DVD-recensie

Onder/overschatte jeugdopera van Mozart

 

© Paul Korenhof, oktober 2011

 

 

Mozart: La finta giardiniera

Rudolf Schasching (Podestà), Eva Mei (Sandrina), Christoph Strehl (Belfiore), Isabel Rey (Arminda), Liliana Nikiteanu (Ramiro), Gabriel Bermúdez (Nardo), Julia Kleiber (Serpetta), Orchestra La Scintilla, Zürich Opera
Dirigent: Nikolaus Harnoncourt
Regie: Tobias Moretti

Arthaus Musik 107293 (2 dvd's)

Opname: Zürich, februari 2006


La finta giardiniera, het dramma giocoso dat de 19-jarige Mozart in 1775 voor München schreef op een libretto van (vermoedelijk) Raniero de' Calzabigi in een bewerking van Giuseppe Petrosellini, leerde ik kennen als Die Gärtnerin aus Liebe. Dat gebeurde in 1973 dankzij een Philips-opname met een absolute sterbezetting (Ileana Cotrubas, Jessye Norman, Hermann Prey e.a.) onder Hans Schmidt-Isserstedt, die het werk presenteerde als een Duitse Spieloper, ten dele uit noodzaak omdat er (nog) geen speelbare versie van de originele eerste akte beschikbaar was.
De producer van die eerste opname was de zoon van de dirigent, bij oudere lp-verzamelaars beter bekend als Erik Smith, die de Philips-catalogus met menige bijzondere opname verrijkt heeft. Het werd bovendien een aangename kennismaking met een mij totaal onbekende opera, maar ik wond mij wel een beetje op over de toelichting van Smith in het tekstboek bij die uitgave. In een begrijpelijk enthousiasme sleepte hij er namelijk aan argumenten van alles en nog wat bij om Mozart's komedie tot een meesterwerk op het niveau van Le nozze di Figaro en Don Giovanni te verheffen.

Hoe charmant het verhaaltje ook is, en hoe knap de aria's door Mozart ook geschreven zijn. een meesterwerk van dat niveau was Die Gärtnerin aus Liebe niet en de kort daarop bij Bärenreiter verschenen 'oorspronkelijke versie' is dat evenmin. Leuke situaties, meesterlijk geschreven en inventief geïnstrumenteerde aria's maken gelukkig het hoofdbestanddeel uit, maar de verhaallijn blijft zwak, de recitatieven zijn soms net iets te lang en de grote finales bezitten te weinig dramatische spanning. Ze duren ook te lang, of liever gezegd: er gebeurt te weinig om ze de spanning en de climaxwerking te verlenen van de finale tweede akte van Le nozze di Figaro.

Van dat alles werd ik me heel erg bewust tijdens een voorstelling in Brussel halverwege de jaren tachtig in een enscenering van Karl-Ernst en Ursel Herrmann. Een prachtige uitvoering met vooral ontzettend mooie toneelbeelden, maar de voorstelling was zo op pure esthetiek gericht, dat de spanning na verloop van tijd steeds verder wegebde. Toen werd helemaal duidelijk dat er meer dan een goede uitvoering nodig is om La finta giardiniera levensvatbaar te maken. Er moet muzikaal en scenisch leven in de brouwerij worden gebracht en - nu ga ik heiligschennis plegen - een dirigent moet het aandurven om coupures aan te brengen. Die hoeven niet altijd groot en ingrijpend te zijn, maar wel voldoende om de partituur iets meer tempo te verlenen.

Van Nikolaus Harnoncourt hoeven we natuurlijk niet te verwachten dat hij de muziek van Mozart drastisch met de snoeischaar reduceert, maar voor zijn Züricher productie van 2006 heeft hij om te beginnen hier en daar het mes in de recitatieven gezet, en in het wat al te veel meanderende tweede en derde bedrijf durfde hij zelfs verder te gaan. Bovendien koos de om zijn langzame tempi beruchte Mozart-dirigent (men denke aan Le nozze di Figaro bij de Nederlandse Opera!) hier juist een vlotte aanpak met krachtige accenten en soms ook een verfrissende dosis pathetiek. Dat laatste horen we vooral in de uitbarstingen van de opgeblazen podestà, die hier uitgroeit tot een voorloper van Van Bett in Lortzing's Zar und Zimmermann, een resultaat dat trouwens mede te danken is aan de inzet van de tenor Rudolf Schasching. Hij maakt er een verrukkelijke karakterpartij van en leeft zich merkbaar uit in de aria waarin hij vocaal het hele orkest te lijf mag gaan.
Ook regisseur Tobias Moretti leefde zich merkbaar uit. In decors van Rolf Glittenberg en kostuums van Renate Martin en Andreas Donhauser plaatste hij de handeling in de villa van de burgemeester, een protserig bouwwerk van een 'nouveau riche' tijdens de jaren zestig of zeventig van de vorige eeuw, en ook dat heeft effect. Aldus wordt de handeling op decente wijze naar onze tijd getrokken, maar tegelijk wordt een afstand gecreëerd waardoor we verwikkelingen en intermenselijke relaties accepteren die naar onze begrippen op dit moment uit de tijd zijn.

Het resultaat van al die ingrepen blijkt gunstig te werken in een uitvoering die een half uur korter dan die in Brussel of de eerste complete (Italiaanse) opname onder Leopold Hager, al duurt het werk daarmee nog altijd langer dan een absoluut complete Nozze (die muzikaal overigens wel meer te bieden heeft). Ivor Bolton durfde in 2005 in Salzburg nog twintig minuten meer te couperen, maar eerlijk is eerlijk: dat leverde niet meer winst op, vooral omdat Harnoncourt hier de motor goed draaiende houdt. In de regie van Moretti wordt af en toe misschien iets te veel gechargeerd, maar dat zorgt in ieder geval dat de verveling weinig kansen krijgt.
Zoals verwacht kon worden van de Zürcher Opera - die blijft een van de beste van Europa - werd voor Mozart's jeugdwerk een kwalitatief hoogstaande bezetting op de been gebracht, die het juiste midden vindt tussen schitteren in individuele prestaties en hecht, homogeen ensemblespel. Rudolf Schasching gooit daarbij als acteur de hoogste ogen, de sopraan Eva Mei speelt in de centrale rol van 'Sandrina' (de 'tuinierster' uit de titel) de beste vocale troeven uit, op de voet gevolgd door Isabel Rey als haar rivale Arminda. De overige solisten bevinden zich tussen die beide uitersten, maar de doorslag wordt gegeven door de ensemblesfeer, die vooral de eerste akte tot een bijzonder overtuigend geheel maakt. De uitgave profiteert van een fraaie widescreen-opname (16:9) uit 2006 met veel theateratmosfeer en een uitstekende balans tussen toneel en orkest in het audiodeel (PCM, Dolby Digital en DTS).


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links