DVD-recensie

Tweemaal Franse operette

 

© Paul Korenhof, december 2009

 

 
 

 

 

 

 

Offenbach: La vie parisienne.

Jean-Sébastien Bou (Raoul de Gardefeu), Marc Callahan (Bobinet), Maria Riccarda Wesseling (Métella), Laurent Naouri (Le Baron de Gondremarck), Michelle Canniccioni (La Baronne), Marie Devellereau (Gabrielle), Jean-Paul Fouchécourt (Frick), Jesus Garcia (Le Brésilien), Christophe Mortagne (Prosper), Brigitte Hool (Pauline), Jean-Louis Meunier (Urbain) e.a., Orchestre et Choeurs de l'Opéra de Lyon
Dirigent: Sébastien Rouland
Regie: Laurent Pelly

Virgin Classics 51930196 O

Opname: december 2007)

 

Lehár: La veuve joyeuse.

Véronique Gens (Missia Palmieri), Ivan Ludlow (Prince Danilo), Magali Léger (Nadia/Manon), François Le Roux (Le Baron Popoff), Gordon Gietz (Camille de Coutanson/Arsène), David Lefort (D'Estillac), Alexandre Guerrero (Lérida), Jean-Philippe Marlière (Kromski), Leondro Lopez Garcia (Bogdanovitch), Marcin Habela (Pritschitch), Claire Delgado-Boge (Olga Kromska/unde grisette), Renate Arends (Sylvaine Bogdanovitch) e.a., Orchestre et Choeurs de l'Opéra de Lyon
Dirigent: Gérard Korsten.
Regie, dialogen en toneelbeeld: Macha Makeïeff.

Virgin Classics 69613692

Opname: december 2006


Een van de leukste en meest gespeelde operettes van Offenbach ('opéra bouffe' is een betere aanduiding) blijft La vie parisienne, een werk dat eigenlijk geschreven is voor een gezelschap zingende acteurs met maar één 'echte' zangeres. Daarmee stuiten we meteen op een probleem: moeten we dit werk zien als een 'klassieke operette' die zo goed mogelijk volgens de partituur moet worden uitgevoerd, of als een muzikale komedie waarbij de scenische realisatie op de eerste plaats komt en de muziek zelfs licht gearrangeerd kan worden?

Voor uitvoeringen buiten Frankrijk - en in vertaling - zou ik de tweede optie kiezen, maar voor een voorstelling in het Frans lijkt het beter de eenheid tussen tekst en muziek zoveel mogelijk te bewaren. Ook in dit werk sluiten de gezongen tekst en de muziek (inclusief de instrumentatie) zo naadloos op elkaar aan, dat iedere ingreep een verzwakking betekent. De vraag blijft alleen welke eisen aan de solisten gesteld moeten worden. De vertolkster van Metella moet een zangeres met veel gevoel voor komedie zijn, maar hoe ver mag een theater gaan in het engageren van 'acteurs' voor de overige rollen?

In de beginjaren van de dvd verscheen een opname uit de Opéra van Lyon die vooral op het theatrale aspect gericht leek en dat leverde een fikse teleurstelling op. De acteurs konden zich nauwelijks staande houden, zangtechnisch was zelfs Metella beneden de maat en bovendien was de regie gewoon niet leuk. Bovendien was gekozen voor de oorspronkelijke versie in vijf bedrijven en het feit alleen al dat de uitvoering zonder pauze bijna drie uur duurde, geeft aan dat hier niet bepaald een staaltje flitsende Franse humor geboden werd!

Eind december 2007 werd in Lyon een nieuwe versie opgenomen, ditmaal van de versie in vier bedrijven in een bewerking van Agathe Mélinand en in de regie van Laurent Pelly, en dat leverde een totaal ander resultaat op. Een feit is echter wel dat La vie parisienne op en top een theaterwerk blijft en dat zelfs in de leukste regie de humor zich moeilijk naar de beeldbuis vertalen laat. Het onvermijdelijke nadeel van een dvd is bovendien dat je als kijker de meeste grappen al snel voor gezien houdt. Dat geldt veel minder voor de muzikale humor en bij dergelijke werken betrap ik mezelf erop dat ik al bij de tweede of derde keer kijken met de afstandsbediening doorzap zodra zich een dialoog aandient.

Muzikaal is Offenbach ook hier echter een feest waarvan ik nooit genoeg kan krijgen, ondanks het feit dat de orkestklank soms minder sprankelend is dan ik zou willen. Dirigent Sébastien Rouland houdt de vaart er echter in en heeft daarbij een voortreffelijke cast tot zijn beschikking die functioneert als een perfect ensemble. Uitblinkers zijn vooral Marie Devellereau als een net niet te ordinaire Gabrielle en Laurent Naouri als een heerlijk karikaturale Zweedse baron. De Zwitserse Maria Riccarda Wesseling is in deze vrijwel geheel Franse cast een goede Metella, maar mist zowel in haar stem als in haar optreden de knipoog van de echte Offenbach-vertolkster.

Iets meer voor de dvd geschikt is Die lustige Witwe, de sprankelendste en meest 'Franse' van alle Duitse operettes. Zelf koester ik nog altijd de Franse bewerking die Pathé ooit op de plaat zette met Michel Dens als een onnavolgbare Danilo. Inderdaad, Dens was geen tenor maar een lichte bariton, het stemtype dat de Fransen prefereerden voor romantische operetterollen (het grootste theatersucces van Dens was Le pays du sourire, de Franse versie van Das Land des Lächelns), maar ook in Wenen werd en wordt Danilo regelmatig door een bariton gezongen. Het was er een van de glansrollen van Eberhard Wächter en in diens voetspoor ook van Bo Skovhus.

Eveneens uit Lyon komt een Witwe in de versie van Robert de Flers en Gaston de Caillavet die in 1909 in Parijs in première ging, en die teruggreep op L'Attaché d'ambassade van Henri Meilhac, waarop Victor Léon en Léo Stein hun libretto voor Lehár hadden gebaseerd. Daarbij werd niet alleen gebruik gemaakt van veel oorspronkelijke dialogen, maar ook van alle muziek die Lehár voor dit werk geschreven heeft, waaronder een extra duet voor Nadia (Valencienne) en Camille in het eerste bedrijf. Dat maakt de handeling iets minder flitsend, maar het draagt zeker bij aan de sfeer. Alleen is het Flers en Caillavet niet gelukt om de woordaccenten in de finale II helemaal rond te krijgen en daardoor blijf ik me juist op dat hoogtepunt van het werk altijd iets te veel bewust van de vertaling.

Jammer is bovendien dat de enscenering van Macha Makeïeff die Virgin in december 2006 in de Opéra van Lyon heeft vastgelegd, zich op sommige punten iets te ver van het origineel verwijderd heeft. Zo speelt de laatste akte zich nu opeens niet meer af in Chez Maxim, maar in een of andere tingeltangel. Met de 'champagnesfeer' verdwijnt daar ook iets van het bruisende zowel als van het satirische uit het werk weg, nog afgezien van het feit dat het toch even verbazing wekt om de hoofdpersonen in zo'n omgeving te zien rondlopen alsof zij er thuis zijn. En dat niet alleen: in deze versie zijn bijvoorbeeld de 'grisette' Manon en haar vriend 'Arsène' andere personen dan de Nadia (Valencienne) en de Camille uit de voorafgaande bedrijven. Deze ingreep ken ik in ieder geval niet uit eerdere opnamen van de Franse versie, maar ik moet ook bekennen dat ik het libretto van Flers en Caillavet nooit in handen heb gehad.

Het belangrijkste is echter dat ook de uitvoering niet echt sprankelt. Gérard Korsten dirigeert met veel flair en Véronique Gens zingt met veel flair, maar mist in haar zang de knipoog van de ware operettediva (Felicity Lott zou ideaal geweest zijn...). Ook de Danilo van Ivan Ludlow mist het uitbundige en vooral het savoir-vivre dat bij zijn rol hoort. Magali Léger (Nadia) en François Le Roux (Popoff) brengen enig leven in de brouwerij en er gebeuren ook scenisch leuke dingen, maar het totaal blijft te vlak om blijvend te bekoren.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links