![]() DVD-recensie Een ware belcanto-koningin
© Paul Korenhof, juni 2014
|
Deze dvd bevestigt wat de rechtstreekse radio-uitzending reeds had geleerd:
de eerste uitvoering van Maria Stuarda in de Met was vooral een
triomf voor Joyce DiDonato. Haar portrettering van de tragische Schotse
koningin is donkerder van kleur dan die van Beverly Sills die er veertig
jaar geleden aan de New York City Opera een onvergetelijke indruk mee
maakte, bezit meer persoonlijkheid dan die van Sutherland en overtreft
die van Caballé in tragische betrokkenheid. In dramatiek laat zij
zich het beste vergelijken met Leyla Gencer en in intensiteit met Janet
Baker, maar in feite combineert haar vertolking het beste van alle andere. Het vderhaal van deze opera is natuurlijk voor het overgrote deel pure
fictie, maar het blijft heerlijk dat het theater op deze manier een andere
werkelijkheid kan scheppen. De 'echte' werkelijkheid en bel canto gaan
zelden samen en op opera's als Maria Stuarda moet je geen regisseur
loslaten die onder het mom van 'actualisering' allerlei elementen toevoegt
die er beslist niet in zitten. Na de mislukkingen met het 19de-eeuws bel
canto bij De Nederlandse Opera werd het dieptepunt voor mij overigens
bereikt met de enscenering van La sonnambula door Jossi Wieler
in Stuttgart. Deze regisseur, hier welbekend door zijn rampzalige Da Ponte-cyclus,
plaatste de half-tragische liefdesgeschiedenis van Amina in een bekrompen
en benauwende dorpsgemeenschap, maar sloeg daarbij de plank muzikaal echt
volkomen mis. Als er één opera is waarin het koor met een
paar hupfalderidee-deuntjes tot absolute non-entiteit wordt gereduceerd,
is het deze opera van Bellini en datzelfde koor vervolgens een dramatische
hoofdrol toebedelen getuigt van totaal onbegrip voor het werk in kwestie. Met Maria Stuarda nam de Met geen risico's en als het om de 'plaatjes' gaat, bood de enscenering van David McVicar een levendige en kleurrijke aansluiting met het Elizabethaanse theater. Veel belangrijker is echter de door hem uitgewerkte personenregie die niet alleen Maria en Elisabetta als twee tegenstrijdige karakters tegenover elkaar plaatst, maar die ook de minder interessante rol van Leicester in zijn confrontatie met Elisabetta enige diepgang weet te verlenen. Heel knap is ook zijn uitwerking van de beruchte finale I waarin Maria haar rivale voor 'bastaard' uitscheldt. Meestal zien we in dit werk een overwegend statisch ensemble met iedereen keurig op een rijtje om de stemmen goed bij elkaar te laten komen, maar McVicar weet zowaar een behoorlijke dosis actie te bereiken die nog op de tekst gebaseerd is ook. Conclusie: een visueel aantrekkelijke registratie van een door de bank genomen uitstekende voorstelling die vooral hoge ogen gooit door de magistrale titelrol van Joyce DiDonato. Na het verdwijnen van het label EMI worden de Met-producties uitgebracht onder de vlag van Erato, maar dat heeft niet geleid tot gebruiksvriendelijker dvd-boekjes. Ook nu weer twaalf bladzijden met een voorkeur voor een kleine witte letters op een glanzende zwarte ondergrond (leesbaarheid staat niet hoog in het vaandel) en natuurlijk weer géén track-indeling (wie iets zoekt, mag lekker zoeken). In afwijking van het dvd-boekje heb ik bij de rolverdeling hierboven trouwens gebruik gemaakt van de aanduidingen in de (Italiaanse) partituur. index |
|