DVD-recensie

Een vergeten meesterwerk:

Schreker: Die Gezeichneten

 

© Paul Korenhof, februari 2007

 

 
   

Schreker: Die Gezeichneten.

Robert Hale (Herzog Antonio Adorno), Michael Volle (Graf Andrea Vitellozzo Tamare), Wolfgang Schöne (Lodovico nardi), Anne Schwanewilms (Carlotta Nardi), Robert Brubaker (Alviano Salvago), Bernard Richter (Guidobaldo Usodimare), Markus Petsch (Menaldo Negroni), Mel Ulrich (Michelotto Cibo), Thomas Oliemans (Gonsalvo Fieschi), Guillaume Antoine (Julian Pinelli), Stephen Gadd (Paolo Calvi), Verena Schwendinger (Ginevra Scotti) e.a., Konzertvereinigung Wiener Staatsopernchor, Deutsches Symphonie-Orchester Berlin.
Dirigent: Kent Nagano.
Regie: Nikolaus Lehnhoff.

EuroArts 2055298

Opname: Salzburger Festspiele 26 juli 2005


We kunnen het ons nu niet meer voorstellen, maar in de jaren twintig van de vorige eeuw genoot Franz Schreker in het Duitse taalgebied een grotere bekendheid dan Richard Strauss en was Die Gezeichneten daar de meest gespeelde eigentijdse opera. De opkomst van het nationaal-socialisme maakte daaraan definitief een einde. Als componist van 'entartete Musik' moest Schreker in 1933 ontslag nemen als directeur van de Staatliche Hochschule für Musik in Berlijn, en zijn hoofdwerk, dat op 25 april 1918 in Frankfurt begonnen was aan een schijnbaar onstuitbare opmars langs alle belangrijke Duitse theaters, verdween volledig in de vergetelheid. Een jaar later stierf de ongelukkige componist aan de gevolgen van een hartaanval  en het zou tot 1979 duren eer Die Gezeichneten weer op het operatoneel terugkeerde.

Zo groot bleek de macht van de vergetelheid, dat noch de componist noch zijn opera daarna in staat was een positie te verwerven die zelfs maar in de buurt kwam van de faam die bijvoorbeeld de 'politiek onverdachte' Richard Strauss inmiddels verworven had. Schreker, voor kenners naast Sjostakovitsj misschien wel het grootste dramatisch talent dat het Europese muziekleven in de eerste helft van de vorige eeuw heeft opgeleverd, bleef een marginale figuur, in hoge mate gerespecteerd door een kleine groep kenners, maar totaal onbekend bij het grote publiek. Ik moet echter toegeven dat enkele producties die ik van het werk zag, o.a. in Düsseldorf, mij niet meteen overtuigden van het niveau dat Schrekers bewonderaars eraan toekenden, en hetzelfde gold voor een concertante uitvoering onder Edo de Waart. Meer indruk maakte de opname onder Zagrosek die in de jaren negentig verscheen in de reeks Entartete Musik van Decca, maar voor mij viel het kwartje pas goed dankzij de productie die Nikolaus Lehnhoff ontwierp voor de Salzburger Festspiele 2005, en die steunde op dezelfde uitgangspunten die deze regisseur met zijn team hanteerde voor zijn Amsterdamse Tannhäuser. Hopelijk bieden de komende voorstellingen door De Nederlandse Opera in de regie van Martin Kusej (vorig jaar te gast voor Lady Macbeth van Mtsensk)een gelijksoortige of misschien wel nóg intensere ervaring.

Hoewel het hier een origineel libretto van de componist betreft, zou Die Gezeichneten zonder probleem gebaseerd kunnen zijn op een gegeven van Oscar Wilde. Aan de ene kant hebben de mismaakte idealistische kunstenaar met een fascinatie voor esthetische volmaaktheid, maar daartegenover staat een burgerlijke maatschappij die schoonheid meteen vertaalt in decadente lustgevoelens en daarmee die schoonheid dan ook bezoedelt. Uiteindelijk gaan zowel de idealist als de schoonheid zelf ten onder, blijkt idealisme zelfbedrog en de kracht van de ware schoonheid niet meer dan een vluchtige fascinatie voor uiterlijke schijn, en wat overblijft is de desillusie, gevat in een combinatie van pure wellust en minachting voor ethische en esthetische waarden.

In decors van Raimund Bauer en kostuums van Andrea Schmidt-Futterer vertaalde Lehnhoff dit navrante sprookje in de Salzburger Felsenreitschule in een burgerlijke parabel, waarbij hij het oorspronkelijke Renaissance-decor liet vervangen door een surrealistisch toneelbeeld dat doet denken aan de Parsifal-film van Syberberg, met kostuums die verwijzen naar het begin van de twintigste eeuw. De lichamelijk misvormde Alviano Salvagio  (jammer dat juist die rol met Robert Brubaker een beetje onderbezet is) werd bij hem bovendien een androgyn personage waarbij uiterlijke misvorming werd vervangen door geestelijke labiliteit als gevolg van een inwendige seksestrijd - niet bepaald letterlijk volgens het libretto, maar wie de decadente letterkunde kent, beseft dat Lehnhoff hiermee wellicht de spijker op zijn kop sloeg.

Kernpunt van de uitvoering is echter de manier waarop Kent Nagano met het RSO-Berlin de (licht bekorte) partituur gestalte geeft, namelijk met precies de helderheid en die inslag van pucciniaanse pathos die bij deze muziek passen. De bezetting wordt aangevoerd door Anne Schwanewilms, die de rol van Carlotta helaas niet in Amsterdam zal zingen, maar die wel in dezelfde periode bij het KCO optreedt met composities van Alban Berg (o.a. muziek uit Wozzeck). Om haar heen verzamelden de Salzburger Festspiele een ensemble in de waarste zin van het woord, geen solisten met sterallures, maar solisten die weten hoe zij zich in dienst van een werk moeten stellen.

EuroArts zorgde voor een mooi gereproduceerde verfilming met een geluidskanaal dat het in de huiskamer uitstekend doet, al had ik zelf graag iets meer van de brede ruimte van de Felsenreitschule gehoord. Naast de enigszins ontoereikende Salvagio van Brubaker is er echter ook een klein technisch minpuntje, namelijk de snelheid waarmee de bedrijven elkaar (zonder applaus) opvolgen. Er is na de eerste akte zelfs nauwelijks tijd om de pauzetoets in te drukken.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links