DVD-recensie

Traditioneel met anachronismen

 

© Paul Korenhof, juni 2014

 

Donizetti: Don Pasquale

Alessandro Corbelli (Don Pasquale), Danielle de Niese (Norina), Nikolay Borchev (Dr Malatesta), Alek Shrader (Ernesto), James Platt (Een notaris), Glyndebourne Chorus, London Philharmonic Orchestra
Dirigent: Enrique Mazzola
Regie: Mariame Clément

Opus Arte OA 1134 D

Opname: Glyndebourne, 6 augustus 2013

 

De productie van de Franse regisseuse Mariame Clément die vorig jaar in Glyndebourne werd opgenomen, gooit het over een andere boeg. Met de toneelbeelden van Julia Hansen sluit zij schijnbaar aan bij de periode waarin het werk speelt, maar daarbij veroorlooft zij zich niet alleen diverse anachronismen, zij presenteert ook een 'moderne' benadering van de personages die op onderdelen wringt met dat tijdsbeeld en die daarbij consequenties heeft voor de plot.

Het begint allemaal nog wel grappig met een draaitoneel waarop we achtereenvolgens de slaapkamer van Don Pasquale, die van Ernesto en die van Norina te zien krijgen. Dat Don Pasquale een huishoudster heeft, is bovendien nog wel logisch, maar het vrijpostige optreden van de sterk manipulerende en niet altijd even sympathieke Malatesta roept enkele vraagtekens op. Dat gebeurt vooral in het derde tafereel: niet alleen blijkt Norina daar geen roman te lezen maar te schrijven, wat haar karakter al enigszins verandert, maar ook strooit de regie met aanwijzingen dat er tussen haar en Malatesta een heel wat intiemere relatie bestaat dan we gewend zijn. Dat is op zich geen probleem - zeggen wij als moderne mensen - hoewel het de bezwaren van Don Pasquale tegen het huwelijk van zijn neef wel begrijpelijker maakt. Niet alleen sluiten zij aan bij de in de 18de eeuw nog gebruikelijke weerstand tegen een huwelijk met een weduwe, maar het suggereert bovendien dat Norina daarnaast ook nog enigszins lichtzinnig is.
Afgezien daarvan moeten we ons afvragen met welke motieven Malatesta wil helpen om het huwelijk tussen Norina en Ernesto mogelijk te maken. Om via Norina mee te kunnen profiteren van het geld van Don Pasquale als deze overleden is? Of omdat het voor hem makkelijker wordt Norina te bezoeken als zij weer officieel getrouwd is? Kortom: een schijnbaar conventionele enscenering met iets te sterk aangezette komische elementen roept uiteindelijk meer vragen op dan zij beantwoordt. 

Een leuk eigenzinnigheid van de regie is overigens het 'bediendenkoor' in het tweede bedrijf, dat in deze voorstelling een groep welgestelde 18de-eeuwse theaterbezoekers wordt die commentaar op de voorstelling leveren à la De liefde van de drie sinaasappelen . De scène die zij 'zien', Norina en Ernesto in omhelzing op het bed van de laatste, roept daarbij sterke associaties op met een bekende prent van Manon en Des Grieux, een verhaal dat zich in dezelfde periode afspeelde. Waarom diezelfde toeschouwers aan het begin van het laatste tafereel opeens 'op het toneel' zitten te picknicken en daarbij met Ernesto meezingen, blijft echter weer een onopgelost raadsel.

Muzikaal vrolijk geheel
Wie geen vragen stelt en lekker onderuit wil genieten van een komische opera, is bij deze opname aan het juiste adres. Dirigent Enrique Mazzola is misschien niet de grootste belcanto-expert en zaken als legato en kleuring zouden meer aandacht mogen krijgen, maar dankzij het voortreffelijke spel van het London Philharmonic Orchestra maakt hij er een muzikaal onderhoudende voorstelling van. Het draaitoneel maakt dat het tempo van de voorstelling nauw aansluit bij het komische ritme van Donizetti's partituur, maar het algehele streven naar tempo mag niet ten koste gaan van de tekst: die moet ook bij een hoge snelheid verstaanbaar blijven. Hier wordt het befaamde stretta van Don Pasquale en Malatesta door de dirigent echter zo snel genomen dat de zangers weinig meer kunnen doen dan staccatoklanken voortbrengen. De muzikale grap is echter niet gelegen in het feit dat twee zangers in het juiste ritme kunnen blijven, maar in het feit dat zij hun tekst in een enorm hoog tempo produceren zonder over de woorden te struikelen!

Een ander probleem in de huidige operawereld lijkt dat operadirecties kennelijk niet meer geloven dat een opera van zichzelf 'leuk' kan zijn. Een muzikale komedie moet dus worden 'opgeleukt' en het begint ermee dat voor bepaalde hoofdrollen niet wordt gezocht naar zangers met komische talenten, maar naar echte 'buffo-specialisten'. Zo gelooft niemand kennelijk nog dat de titelrol in Don Pasquale juist profiteert van een serieuze bas met gevoel voor humor en timing die zijn rol ook serieus benadert, zoals bij ons zangers als Guus Hoekman, Hubert Waber en Henk Smit bewezen hebben.
Alessandro Corbelli is van huis uit een bariton die ook meer dan eens de rol van Malatesta heeft gezongen, maar als geroutineerde buffo wordt hij bij de huidige armoede aan goede bassen meestal als buffo-bas ingezet. Aan zijn stem is te horen dat hij niet meer de jongste is, maar hij kwijt zich nog altijd uitstekend van zijn taak, al blijf ik erbij dat ik hier liever een mooie (en niet afgezongen) serieuze bas had gehoord. Als Malatesta horen we de jonge Russische bariton Nikolay Borchev, een licht getimbreerde zanger met een goede projectie in een levendige vertolking, al wens ik hem wel toe dat hij ooit kan werken met een dirigent die hem iets meer belcanto-techniek kan bijbrengen. Niet iedere bariton is een Giuseppe De Luca en dat verwacht ik ook niet, maar ik krijg steeds meer de indruk dat moderne zangers ook niet meer naar grote voorgangers luisteren, laat staan dat zij er een voorbeeld aan nemen.

Dat laatste geldt ook voor het liefdespaartje in deze uitvoering met als Ernesto de aanvankelijk wat kelige maar steeds soepeler zingende Alek Shrader. Daarbij demonstreert deze jong Amerikaanse tenor dat hij beschikt over het lichte timbre en de techniek om vooral voor Mozart en Rossini een belofte voor de toekomst te zijn. De ster van de voorstelling is echter Daniele De Niese, sinds haar huwelijk met de kleinzoon van John Christie min of meer de 'huissopraan' van Glyndebourne voor het lyrisch-virtuoze repertoire. De rol van de zelfbewuste Norina lijkt haar op het lijf geschreven en zowel haar zang als haar spel is een aaneenschakeling van sprankeling en virtuositeit waaraan hooguit in de meer lyrische delen iets ontbreekt van de charme waarmee een zangeres als Graziella Sciutti de rol wist te kleuren. Over kleuring gesproken: zouden jonge zangers nog wel eens luisteren naar de opname die de volmaakte eenheid die Tito Schipa en Toti Dal Monte bereikten in hun opname van het duetje 'Tornami a dir'. Daarvan valt toch ook wel iets te leren, zou ik zeggen!

De in klank en beeld uitstekend geproduceerde dvd gaat vergezeld van een drietalig boekje (zonder trackindeling.) met onder meer een lezenswaardige toelichting van de regisseuse, waarin zij overigens de meeste vraagtekens niet opheldert. Overigens demonstreert deze opname wel een nadeel van de moderne boventiteling: meer dan eens horen we het publiek lachen om wat zij lezen voordat de tekst in kwestie gezongen is.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links