![]() DVD-recensie De jonge Domingo in volle glorie
© Paul Korenhof, november 2010
|
||
Plácido Domingo - My Greatest Roles - Volume 2: VerdiVerdi: Otello Verdi: Ernani Verdi: Il trovatore Warner 50-51865-8871-2-6 (3 dvd's + bonus-dvd) Inmiddels is de dvd zo lang op de markt, dat er links en rechts al druk gerecycled wordt en soms zit daar dan een uitgave tussen die het loont om gesignaleerd te worden. Zo bracht Warner onlangs twee dozen uit die terecht betiteld werden als Plácido Domingo - My Greatest Roles. De eerste doos bevat drie opera's van Puccini, de in 1992 in Rome op de historische locaties opgenomen Tosca met Catherine Malfitano, een prima gezongen uitgave waarvoor ik niet echt warm loop, een veel interessantere Londense Manon Lescaut uit 1983 met Kiri Te Kanawa en de legendarische registratie van La fanciulla des west uit datzelfde jaar, eveneens uit Covent Garden, met Carol Neblett. Een andere doos werd aan Verdi gewijd met drie totaal verschillende opera's, de onstuimige 'vroege' Ernani, de nog altijd opwindende Il trovatore uit de middenperiode en de op één na laatste opera van de componist, Otello. Een uitgave om even in de gaten te houden. De prijs ligt onder de helft van wat u voor de losse uitgaven kwijt zou zijn en daarvoor wordt een bonus-dvd meegeleverd waarop Domingo in interviewvorm uitgebreid ingaat op de drie uitgevoerde opera's en zijn ervaringen met de tenorrollen daarin. Otello Videoregisseur Brian Large concentreerde zich volledig op de personages, en dan natuurlijk in het bijzonder op Domingo en Kiri Te Kanawa die hier een bloedstollend mooie Desdemona zingt. Niet alleen was zij een van de mooiste lyrische sopranen van haar tijd, maar daarbij had zij ook nog eens een bijzondere artistieke relatie met Solti, die haar keer op keer boven zich zelf liet uitstijgen. Haar duet met Domingo in de derde akte en diens daarop volgende monoloog vormen daarmee in alle opzichten het hoogtepunt van de voorstelling, want eerlijk is eerlijk: dit is Domingo op zijn vocale hoogtepunt. Zijn stem klinkt hier nog met de tenorale helderheid die hem in de eerste twee decennia van zijn carrière kenmerkten, alles lukt hem schijnbaar moeiteloos, in spel en uiterlijk straalt hij nog een enorme jeugdigheid uit, maar als vertolker was hij echter al volledig 'uitgerijpt'. Hij zou zijn rol later nog diverse malen op video laten vastleggen, altijd indrukwekkend en de moeite waard, maar toch nooit meer met de onbevangenheid die hem hier nog kenmerkt. Jammer alleen dat de Jago van Sergej Leiferkus muzikaal niet helemaal op het niveau staat van zijn sterk uitgewerkte karakterisering. Niet alleen is hij - zeker naast de veel donkerder Otello van Domingo - te tenoraal van timbre, maar ook komt hij regelmatig een fractie te laat, wat vooral stoort aan het slot van het tweede bedrijf. Ernani Minder enthousiast was ik over Mirella Freni, een zuiver lyrische sopraan in een partij die toch meer neigde naar het spintokarakter, maar onder de stuwende leiding van Muti kwam zij een heel eind. Een ander minpuntje is het toneelbeeld van Ezio Frigerio met veel metaal en andere gladde oppervlakken, waardoor de stemmen niet optimaal geprojecteerd werden en het vocale klankbeeld ietwat dun overkwam. Dat Luca Ronconi daarin een heldere en alleszins acceptabele regie neerzette, is weliswaar meegenomen, maar juist deze 'zangersopera' zou gediend zijn met meer aandacht voor die zangers. De beeldkwaliteit kan er zeker nog mee door, maar staat toch niet op het niveau van de hierboven besproken Otello en wordt soms ontsierd door het waterige lijnenpatroon dat we vaker bij oudere video-opnamen tegenkomen. Il trovatore Domingo, het moet gezegd worden, overtuigt in de duetten en de lyrische lijnen misschien meer dan op de uitbundiger momenten, maar zijn Manrico blijft een vertolking op het hoogste niveau, ook als hij met zijn B in 'Di quella pira' voor sommige fanatici in de schaduw blijft van een 'ridder van de hoge c' als Bonisolli in de eerder opname. Aan de andere kant versterkt dat de ensemble sfeer van deze opname, die het werk ver laat uitstijgen boven het niveau van een 'stemmencircus'. Van Raina Kabaivanska heb ik op sommige momenten het gevoel dat dit niet echt haar opera is, vooral omdat zij niet het sterke borstregister van de echte Verdi-sopraan heeft, maar met haar mooi lyrische Leonora, de betrokken Azucena van Cossotto (geen groot actrice maar wat een zangeres!) en de in belcantostijl gezongen Ferrando van José van Dam is de basis gelegd voor een opwindende Verdi-opname die wordt bekroond door de vocaal en scenisch absoluut magistrale Luna van Piero Cappuccilli. Wat een vertolking! Dit was misschien wel de laatste grote Verdi-bariton, want een mogelijke opvolger heb ik nog steeds niet gehoord. Karajans eigen regie maakt er in toneelbeelden van Teo Otto een fraai romantisch en net niet kitscherig plaatjesboek van, maar als historisch document is dit zonder meer een grootse (her)uitgave. Beeld en klank komen na ruim veertig jaar nog altijd fris en helder over, zeker bij enige afstand van de beeldbuis, en dat op zich is ook al heel bijzonder. Minder enthouasist ben ik over de tv-regie van Günther Schneider-Siemssen, die met filters af en toe wat 'sfeervolle vlekken' an het beeld toevoegde, waaronder een wel heel erg grote grijze vlek tijden het duet 'Ai nostri monti'. Maar hoe het ook zij, alleen deze Trovatore maakt dit al tot een uitgave die de liefhebber niet mag missen! Bonus-dvd index |
||