DVD-recensie

Met dank aan Offenbach

 

© Paul Korenhof, juni 2023

 

Springtime in Amsterdam (muziek van Youmans, Kalmán, O. Strauss, Blaufuss, Ferrat, Joh. Strauss jr, Fall, Kodály, Brel, Lehár, Gilbert, Kern, Millöcker, Abraham, Goemans)

Annette Dasch, Theresa Kronthaler, Sunnyl Melles, Thomas Oliemans, Norman Rheinhardt, Henk Poort, Barry Atsma
De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest
Metropole Orkest
Nederlands Strijkers Collectief
Dirigent: Marko Letonja
Verhaal en regie: Christof Loy
Cameraregie: Stef Kwinten
Naxos NBD0169V (BD)

 

Een groep mensen uit diverse landen ontmoet elkaar in Amsterdam en beleeft daar enkele leuke en soms verrassende dagen. In het centrum staat de jonge Amsterdamse musicus Thomas die probeert wat geld wil verdienen als gids voor buitenlandse solisten. Op het Centraal Station pikt hij een aantrekkelijke dame op, een operaster die voorgeeft een eenvoudige kapster te zijn, en die hij onderbrengt in zijn eigen appartement, voorgevend dat dit een dépendance is van een duur hotel. Met behulp van zijn vriend zet hij dan een reeks gebeurtenissen in gang die allerlei onverwachte wendingen oproepen.

Komt het u bekend voor? Inderdaad: de film begint bijna als een kopie van het schema dat anderhalve eeuw geleden ten grondslag lag aan La Vie parisienne van Offenbach. En inderdaad kan Springtime in Amsterdam met een beetje goede wil ook doorgaan voor een 'Amsterdamse leven' waarin de diverse toeristentrekkers niet altijd meteen herkenbaar maar wel met enkele fraaie interieurbeelden aan ons voorbijtrekken. Het is overigens geen echt bruisend Amsterdam doordat de film werd gedraaid tijdens de coronacrisis van 2021 ter vervanging van de eerste echte operette die DNO na vele, vele jaren gepland had, Lehár's Die lustige Witwe, en die als gevolg van de pandemie was afgeblazenn.

Hoe de vork precies in de steel zit, is onduidelijk doordat De Nationale Opera, die als producent van deze film optrad, de publiciteit rond dit project op een laag pitje heeft gezet. In ieder geval werd na het afgelasten van de voorstellingen het plan opgevat - waarschijnlijk op initiatief van regisseur Christof Loy - om van de nood een deugd te maken en iedereen niet zonder meer naar huis te sturen. Het resultaat is deze muziekfilm die min of meer geïmproviseerd tot stand kwam op een scenario van Loy en met de belangrijkste solisten uit Die lustige Witwe in de hoofdrollen.

Het verhaal is niet meer dan een filmische impressie over de belevenissen van een zestal mensen die elkaar tijdens de crisis in Amsterdam ontmoeten en daar twee verwarrende dagen beleven. Een Duitse operaster (Annette Dasch) strandt op weg naar Parijs in Amsterdam en ontmoet een musicus zonder werk (Thomas Oliemans) die met hulp van een receptionist van Hotel l'Europe (Henk Poort) zijn eigen appartement gebruikt als zogenaamde dependance van dat hotel. In het echte maar vrijwel onbevolkte hotel strandt tezelfdertijd een Amerikaanse componist op weg naar Wenen (Norman Reinhardt) die als een blok valt voor de charmes van een kamermeisje (Theresa Kronthaler) dat 's avonds bijverdient in de rosse buurt, maar uiteindelijk in Parijs rechten blijkt te studeren.

Mede door het geïmproviseerde karakter en het feit dat in deze 90 minuten durende film achttien muzieknummers werden verwerkt (substantieel, dus niet in flarden of als muzikale achtergrond!) werd het een flinterdun verhaaltje, niet altijd even logisch en zeker niet 'geloofwaardig'. Het blijft vrolijke impressie van een zonnig Amsterdam waarin een half dozijn operasolisten amusante situaties kan uitbeelden. Filmisch is het niet meer dan een niemendalletje en muzikaal een amusant allegaartje waarin een dozijn operettemelodieën wordt afgewisseld met enkele chansons en een stukje Háry Janos Suite van Kodály, met aan het slot natuurlijk Pieter Goemans' onvermijdelijke Aan de Amsterdamse grachten.

Groot pluspunt daarbij is de aanwezigheid van zoveel melodieën uit operettes van o.a. Kalmán, Oscar Strauss, Johann Strauss, Lehár en Millöcker, muziek die door Loy kennelijk serieuzer wordt genomen dan we hier in Nederland gewend zijn. Zelfs het befaamde 'Nonnenkoor' uit Casanova (Joh. Strauss jr) ooit op 78t-plaat een tophit in de uitvoering met Anni Frind, komt hier voorbij. Wel plaats ik een vraagteken bij de manier waarop 'Einer wird kommen' uit Der Zarewitsch (Lehár) in het verhaal werd ingevlochten. Het is het lied van een jonge, onschuldige en nog naïeve Sonja die droomt van de grote liefde, maar bij het beeld van een studente die weet waar Abraham de mosterd haalt en dat zelfs demonstreert achter een rood verlicht raam op de Walletjes wordt het pure kitsch!

Dat laatste brengt mij bij een opmerkelijk punt. Dat operettes niet altijd een happy ending hebben, is bekend, maar een serieus afscheid vol sentiment (de 'Tauber-operettes' van Lehár zijn daar sterk in) is meestal voorbehouden aan het 'eerste paar', Het traditionele 'tweede paar' stapt vaak iets makkelijker over eventuele problemen heen, maar hier is het omgekeerd. Ook in Springtime in Amsterdam scheiden zich aan het slot bij beide paren de wegen, maar hier zijn het de componist en de 'werkstudente' die met het afscheid de meeste moeite hebben. En dat wordt flink benadrukt ook, want na 'Einer wird kommen' en een eveneens ietwat kitscherig Nonnenkoor uit Casanova worden we aan het slot onthaald op een tot een onvervalste 'tearjerker' uitgerekt 'Reich mir zum Abschied noch einmal die Hände' uit Viktoria und ihr Husar.

De afwerking van de film, geschoten in 4:3, is overigens niet perfect. De weinig geraffineerde cameravoering komt weliswaar aangenaam rustig over, maar enkele momenten van nadrukkelijk zwart tussen afgeronde scènes ogen weinig professioneel. De muziek klinkt evenmin altijd 'in breedbeeld' en soms ook nog met te weinig volume, zeker in aansluiting op de voorafgaande dialoog.

Dat Pieter Goemans, componist van Aan de Amsterdamse Grachten, in het summiere dvd-boekje onder zijn pseudoniem Peter Shott wordt vermeld, is nog begrijpelijk, maar het komt vreemd over dat dezelfde titel - evenals Het dorp van Jean Ferrat - in de aftiteling van de film aan Wim Sonneveld wordt toegeschreven. Dat is weliswaar tekenend voor de nog onverminderde populariteit van diens iconische uitvoeringen, maar het is ook zonder meer slordig!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links