DVD-recensie

Afscheid van Daniela Dessi

 

© Paul Korenhof, februari 2017

 

Puccini: La Bohème

Daniele Dessi (Mimì), Fabio Armiliato (Rodolfo), Alida Berti (Musetta), Alessandro Luongo (Marcello), Federico Longhi (Schaunard), Marco Spotti (Colline), Angelo Mardinocchi (Benoit, Alcindoro), Marco Simonelli (Sergente del doganieri), Jacopo Bianchini (Un doganiere)
Koor, kinderkoor en orkest van het Puccini Festival
Dirigent: Valerio Galli
Regie: Ettore Scola

C-Major 736204 (Blu-ray)

Opname: Torre del Lago, 25 juli - 30 augustus 2014

 

Op 20 August 2016 overleed de Italiaanse sopraan Daniela Dessi op 59-jarige leeftijd aan een agressieve vorm van kanker. De meeste Nederlandse operaliefhebbers zal haar naam niet veel zeggen. Zij trad hier nooit op (zoals zovelen . . .) en zij behoorde ook niet tot de groep die rijk bedeeld werd met opnamen voor cd en dvd. In de theaters van Engeland, Duitsland, Amerika (in het bijzonder in de Deutsche Oper Berlin en de Metropolitan Opera) was zij echter een graag geziene gast en in Italië werd zij gevierd als een van de laatste echte primadonna's van het veristische repertoire.

Twee jaar voor haar dood trad Dessi tijdens het Puccini Festival in Torre del Lago op met haar echtgenoot, de tenor Fabio Armiliato, in La Bohème, een opera waarin beiden wereldfaam genoten. Zij waren toen 57 en 58 jaar oud en ondanks de make-up is in close-up ook wel te zien dat zij geen twintig meer zijn. Voor dat deel van het hedendaagse publiek dat dankzij het beeldscherm gefixeerd is geraakt op het visuele, werkt dat misschien een beetje storend, maar in het theater gelden nu een maal andere criteria, zeker in een grote ruimte in de open lucht zoals in Torre de Lago. Beiden wisten daar hun faam in deze rollen nog steeds waar te maken en wie luistert met zijn oren en niet met zijn ogen, beleeft hier een alleszins overtuigende uitvoering waarin de echte Puccini-sfeer hoogtij viert.
Het grootste pluspunt daarbij is een enorme 'italianità' zoals die alleen bereikt kan worden door een hechte ensemble met louter Italianen, die niet alleen wéten wat zij zingen, maar die zich daarbij ook bewust zijn van een overwegend Italiaanse publiek dat ieder woord begrijpt. Niet alleen is alles hier uitstekend verstaanbaar, maar er wordt ook gezongen met een frasering die berust op de overtuiging dat de muziek pas een maximaal effect heeft, als de betekenis van de tekst bij het publiek doorkomt. Dan hoor je ook juweeltjes van expressie zoals hier in de eerste scène van Mimì en Rodolfo in Mimi`s opleven bij 'La trovata?', als zij denkt dat Rodolfo haar sleutel gevonden heeft, en even later Rodolfo's flirterige 'al buio non si trova' als hij in het halfdonker Mimì's koude handje gepakt heeft.

De overige bezetting vormt een betrouwbaar Italiaans gemiddelde van dit moment met als uitschieters de sympathieke Marcello van de bariton Alessandro Luongo en de markante Colline van de bas Marco Spotti, die van zijn 'Vecchia zimarra' het juweeltje maakt dat het kan zijn. Als hij ook nog de ademtechniek van Cesare Siepi had gehad, had het helemaal een bijzonder moment kunnen worden. Het belangrijkste bij dat alles is dat de nadruk hier niet ligt op 'mooizingerij', maar op het overbrengen van het drama. Dat de zang daarbij meer gericht is op verstaanbaarheid dan op intimiteit, is inherent aan de ruimte van een openluchttheater. Terecht natuurlijk, want waarom zou je een tekst zingen als die niet verstaan kan worden?

Een woord van lof geldt eveneens de jonge dirigent Valerio Galli, die met zijn frasering en zijn kleuring van Puccini's harmonieën en climaxen een heel eigen stempel op de uitvoering weet te drukken. Dat de opnamestaf dit zodanig wist vast te leggen, dat je maar af en toe beseft dat de uitvoering plaats vond in de open lucht en niet in een theater, is een ander pluspunt.

De regie van deze productie was toevertrouwd aan de eveneens vorig jaar overleden filmregisseur Ettore Scola, die hier de droom van menige liefhebber in vervulling laat gaan. Met bijna sprookjesachtige decors en kostuums, tovert hij ons de meest filmische maar ook de meest 'authentieke' beelden voor die we ons maar wensen kunnen. Op het toneel van Torre del Lago zien we een Quartier Latin in het klein met gevels, straatjes en doorkijkjes, en met interieurs die aan authentieke en sfeerrijke details geen wens onvervuld laten .
Tussendoor veroorlooft Scola zich enkele kleine visuele grapjes, zoals de verwijzing aan het begin van het tweede bedrijf naar 'Le dejeuner sur l'herbe' uit 1863 van Manet, historisch niet helemaal juist ( La Vie de Bohème van Murger dateert uit 1851), en oplettende kijkers kunnen diverse andere anachronismen ontdekken. Ik heb daar geen problemen mee. Een voorstelling is geen reconstructie en geen documentaire, en alles wat Scola's ontwerpers hebben bedacht, past uitstekend in de sfeer van het geheel.
Het resultaat is minder overdadig maar nog gedetailleerder dan de befaamde ensceneringen van Zeffirelli en ondanks het sprookjesachtige (meer Hans Christian Andersen dan Anton Pieck) toch behoorlijk realistisch. Ook de personenregie verraadt de geroutineerde meesterhand van een ervaren filmregisseur, enerzijds in de manier waarop de karakters worden uitgewerkt zonder dat zij clichés of karikaturen worden (zelfs Benoit en Alcindoro blijven geloofwaardig), anderzijds doordat hij erin slaagt het grote operagebaar te vermijden, wat zeker op het beeldscherm het spel een verrassende natuurlijkheid geeft.

Dat alles is vastgelegd in fraaie beelden waarbij de Blu-ray disc ten volle aantoont wat 'high definition' inhoudt, maar in het geluidsbeeld hadden de stemmen iets minder prominent mogen klinken, zeker omdat zangers in de open lucht toch automatisch meer volume geven dan zij in het theater zouden doen. Als geheel is deze uitgave echter een waardig eerbetoon aan zowel Daniela Dessi als Ettore Scola.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links