![]() DVD-recensie Poulenc: Dialogues des Carmélites
© Paul Korenhof, februari 2008
|
||
Poulenc: Dialogues des Carmélites. Dagmar Schellenberger, Laura Aikin, Barbara
Dever, Gwynne Geyer, Annamaria
Popescu, Anja
Silja, Sara Allegretta, Gordon Gietz, Christopher Robertson, Mario Bolognesi,
Giuseppe Altomare e.a., Teatro
alla Scala. TDK DVWW-OPDDC
Met de muziek van Poulenc verbindt mij een levenslange haat-liefdeverhouding en die van Messiaen stelt mij voor een vergelijkbaar probleem: mooi (héél mooi zelfs), knap (heel knap zelfs), maar o,wat is het allemaal katholiek! Niet dat ik iets heb tegen katholicisme, maar je moet er ook af en toe vraagtekens bij durven stellen, zeker als dat gezag wordt uitgeoefend door het soort regenten dat in het Vaticaan de dienst uitmaakt. Weliswaar ben ik geen fanatiek bewonderaar van de Renaissance-pausen, maar zij gaven wel kleur aan het leven en zij hebben stuk voor zich meer betekend voor de Europese cultuur dan al hun opvolgers van de afgelopen twee eeuwen samen! Kortom: geef mij maar het katholicisme van Mozart en Verdi, die af en toe tegen het kerkelijk gezag aan durfden trappen. Niet dat devote dat halverwege de 20ste eeuw in Frankrijk opeens zo populair was, en dat ons als toppunt van ellende de mierzoete slagroom van Duruflé heeft opgeleverd. Gezag dat je slaafs navolgt is net zo weinig inspirerend als de aardappel-en-magere-jus-dieëten van Sonja Bakker. Leven is om geleefd te worden, en dat is iets wat katholieken uit voorgaande eeuwen meer in de gaten hadden dan het nieuwe mysticisme dat halverwege de vorige eeuw in Frankrijk furore maakte. Temidden van dat alles blijft Poulencs opera een fascinerend ijkpunt waarbij ik nog altijd keer op keer mijn houding moet bepalen. Reeds als hele jeugdige tiener had ik een zwak voor het toneelstuk van Bernanos (dat ik overigens alleen maar gelezen heb) en niet alleen onder invloed van de zinderende oogopslag van Jeanne Moreau in de film Le Dialogue des Carmélites (1960). Bernanos, auteur van onder meer Journal d'un curé de campagne, vertegenwoordigde voor mij het katholieke verzet tegen het conservatisme en conformisme waardoor de ambtsperiode van Pius XII zo gênant zou worden. Het dualisme van zowel het toneelstuk als de opera, en natuurlijk de roman van Gertrude von Le Fort waarop Bernanos zich baseerde, is evident: trouw staat tegenover twijfel, gehoorzaamheid tegenover verzet, maar bovenal word het individuele geweten ter discussie gesteld. Dat Dialogues des Carmélites eveneens al die openingen biedt, zal zeker te maken hebben met de twijfels en onzekerheden waarmee Poulenc zelf tijdens het compositieproces te kampen had. Echt spannend wordt iedere uitvoering echter door het feit dat de componist zich vanuit zijn katholieke overtuiging ook tegenover zijn twijfels teweer heeft gesteld. Dialogues des Carmélites is een opera over angst, of beter: over heel veel angst, een wankelend geloof en het zoeken naar berusting, en het hangt van de uitvoering af in hoeverre zulke aspecten naar boven komen. Zelfs is het mogelijk alle scherpe kantjes zodanig af te vlakken, dat er uiteindelijk geen spoor van twijfel meer in de muziek doorklinkt. Een vertegenwoordiger van de 'gulden middenweg' was Jean Fournet. Deze Franse grootmeester dirigeerde het werk tot twee maal toe voor de KRO als een fijnzinnige en gedetailleerde psychologische schildering, waarin ieder element naar voren kwam vanuit een standpunt dat begrip en meegevoel uitstraalde. Riccardo Muti is meer een dirigent van uitersten en lijkt constant op zoek naar wat achter de noten verborgen blijft. Hij krijgt steun van regisseur Robert Carsen die in deze, van oorsprong Amsterdamse enscenering het historische element niet vermijdt, maar wel feilloos aanvoelt waar het werk thematisch en inhoudelijk boven het verhaalniveau uitstijgt. Al kijkend naar deze registratie had ik weer voortdurend het gevoel dat Carsen keurig het verhaal vertelt, maar tegelijk constant met een vergrootglas ieder vraagstuk en iedere emotie extra dimensie verleent. Dat begint in de openingsscène, waar het beperkte speelvlak veiligheid en intimiteit suggereert, terwijl het feit dat de 'muren' uit zwijgend volk bestaan, aangeeft dat die suggestie pure illusie is - en het eindigt met dat fenomenale slot, waar op een kaal toneel de geëxecuteerde nonnen één voor één als dodelijk gewonde vogels in elkaar zakken. Daartussen ligt een reeks taferelen, het ene nog sterker in expressiviteit dan het andere, met als cruciaal moment het slot van de eerste akte, waar de stervende priores in haar doodsangst haar vertrouwen in God voelt instorten. In Het Muziektheater was het een onvergetelijk moment en in deze Scala-registratie vanuit het Milanese Teatro degli Arcimboldi is het dat eveneens, al had ik wel soms het gevoel dat de camera met andere ogen keek dan ikzelf gedaan had, meer vanuit de details van het verhaal dan vanuit 'de idee'. Een gevaarlijk punt blijft daarbij wel de vrijwel geheel 'niet-Franse' bezetting, zelfs als sommige solisten behoren tot de coryfeeën van het moderne muziektheater. Zo maakt Anja Silja de dood van de oude priores tot een van de sterkste momenten van de voorstelling, maar zij is onvoldoende thuis in de Franse stijl om de tekst de helderheid te geven waar libretto en partituur om vragen. Iets dergelijks treft soms ook bij Dagmar Schellenberger, die bovendien de naïeve jeugdigheid mist die Blanche in het begin ten toon moet spreiden, en die daardoor haar ontwikkeling juist zo aangrijpend kan maken. Met enige weemoed denk ik daarom terug aan de priores van Rita Gorr en de Blanche van Joan Rodgers in 1997, om maar te zwijgen van de ontroerende hoofdrol van wijlen Susan Chilcott in 2002. Daarmee is tevens aangetoond dat de solisten echt niet altijd Franstalig hoeven te zijn, maar dat maakt ook deze Scala productie duidelijk. De Marquis van Christopher Robertson is een waar juweeltje en met Laura Aikin als Constance zorgt de Scala voor een galabezetting die niet veel theaters kunnen evenaren - maar het loont wel! Aikin is niet alleen een zangeres van grote klasse, maar ook 'met stip' een van de interessantste persoonlijkheden in het hedendaags muziektheater. Aan de andere kant is het altijd lastig om op dvd een opera terug te zien die in het theater zo'n grote indruk heeft gemaakt. Dat neemt niet weg dat deze productie van Robert Carsen behoort tot de fraaiste voorstellingen die in Het Muziektheater te zien zijn geweest, en dat we blij mogen zijn dat die dankzij deze herneming aan de Scala kon worden vastgelegd. index | ||