DVD-recensie © Paul Korenhof, mei 2020
|
Tijdens een vakantie in Brazilië vond ik ooit het vrijwel complete oeuvre van Antônio Carlos Gomes (1836-1896), een componist die ik alleen kende van enkele losse aria's in opnamen van o.a. Caruso en Gigli. Meer nog dan door die oude platen was mijn belangstelling voor zijn muziek gewekt door een uitspraak van Verdi die de Braziliaanse, maar vooral in Italië werkzame componist ooit 'een waar muzikaal genie' had genoemd. Voor Verdi's oordeel over Gomes' muziek ontdekte ik gegronde redenen, maar door zowel het ontbreken van libretti als de niet altijd ideale uitvoeringen kreeg ik geen echt goede indruk van zijn muziekdramatische kwaliteiten. Daarvan werd ik pas overtuigd toen ik in 1994 in Bonn een door John Neschling gedirigeerde live-opname van Il Guarany met Plácido Domingo en Carlos Álvarez meemaakte. De hoop dat die opname tot grotere internationale belangstelling voor Gomes' oeuvre zou leiden, werd helaas echter niet bewaarheid. Ook de registratie van de Italiaanse première van Lo schiavo zal daaraan weinig veranderen, mede door het werk zelf. Hoewel hij een Italiaans libretto van Rodolfo Paravicini gebruikte, had Gomes zijn opera nadrukkelijk bedoeld als protest tegen de in zijn vaderland nog altijd niet afgeschafte slavernij. De situering van het verhaal in de 19de eeuw was in het Brazilië van die tijd echter riskant en dus werd het verhaal verplaatst naar de 16de eeuw, toen de Portugese kolonisten zich tevreden stelden met het uitbuiten van de Tamoyos en andere inheemse stammen. Dat lag politiek heel wat minder gevoelig! Deze en andere verwikkelingen maakten dat de première pas na negen jaar, op 27 september 1889, in Rio de Janeiro plaats vond, een paar maanden nadat daar de slavernij was afgeschaft en de angel uit het werk was gehaald. Desondanks werd het een groot succes, maar toch kwam het nooit tot een uitvoering in Italië, ondanks het feit dat Gomes daar als operacomponist een positie bekleedde die vergelijkbaar was met die van Amilcare Ponchielli. Een eerste probleem met de uitvoering die vorig jaar in Cagliari werd opgenomen, is dat niet werd teruggegrepen op het originele libretto. De situering in het Brazilië van Tamoyos en Portugese kolonisten maakt Lo schiavo tot weinig meer dan een naïef folkloristisch verhaaltje. Een sterk libretto had daaraan meer dramatische kracht kunnen verlenen, maar Paravicini's tekst komt weinig verder dan merendeels tweedimensionale karakters in clichématig situaties. De enscenering van Davide Garattini Raimondi voegt daaraan weinig toe, terwijl de soms ridicule kostuums van Domenico Franchi het folkloristische element een amateuristisch karakter geven. Muzikaal staan de zaken er echter beter voor en dat is dan vooral te danken aan Neschling, die ook hier een krachtig pleidooi houdt voor een componist voor wie Verdi terecht zo'n bewondering had. Mooie aria's, goede ensembles waaronder een sterk sopraan-tenorduet in het eerste bedrijf, fraai opgebouwde melodische climaxen en een knappe orkestratie maken het beluisteren ten volle waard, terwijl instrumentale details regelmatig bijdragen aan de dramatische sfeer. Meer dan eens wordt duidelijk dat Gomes de partituren van Verdi goed gekend moet hebben! In de beide hoofdrollen horen we een warm getimbreerde, soms licht flakkerende Ilàra van Svetla Vassileva, die met een intieme voordracht en fraaie pianissimo's haar soloscène in het laatste bedrijf tot een van de hoogtepunten maakt. Als haar geliefde Américo klinkt de wat monochrome tenor van Massimiliano Pisapia eerder betrouwbaar dan romantisch, maar de met helder verdiaans brons gezongen Iberè van de bariton Andrea Borghini verdient gehoord te worden. Dat Lo schiavo als opera toch bij vlagen sterk overkomt, is behalve aan de vertolkingen van Vassileva en Borghini vooral te danken aan Elisa Balbo, een fraai getimbreerde en goed acterende sopraan met heldere coloraturen, die van de gravin Di Boissy, een tegenstandster van de slavernij, een overtuigend karakter weet te maken. Opmerkelijk is eveneens de bas Dongh Kim in een mooie dubbelrol, in het eerste bedrijf als vader van Américo en later niet minder markant als stamhoofd. Met het uitmuntend reagerende koor en orkest van het Teatro Lirico in Cagliari houdt Neschling hier nogmaals een pleidooi voor de muziek van Gomes, die door Dynamic in een helder stereobeeld werd vastgelegd. Wie het beeld er niet bij wil hebben, kan de uitvoering ook op cd aanschaffen (en is wellicht iets goedkoper uit). index |
|