DVD-recensie

Snip & Snap in de Zauberberg

 

© Paul Korenhof, augustus 2020

Mozart: Die Zauberflöte

David Portillo (Tamino), Sofia Fomina (Pamina), Brindley Sherratt (Sarastro), Caroline Wettergreen (Königin der Nacht), Björn Bürger (Papageno), Alison Rose (Papagena), Esther Dierkes, Marta Fontanals-Simmons, Katharina Magiera (Drei Damen), Jörg Schneider (Monostatos), Michael Kraus (Der Sprecher), Thomas Atkins, Martin Snell (Zwei geharnischter Männer), Freddie Jemison, Aman De Silva, Stephan Dyakonov (Drei Knaben)
Glyndebourne Chorus
Orchestra of the Age of Enlightenment
Dirigent: Ryan Wigglesworth
Regie en toneelbeeld: Barbe & Doucet
Opus Arte OABD7268D (Blu-ray)
Opname: Glyndebourne, 4 augustus 2019

   

Eindelijk een enscenering die gewoon voorbijgaat aan alle tegenstrijdigheden en pseudo-diepzinnigheid in het libretto van Schikaneder. Het regiecollectief Barbe & Doucet ging vorig jaar in Glyndebourne nog een stapje verder dan Simon McBurney bij DNO en toonde Die Zauberflöte zoals het werk is: kleurrijk visueel amusement vol baarlijke nonsens, maar met sublieme muziek van Mozart die alle dramaturgische onzin doet vergeten.

En onzin is het natuurlijk, dat blijkt alleen al uit de bibliotheek vol boeken die het werk willen 'verklaren'. Daarin wordt er van alles en nog wat bijgehaald, maar een sluitende interpretatie die ook nog beantwoord aan de wetten van de (theatrale) logica, vinden we nergens. Wel een overvloed aan tegenstrijdigheden die bewijzen dat bij de analyse van een theaterwerk maar één ding de doorslag kan geven: de tekst. In dit geval dus het puur commercieel bedoelde maakwerk van Emanuel Schikaneder, al dan niet met bijdragen van het koorlid Gieseke en de souffleur Helmböck of Haselbeck - dat zullen we nooit weten. *)

Een bevredigende duiding van Die Zauberflöte is alleen mogelijk door die tekst te onderwerpen aan 'close reading', zonder er van alles en nog wat bij te halen. Natuurlijk, bronnenonderzoek is noodzakelijk, maar louter ter verklaring van wat er staat. Niet om 'betekenissen' aan het werk toe te voegen, maar om alle elementen in hun tijd te plaatsen en om te weten welke associatie bepaalde woorden en symbolen bij Mozart's tijdgenoten opriepen. Een interpretatie op grond van de betekenis die zulke elementen elders hadden, is echter uit den boze. Het heeft twee eeuwen Zauberflöte-vorsing doen verzanden in een steeds grotere modderpoel van - soms tegenstrijdige - interpretaties die in het werk zelf geen enkel fundament vinden.

Het zij verre van mij om hier alle details aan een uitgebreid onderzoek te onderwerpen. Liever heb ik dat ieder voor zich over het werk nadenkt, maar dan wel op basis van wat in de tekst zelf te lezen is. Aan de verwijzingen van de vrijmetselarij ga ik bewust voorbij. Die zaak ligt niet zozeer op het terrein van de interpretatie als wel op dat van de cultuurhistorische en ook de politieke omstandigheden. De juiste duiding daarvan is voor een hedendaags publiek even moeilijk als die van de conférences van Wim Kan voor de jongeren van nu!

Cruciaal is bovendien niet de vrijmetselarij zelf, maar haar rol in het collectief bewustzijn van het gemêleerde publiek waarvoor Schikaneder en Mozart hun 'Deutsche Oper' schreven! Ook over de vrouwonvriendelijke en racistische elementen kan ik mij niet opwinden. In dit puur op spectaculair amusement gericht stuk voor een Weens volkstheater, bijna een 18de-eeuwse Snip & Snap Revue vol populaire thema's en geheide komische inkoppers, kun je dit soort 'humor' verwachten.

Veel meer moeite heb ik met de rommelige verhaallijnen en het gebrek aan dramaturgische logica. Talloze commentatoren hebben zich in alle mogelijke bochten gewrongen om alles wat krom was recht te praten, maar laten we eerlijk zijn: zonder de schitterende muziek van Mozart zou geen zinnig mens ooit nog aandacht hebben besteed aan deze theatrale heksenketel!

Dieptepunt blijft daarbij de 'goede en wijze' Sarastro. Hoezo 'goed' en 'wijs'? Een man die toegeeft dat hij Pamina van haar moeder geroofd heeft, en die met een totaal gebrek aan mensenkennis het meisje heeft toevertrouwd aan de labiele, gefrustreerde en sadistische Monostatos! En als Monostatos dan - voorspelbaar! - in de fout gaat, wordt hij bestraft met 77 slagen op zijn voetzolen, waarna Sarastro met een stalen gezicht een aria zingt met de tekst 'In diesen heil'gen Hallen kennt man die Rache nicht'. De hypocrisie ten top!

Dat wil niet zeggen dat losse delen uit het libretto geen kwaliteiten hebben, integendeel! Dankzij de tekst konden Tamino's Bildnis-aria en 'O, zitt're nicht' van de Koningin van de Nacht uitgroeien tot juweeltjes van operadramaturgie. Zo maakte Mozart van Tamino's aria het summum van een 'handelingsaria', een minidrama waarin Tamino vier opeenvolgende fasen van een psychologische ontwikkeling doormaakt.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld de meeste aria's uit een opera seria of een operette, zet een echte opera-aria de handeling niet stil. Een goede aria zorgt voor een psychologische voortgang, uiteindelijk zelfs in die mate dat zij in de 19de eeuw resulteerde in de vierdelige 'solita forma' die we onder meer in opera's van Bellini, Donizetti en Verdi vinden, en die doorwerkte in veel duetten en grotere ensembles (bijvoorbeeld het sextet in Lucia di Lammermoor ).

Der Zauberberg
In de heerlijk cartooneske enscenering van regisseur Renaud Doucet en ontwerper André Barbe, samenwerkend als het collectief Barbe & Doucet, is de handeling verplaatst naar een met vreemde wezens bevolkt hotel aan het begin van de vorige eeuw. Bij vlagen waande ik mij in een voor kinderen bewerkte versie van Der Zauberberg met de Koningin van de Nacht als uitbaatster van deze Berghof - en in overeeenstemming met de periode waarin Thoms Mann zijn roman plaatste, zet deze 'koningin' zich daarbij actief in voor emancipatie en vrouwenkiesrecht.

In de keuken zwaait een Sarastro met koksmuts de scepter als Hofrat Behrens, terwijl de kelder met op kolen gestookte verwarmingsketels het domein is van de 'zwarte' Monostatos. En inderdaad zou de ietwat sullige, altijd achter de feiten aanlopende Tamino van David Portillo een ideale Hans Castorp vormen.

Daarmee houdt de vergelijking op, maar door het verhaal aldus ruimtelijk in te kaderen, creëerden Barbe & Doucet een visuele eenheid die het makkelijker maakte de handeling te presenteren als een doorlopend verhaal. De soms moeizaam overkomende aaneenschakeling van losse scènes, blijkt hier een organisch geheel waarin elementen opeens op hun plaats vallen (zoals Pagageno's occupatie met culinaire genoegens). Het naïeve, nadrukkelijk 'getekende' decor trekt het geheel daarbij zo sterk in de richting van de tekenfilm, dat zowel de symbolische en mythologische elementen als de komische absurditeiten naadloos worden opgenomen in een uiterst onderhoudende sprookjessfeer.

Nog een parallel met de enscenering van Simon McBurney bij DNO: waar spel en decor tekortschieten om de absurditeiten adequaat te visualiseren, worden Barbe & Doucet geassisteerd door het inventieve poppenspel van Patrick Martell. Dat gebeurt niet alleen in de scènes van Papageno (zijn duetje met Papagena is hilarisch!) of in de scène van Tamino met de slang, maar ook in scènes met de drie knapen en met de geharnaste mannen.

Hecht vocaal ensemble
Muzikaal sluit de uitvoering daar uitstekend bij aan. Onder leiding van Ryan Wigglesworth komt het Orchestra of the Age of Enlightenment tot sprankelend ensemblespel met fraaie solistische trekjes. Die weergave van de partituur vormt een homogeen geheel met de speelse enscenering en over het hechte, overwegend Britse solistenteam kan ondanks het ontbreken van duidelijke sterren hetzelfde worden gezegd.

De enige onder de solisten die er echt uitspringt, is de Duitse bariton Björn Bürger. Drie jaar eerder maakte hij in Glyndebourne furore als Figaro in Il barbiere di Siviglia, en hier komen wij hem tegen als een lichtvoetige, innemende Papageno in de traditie van de grote Duitse Spielbaritons.

De welluidende Tamino van David Portillo bezit minder individualiteit (de vergelijking met Hans Castorp gaat ook hier op) en hetzelfde geldt voor de eveneens fraai gezongen Pamina van Sofia Fomina, meer het lieve buurmeisje van twee huizen verder dan iemand wier portret alleen al het hart doet ontvlammen. In Amsterdam maakte de Sarastro van Brindley Sherratt op mij weinig indruk, maar als gemoedelijke chefkok doet hij het prima en de 'roetveeg-Monostatos' van Jörg Schneider is in zang en uitbeelding een schot in de roos.

De Sprecher (hier Oberkellner) is bij Michael Kraus in vertrouwde handen, erg leuk zijn de drie knapen, maar de drie dames heb ik wel eens beter gearticuleerd (muzikaal en tekstueel) en met meer individualiteit horen zingen. Een positieve verrassing is daarentegen de opvallend 'menselijke' Koningin van de Nacht van Caroline Wettergreen. Ik ben alleen niet weg van de mij onbekende topnoten op het voorlaatste 'auf ewig dein' in 'O, zitt're nicht', mogelijk afkomstig uit de gebruikte editie van Gernot Gruber, maar daarover kan ik verder geen zinnig woord zeggen.

De cameraregie van François Rousillon getuigt weer van groot gevoel voor het theater en meer nog van respect voor de productie. Op de technische afwerking is verder niets aan te merken, maar het wordt toch tijd dat Opus Arte de verzorging van de begeleidende boekjes toevertrouwt aan iemand met meer smaak en vooral meer inzicht. De kale combinatie van paginagrote foto's met saaie lappen grijze tekst in kleine lettertjes komt niet echt gebruiksvriendelijk over.

_______________
*) Laten we eerlijk zijn: als Schikaneder, al dan niet met steun van Gieseke en anderen, zijn libretto niet alleen in een paar maanden tijd geschreven had, maar het daarbij ook bewust had volgestopt met alle referenties en betekenissen die latere commentatoren erin meenden te ontdekken, zou hij een literair en cultuurhistorisch genie zijn geweest naast wie Umberto Eco diep in de schaduw wegzinkt!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links