DVD-recensie Katie Mitchell's nep-feminisme
© Paul Korenhof, oktober 2023
|
De première van deze productie werd in Engeland aanleiding tot een discussie die tekenend is voor de mentaliteit van sommige theatermakers. Het begon er al mee dat de Royal Opera vooraf de feministische invalshoek benadrukte en waarschuwde dat het een voorstelling zou worden voor '16+'. Als reden voor dat laatste werd aangevoerd dat er sprake zou zijn van 'explicit violence and sexual harassment, scenes of sexual violence and sexual exploitation'. Die waarschuwing bleek een pr-truc zoals DNO die recentelijk ook toepaste, want verder dan een onschuldige paaldans in een decent, bijna schilderachtig bordeel ging het niet. Kinderen die weleens naar de televisie kijken, zijn meer gewend, en over de kinderen die op internet surfen - en welk modern kind doet dat niet? - zullen we het maar niet hebben. (Zo'n waarschuwing lanceerde DNO overigens niet toen het onlangs bij Mahagonny wel enig nut had; in ieder geval wisten twee ouders met opgroeiende kinderen op de rij achter ons niet hoe snel zij tijdens de bordeelscène hun kroost naar buiten moesten loodsen.) Interessant is echter wel dat diverse reacties na de première de enscenering eerder als rolbevestigend dan als feministisch omschreven! Onderwerp van Theodora (1750), het voorlaatste, religieus getinte oratorium van de toen 64 jaar oude Händel, is de christenvervolging in Antiochië onder keizer Diocletianus, waarvan Julia, een dame van nobele geboorte, verloofd met de eveneens heimelijk bekeerde Didymus, het slachtoffer wordt. Zij wordt aanvankelijk niet met de dood bestraft, maar tewerk gesteld in de tempel van Venus, het officiële Romeinse bordeel. Didymus bevrijdt haar, wordt zelf gearresteerd en ter dood veroordeeld, en als Julia aanbiedt in zijn plaats te sterven, worden zij samen geëxecuteerd. Onchristelijk terrorisme Erger is dat de arrestatie en veroordeling van Julia in feite helemaal niet zo onlogisch overkomt. Terwijl zij in woorden het christendom belijdt, zien wij haar namelijk met haar vriendin Irene in de keuken van de ambassade bommen vervaardigen die duidelijk bedoeld zijn voor onchristelijke doeleinden. (Het daarop volgende koortje van christenen, houdt zich trouwens ook niet zo 'religieus' bezig: we zien hoe zij gezamenlijk een kerstboompje optuigen dat bij de dreiging van onraad verstopt wordt als ware het een staatsgevaarlijk symbool.) Ook zonder dat terroristische element komt een ambassadeur die zijn keukenmeisje tot werk in een bordeel en daarna tot de doodstraf veroordeelt toch enigszins vreemd over. De hele 'rechtspraak' verloopt hier trouwens merkwaardig en wordt vooral ridicuul als de bewakers van de ambassade met de veroordeelde Didymus, nu in een bordeeljurk gekleed, naar de keuken komen om hem daar te executeren. Julia's aanbod om zijn plaats in te nemen en de uiteindelijke veroordeling van hen beiden vindt dan in diezelfde keuken plaats, waarna de doodstraf wordt voltrokken door hen beiden op te sluiten in de koelcel. (Leuke vondst overigens voor het laatste tafereel van een gemoderniseerde Aida.) Op dat moment lijkt Mitchell zich bewust dat zij iets meer moet doen om de voorstelling feministisch te laten lijken. Tot dan toe waren de vrouwen steeds speelballen in handen van de mannen, en als zij al even het heft in handen namen, werd dat meteen afgestraft (ook letterlijk). Heerlijk voor haar dat de tekst van het koor meer commentariërend dan handelend is, want nu kan Irene zich opwerpen tot aanvoerster van het (vooral vrouwelijke) opstandige deel daarvan, de mannen overrompelen en Theodora en Didymus bevrijden. En in de laatste scène doodt Julia dan met een welgericht schot haar werkgever, de misogyne ambassadeur die zo onvriendelijk was haar tot bordeeldienst te veroordelen. Eind goed al goed dus in deze versie, althans voor de vrouwen en de vrouwvriendelijke Didymus! Kamertjesdecor Dieptepunt in dit opzicht is de bordeelscène waarin twee paaldanseressen hun virtuositeit demonstreren tijdens Julia's wanhopige 'With darkness deep'. Zij gaan daar enthousiast mee door (al zien we dat op het tv-scherm niet zo goed als de bezoekers in het theater) als Julia daarna in een ander kamertje begint aan haar 'Oh, that I on wings could rise', hier uitlopend op een halve verkrachting waarbij zij erin slaagt zich van het pistool van haar aanvaller meester te maken. Wat bij dat alles de relatie is met tekst en muziek? Ik heb er geen flauw idee van. Wat daarna allemaal gebeurt in de diverse vertrekken van het constant heen en weer schuivende decor van Chloe Lamford, is evenmin altijd duidelijk. Wel krijg je als toeschouwer de indruk dat het bordeel in feite bestaat uit een paar als zodanig ingerichte kamers in een ambassade waarin het vrouwelijk personeel als slavinnen en mogelijk als sekswerksters wordt uitgebuit. Dat zou ook de bommen kunnen verklaren, al lijkt het mij logischer als die vrouwen gewoon de benen nemen om via het dichtstbijzijnde vrouwenhuis de bijstand te zoeken van een advocaat. De uitvoering Over dat laatste maak ik mij geen zorgen als het gaat om de titelrol van Julia Bullock en de Irene van Joyce DiDonato. Bullock's Theodora krijgt hier zelfs een opmerkelijk krachtige en gedreven vertolking, minder licht en lyrisch dan voor deze rol gebruikelijk is, maar wel passend bij bevlogen terroriste die aan de keukentafel bommen in elkaar zet. Als haar trouwe vriendin is Joyce DiDonato de bekende rots in de branding, mooi rond van timbre en met een persoonlijkheid die de toch wat schimmige en onderdanige rol van Irene iets meer allure weet te geven. Uitmuntende bijdragen zijn er eveneens van de kruidige Roemeense bariton Gyula Orendt als een onsympathieke en zelfingenomen Valens, niet alleen 'vrouwonvriendelijk', maar waarschijnlijk gewoon onvriendelijk tegen iedereen. De Septimius van de tenor Ed Lyon is vocaal en in uitbeelding minder scherp gekarakteriseerd, maar dat past ook wel bij een personage dat niet kan kiezen tussen vriendschap en trouw aan het gezag. Ik kreeg trouwens de indruk dat Mitchell ook niet precies wist wat zij met deze rol wilde; in ieder geval leek de kleine rol van de keukenhulp Marcus (in de partituur een boodschapper) van de helder getimbreerde Zuid-Afrikaanse tenor Thando Mjandana meer reliëf te krijgen. Tot slot een woord over het bijgesloten foldertje van acht pagina's, in dit geval door Opus Arte zowaar voorzien van een scènelijst met de nummers van de tracks. Irritant is echter het feit dat zowel in dit 'booklet' als achterop het doosje de namen van de solisten nog wel redelijk leesbaar zijn, maar dat hun rollen werden afgedrukt met een minuscuul donkerrood lettertje op een zwarte, naar hetzelfde donkerrood overlopende ondergrond. Onleesbaar dus! index |
|