![]() DVD-recensie Operette in de Opéra Comique
© Paul Korenhof, november 2014
|
Op 7 april 1923 ging Ciboulette in het Parijse Théâtre des Variétés in première als een van de laatste van de grote Franse operettes. Componist Reynaldo Hahn wilde bewust aanknopen bij een traditie die in André Messager schijnbaar zijn laatste grote vertegenwoordiger had gevonden, en hoewel hij nog enkele andere werken in dit genre zou schrijven, zou geen daarvan het succes van Ciboulette evenaren. De werken van Maurice Yvain en anderen die daarop volgden, droegen weliswaar nog steeds de naam operette, maar hun tekstboeken hadden meestal niet meer het echte karakter van een literaire komedie. terwijl zij muzikaal steeds dichter bij de 'music hall' kwamen te liggen. Terecht veroverde Ciboulette, dat zich voor een deel afspeelt in en rond de oude Parijse Hallen, vorig seizoen de oude Opéra Comique, een ideaal theater voor dit genre. Bijzonder aan de voorstelling was bovendien dat veel van de kleinere rollen werden vertolkt door leden van de ' académie de l'Opéra-Comique', de eigen opera studio van het theater, en om het bijzondere van het evenement te onderstrepen, vervulden regisseur Michel Fau en directeur Jérôme Deschamps in die productie twee hilarische gastrolletjes. Dat alles neemt niet weg dat we hier een charmante uitvoering zien en horen van een al even charmant theaterwerk van een soort dat helaas aan populariteit verliest, zeker buiten Frankrijk. Op dit punt geeft de enscenering ook een lichte knipoog met kostuums die de tijd van ontstaan oproepen en decors waarin menige verwijzing is verwerkt naar het Parijs van zowel Murger (La Vie de Bohème) als naar dat van Charpentier en diens Louise. In de hoofdrol mist Julie Fuchs het kernachtige, typisch 'Franse' sopraantimbre van zangeressen als Liliane Berton of Mady Mesplé, maar zij speelt Ciboulette met flair en overtuigingskracht. Als haar minnaar tegen wil en dank is Julien Behr met zijn lichte tenor en ook als acteur volledig op zijn plaats, maar de Franse traditie die dialogen en zang naadloos combineert, wordt vooral hoog gehouden door de bariton Jean-François Lapointe als een elegante, licht ironische Duparquet. Dirigente Laurence Equilbey had in de orkestbak misschien voor iets meer vuurwerk kunnen zorgen, maar voor liefhebbers van het genre is deze amusante uitgave zeker de moeite waard. index |
|