DVD-recensie

Ander licht op La clemenza di Tito

 

© Paul Korenhof, november 2007

 

 

Mozart: La clemenza di Tito.

Jonas Kaufmann (Tito), Eva Mei (Vitellia), Malin Hartelius (Servilia), Vesselina Kasarova (Sesto), Liliana Nikiteanu (Annio), Günther Groissböck (Publio), koor en orkest van de Oper Zürich.
Dirigent: Franz Welser-Möst.
Regie: Jonathan Miller.

EMI Classics 3774539

Opname: juni 2005

 

 

 


Sinds Gérard Mortier in juni 1982 La clemenza di Tito in de Muntschouwburg presenteerde in een baanbrekende enscenering van het echtpaar Herrmann, is Mozarts voorlaatste opera niet meer van het repertoire weg te denken. (De producties van het duo Herrmann evenmin: na een bewerking voor Salzburg presenteerde Mortier enkele jaren geleden een nieuwe versie in Parijs.) Dat de oorspronkelijke recitatieven niet van Mozarts hand zijn, weten we allemaal, maar dat stoorde nauwelijks. Belangrijker was wat dirigent en regisseur ermee deden, maar desondanks werden er pogingen ondernomen om met de verbindende teksten van Metastasio een grotere dramatiek te bereiken. De Nederlandse Opera zocht het in nieuwe recitatieven van Manfred Trojahn, voor mij stilistisch nog wel aanvaardbaar, maar desondanks een mislukt experiment omdat de aandacht veel te veel werd afgeleid van de muziek zelf. Wat dat betreft voel ik me meer thuis bij een versie met gesproken dialogen die de Opera in Zürich enkele jaren geleden presenteerde. Verantwoordelijk hiervoor was Iso Camartin, die in nauwe samenwerking met regisseur Jonathan Miller dialogen ontwierp die vaak enigszins beschrijvend van aard zijn, maar die soms ook duidelijke handelingselementen dragen. Op zulke momenten (bijvoorbeeld in de scène van Servilia en Tito in de eerste akte) is het even wennen, maar dat duurt niet lang. Het prettige is dat de muziek van Mozart zich in deze bewerking niet alleen uitstekend weet te handhaven, maar zelfs uitstekend tot haar recht komt. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de regie van Jonathan Miller, die zijn vocale solisten tot uitstekende dialoogsprekers wist om te vormen, en met de sensitieve inzetten van dirigent Franz Welser-Möst. Erg prettig is overigens wel dat deze dialogen geen afzonderlijke tracks vormen, maar  in de indeling steeds volgen op het voorafgaande muzieknummer. Mochten de gesproken teksten gaan vervelen, dan is het uiterst simpel om na het ene nummer meteen door te gaan met het volgende. Heel storend is overigens dat die trackindeling niet is opgenomen in het weinig gebruikersvriendelijke boekje bij deze uitgave!

Kasarova - weer groots maar menselijker

Evenals de opera's van Händel leent ook La clemenza di Tito zich uitstekend voor een scenische modernisering. Martin Kusej zocht het enkele jaren geleden in het naoorlogse Rome, Miller gaat een stapje terug en plaatst het verhaal in het Italië van Mussolini en afgezien van de mogelijke frictie met enkele tekstdetails (ook daaraan is trouwens gewerkt: het libretto werd op details herzien door Caterina Mazzolà) werkt ook dit uitstekend. Als de Salzburger voorstelling daarbij toch net iets meer dramatische kracht tentoonspreidde, kwam dat waarschijnlijk door de combinatie met het bevlogen spel van de Wiener Philharmoniker onder leiding van Nikolaus Harnoncourt, die de politieke visie van Kusej in de muziek leek op te nemen. Welser-Möst zoekt het meer in de kleurnuances en weet de karakters daardoor ook menselijker te maken. Bij Kusej-Harnoncourt had ik het gevoel dat ik naar een bijzonder sterke film zat te kijken, indrukwekkend, maar toch een andere wereld, vergelijkbaar met de meesterwerken van Orson Welles. Miller en Welser-Möst maken de personages minder 'groot', minder bovenmenselijk en daardoor ook beter herkenbaar. Dat verschil komt duidelijk tot uiting bij een vergelijking van de beide Sesto's, die toevallig allebei in handen van de altijd weer onovertroffen Vesselina Kasarova - hoewel: toevallig? Is er momenteel een overtuigender Sesto te vinden? In de Zürcher voorstelling is de Bulgaarse mezzosopraan niet de meer dan levensgrote hemelbestormer en wereldverbeteraar die zij in Salzburg neerzette. In plaats daarvan zien we meer een jongeling die heen en weer geslingerd wordt tussen vriendschap en liefde, al miste ik toch de verschroeiende kracht van zijn 'Partó' in Salzburg (waaraan de soloklarinettist van de Wiener Philharmoniker overigens niet weinig bijdroeg).

Jonas Kaufmann

Pure winst is het aandeel van Jonas Kaufmann, een jonge lyrische tenor met een sterke kern en schitterende baritonale ondertonen, wiens carrière momenteel steil omhoog gaat. Zijn Tito is opmerkelijk jong en de jeugdigheid van zijn spel is terug te vinden in zijn stralende, fraai genuanceerde zang. Heel begrijpelijk is daardoor ook de obsessie van Vitellia en de vertolking van deze rol door de nog altijd zwaar ondergewaardeerde Eva Mei vormt een ander pluspunt van deze uitgave. Hier is de driehoek Tito-Vitellio-Sesto geheel en al een driehoek van menselijke hartstochten waaraan weinig politieke intriges te pas komen, en zowel de Servilia van Malin Hartelius als de Annio van Liliana Nikiteanu sluit daar uitstekend bij aan. Al met al een uitgave die ik graag naast de Salzburger versie zet en ik denk dat deze uitgave - behalve bij  de groeiende schare bewonderaars van Kaufmann - vooral zal aanslaan bij operaliefhebbers voor wie de benadering van Kusej uiteindelijk toch te extreem en te eigenzinnig was. Angst voor de dialogen is overbodig. Daaraan was ik heel snel gewend.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links