DVD-recensie

Anja Harteros schittert in tour-de-force

 

© Paul Korenhof, december 2011

 

 

Händel: Alcina
Anja Harteros (Alcina), Vesselina Kasarova (Ruggiero), Veronica Cangemi (Morgana), Kristina Hammarström (Bradamante), Alois Mühlbacher (Oberto), Benjamin Bruns (Oronte), Adam Plachetka (Melisso), Les Musiciens du Louvre - Grenoble
Dirigent: Marc Minkowski
Regie: Adrian Noble
Decors en kostuums: Anthony Ward

ArtHausMusik 108 028 (Blu-ray)

Opname: Wenen, november 2010


De vocale soliste tijdens de komende kerstmatinee van het KCO, in het buitenland een wereldster, is in Nederland nog nagenoeg onbekend. Enkele jaren geleden besteedde ik op deze site al aandacht aan de eerste cd's van de Duits-Griekse sopraan Anja Harteros, die zich aanvankelijk vooral presenteerde als Mozart-sopraan. Inmiddels concentreert haar repertoire zich op componisten als Wagner en Verdi, en niet op de laatste plaats Richard Strauss. In München geldt zij momenteel als de 'residerende' Marschallin in Der Rosenkavalier en het is dan ook heel toepasselijk dat het Nederlandse publiek haar leert kennen in de Vier letzte Lieder.

Dat haar activiteiten in het 'grote repertoire' beslist niet ten koste zijn gegaan van haar lyriek en haar vocale beweeglijkheid, bewees Harteros vorig jaar in de Weense Staatsopera met een luid bejubelde vertolking van de titelrol in Alcina. Haar volle, ronde timbre plooide zij moeiteloos naar zowel Händel's muziek als naar het verfijnde spel van Les Musiciens du Louvre onder Marc Minkowski, haar coloratuurtechniek bleek daarbij adembenemend en met haar spel beheerste zij de hele voorstelling.
Veel echte 'Händel-zangeressen' hebben moeite met het uitbeelden van de vaak tegenstrijdige kanten in het karakter van deze mythische tovenares en verleidster, en vooral haar boosaardig fanatisme dreigt daarbij op de achtergrond te raken. Niets daarvan bij Harteros, die juist de manipulatieve, nu eens bezeten dan weer smachtende kanten van Alcina tot de spil van de voorstelling maakt. Hoogtepunt daarbij worden haar twee grote aria's in het tweede bedrijf. Bij de splitsing van de voorstelling in twee delen vielen die in Wenen vóór en na de pauze (vandaar dat we Minkowski daar even half buigend in beeld krijgen), maar mede door een coupure in het tussenliggende deel volgen zij op de dvd kort na elkaar en versterken daarmee de indruk van een adembenemende tour-de-force.

Denkt u nog steeds dat een opera van Händel saai is? Dan kan deze uitvoering daar verandering in brengen! Niet alleen dankzij de fenomenale titelrol van Harteros, het fonkelende en geacheveerde spel dat Minkowski aan zijn musici weet te ontlokken, maar natuurlijk ook dankzij de als altijd vocaal indrukwekkende Ruggiero van de Bulgaarse Vesselina Kasarova. Jammer alleen dat de laatste zorgt voor het enige minpuntje in de uitvoering, doordat zij in haar spel het 'mannelijke element' van haar travestierol te veel wil benadrukken. Natuurlijk spel is altijd overtuigender, ook voor een mezzosopraan met een broek aan…
Hoe het overtuigender kan, bewijst de Zweedse mezzosopraan Kristina Hammarström als een nobele Bradamante in een rol die zelfs niet eens een 'echte' travestierol is, maar die van een vrouw die tijdelijk een man speelt. In alle opzichten overtuigend is ook de Argentijnse sopraan Veronica Cangemi als Morgana, het altijd wat ondergeschoven zusje van Alcina en gelijkwaardige vertolkingen komen van de Duitse tenor Benjamin Bruns als Alcina's protégé Oronte en de Tsjechische bas-bariton Adam Plachetka als Bradamante's voogd Melisso. Het Oostenrijkse aandeel in deze zeer internationale bezetting wordt met opmerkelijke overtuigingskracht vertegenwoordigd door Alois Mühlbacher, een St. Florianer Sängerknabe, als de jonge Oberto wiens vader een van de slachtoffers van Alcina's toverkunst is geworden.

Niets dan lof ook voor de inventieve enscenering van Adrian Noble en de ingenieuze toneelbeelden van Anthony Ward, die een wel heel bijzondere draai aan het verhaal geven. In een levendige en gedetailleerde personenregie presenteert Noble het verhaal van Alcina en haar tovereiland als een voorstelling die in Devonshire House, in het Londense Piccadilly, wordt verzorgd door Giorgiana Cavendish, de hertogin van Devonshire, die daarbij zelf de titelrol voor haar rekening neemt. De overige rollen bedeelt zij toe aan haar zuster, haar echtgenoot, haar minnaar, haar vriendin, haar schoonzuster en de politicus Charles James Fox, en het geheel is dus gesitueerd in een een decor dat elementen van een Londens 'stadspaleis' combineert met kleurrijke en fraai contrasterende fantasiebeelden.

De door mij bekeken blu-raydisc is een waar juweeltje. De toch al fraai opgenomen beelden worden weergegeven met een bijna onwaarschijnlijke scherpte, terwijl de muziek prachtig in balans en dieptewerking uit de luidsprekers komt. Om dit te bereiken heeft de de Weense Staatsopera, van nature niet echt een theater voor Händel, de zangers moeten uitrusten met nauwelijks zichtbare draagmicrofoons, een procédé waar ik normaal niet zo weg van ben, maar dat hier schitterende resultaten oplevert. Tot slot wijs ik graag op het begeleidende boekje met een lezenswaardig artikel van Donna Leon over de sterk sexueel getinte dubbele bodems in het (anonieme) libretto.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links