling bewust plaatste vóór de vrouwenemancipatie. Arabella is op en top een jonge vrouw uit het midden van de 19de eeuw en emancipatie lijkt aan haar nog niet besteed. Zij laat zich zonder probleem uithuwelijken en onderwerpt zich al bij de eerste ontmoeting met de door haar vader uitgekozen bruidegom met een bijna devoot 'Und du wirst mein Gebieter sein'. In de jaren twintig van de vorige eeuw zou de gemiddelde jonge vrouw toch al iets anders reageren.

Aan de andere kant moet ik eerlijk zeggen dat ik me niet echt kan opwinden over 'historische juistheid', zolang de muziekdramatische sfeer maar getroffen is. Hooguit stel ik vraagtekens bij de half ontklede Zdenka in het laatste bedrijf: ook in 1910 vertoonde een fatsoenlijk meisje zich nog niet op die manier in een hotellobby! Belangrijker is echter dat zowel de handeling als de karakters overeenkomen met wat ons door librettist en componist op dit punt wordt aangereikt, en op dat punt blijkt de regie van Florentine Klepper redelijk partituurgetrouw, ook op het punt van 'Personalführung'. Op diverse detailpunten komt haar regie trouwens opvallend overeen met de befaamde Münchner productie van Rudolf Hartmann uit 1962, waarbij de regie trouwens wel uitging van het feit dat de situering in 1860 essentieel is om te zorgen dat de personages - aldus Hartmann - "zu lebensvollen und interessierenden menschlichen Charakteren zu werden vermögen".

Nog belangrijker was wellicht dat Hartmann de beschikking had over twee ideale protagonisten: Lisa Della Casa, in stem, verschijning en vertolkingskunst de geboren Arabella, en Dietrich Fischer-Dieskau, weliswaar een lyrische bariton, maar wel een zanger die in staat was het 'heldische' karakter van een boerse landedelman in stem en gebaar volledig waar te maken, inclusief zijn aarzelingen en zelfs verlegenheid in het Weense stadsmilieu. Hun beider scène aan het begin van het tweede bedrijf behoort nog steeds tot de mooiste operamomenten op mijn netvlies.
Renée Fleming wordt algemeen beschouwd als de beste Strauss-vertolkster van dit moment, maar hoe doorleefd en fraai gezongen haar Arabella ook is, zij is net iets te 'gewoon menselijk', of liever: zij mist net dat waarmee Della Casa (maar ook Gundula Janowitz of Kiri Te Kanawa) de suggestie wekte dat zij behoort tot de mensen die van nature 'boven kleine menselijkheid verheven zijn'. Als Mandryka haar vergelijkt met een engel, is dat niet de poëtische beeldspraak van een intellectueel, maar de associatie van een landedelman met twee benen op de grond die vóór zich een vrouw ziet die uit een andere wereld afkomstig lijkt.

Aan de andere kant: bij alle keren dat ik Thomas Hampson nu als Mandryka heb gezien, kwam ik enorm onder de indruk van zijn zang en zijn vertolkingskunst, maar ik heb nooit geloofd dat hij een buitenmens is die eigenhandig het gevecht met een berin aangaat, iets waarvan Fischer-Dieskau, George London, Wolfgang Brendel, Bernd Weikl en John Bröcheler mij wel konden overtuigen. Hampson zingt schitterend, savoureert ieder woord, acteert briljant en de camera laat daarbij een eindeloos scala aan minieme, soms zelfs nauwelijks zichtbare details zien, maar hij blijft een Mandryka die beter past in Weense salons dan in de wouden van de Walachei.

Afgezien van deze deels persoonlijke overwegingen resulteerde het kijken en luisteren echter in puur genieten. De grote verrassing van deze uitvoering (kennelijk ook voor het Salzburger publiek) kwam echter van de 29-jarige, uit Mannheim afkomstige Hanna-Elisabeth Müller. Met haar slanke lyrische sopraan zet zij een Zdenka neer die herinneringen oproept aan de vertolkingen van Hilde Güden en Anneliese Rothenberger, terwijl zij bovendien de meest geloofwaardige 'Zdenko' is die ik mij kan herinneren, zonder dat zij in die travestie ook maar iets van haar vrouwelijke charme verliest. Een zangeres om in de gaten te houden!
Graaf Waldner is in handen van Albert Dohmen, imponerend gezongen maar net iets te veel een olifant in de familiale porseleinkast in plaats van de berooide, aan het kaartspel verslaafde vader die zich eigenlijk ook wel schaamt over zijn zwakheden. Fraai gezongen maar evenmin sterk uitgewerkt is de gravin Adelaide van Gabriele Benacková, terwijl de Fiakermilli van Daniela Fally bij al haar vocaal vuurwerk betrekkelijk weinig charme ten toon spreidt. Een juweeltje is daarentegen de markante, nog altijd met vocale grandeur gezongen kaartenlegster van Jane Henschel, terwijl we verder een heerlijk exuberante Matteo horen en zien van Daniel Behle.

In de bak leidt Strauss-specialist Christian Thielemann de in dit repertoire gepokt en gemazelde Staatskapelle Dresden in een orkestraal eerbetoon aan de honderdvijftig jaar geleden geboren componist, dat als klankmonument de Osterfestspiele en het Strauss-jaar waardig is. Wel kreeg ik nu en dan de indruk dat Thielemann zelfs iets te veel in de klank kon zwelgen en daardoor in de verleiding kwam in de sterk melodische passages een beetje aan het tempo te trekken. De weergave daarvan is echter boven elke kritiek verheven, in ieder geval in de Blu ray-versie die prachtige klanken (24 bit, 2.3 Mbps) combineert met haarscherpe HD-beelden. Wel stonden naar mijn smaak de stemmen daarbij iets te prominent in het geluidsbeeld en dat laatste hangt mogelijk samen met de cameravoering van videoregisseur Brian Large. Die toonde hier wederom een voorkeur voor close-ups en uitsneden vanaf het middel, terwijl ik graag meer interactie tussen de personages en meer totaalgebeuren, kortom 'meer toneel' had gezien.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links