The Callas Conversations -
Volume II: L'invitée du dimanche (1969)
Le Monde de la Musique
Maria Callas in gesprek met Pierre Desgraupes, Luchino Visconti e.a. (Parijs, 20 april 1969).
Maria Callas in gesprek met Bernard Gavoty (Parijs, 14 juni 1964)
Maria Callas repeteert Norma (fragment - Parijs, mei 1964).
EMI Classics DVB 38845799
Het blijft verbazend dat zo weinig video- en filmmateriaal van Maria
Callas bewaard is gebleven, maar het zegt ook iets over de zorgvuldige
manier waarop zij haar carrière geleefd heeft - want Callas 'leefde
haar carrière', om het zo maar eens te stellen. Dat blijkt ook weer
tijdens het ruim vijf kwartier durende gesprek met haar, dat de Franse
televisie op zondag 20 april 1969 uitzond. Vier jaar na haar laatste
optreden droomde Callas toen van een comeback, maar zij was ook opvallend
eerlijk over zichzelf en tegenover zichzelf. Al tijdens haar hoogtijdagen
was deze perfectioniste zelden of nooit tevreden met zichzelf, dus
een nieuwe confrontatie met haar publiek moest 'áf' zijn, en dus is
het er nooit van gekomen. Wie het nog niet wist, hoort hier wederom
dat talent alleen maar de basis is, maar dat je twintig uur per dag
moet werken om 'een Callas' te worden, en dat er jaren van keiharde
studie aan voorafgaan. En natuurlijk die ijzeren discipline die haar
de bewondering bezorgde van iedereen die ooit met haar gewerkt heeft.
Elvira de Hidalgo vertelt erover in een filmfragment waarin zij vertelt
over Callas als studente, de verhalen van collega's, dirigenten en
regisseurs zijn welbekend, en zelf benadrukt zij het ook keer op keer.
Haar talenten waren enorm, maar het succes is haar nooit komen aanwaaien!
Centraal in deel 1 van The Callas Conversations stonden haar befaamde
gesprekken met Lord Harewood, het leeuwedeel van deel 2 wordt ingenomen
door het Franse tv-programma L'Invité(e) du dimanche, waarin zij op
20 april 1969 te gast was. En zij niet alleen, ook Francesco Siciliani,
die haar ooit op voorspraak van Tullio Serafin haar eerste belangrijke
contract in Italië had aangeboden, en Luchino Visconti, haar regisseur,
steun en toeverlaat bij enkele van haar grootste Scala-producties.
Boeiend materiaal voor haar bewonderaars en voor iedereen die inzicht
wil krijgen in zowel de carrière van de Grieks-Amerikaanse diva als
in het functioneren van de operawereld. Althans de toenmalige operawereld.
Niet alleen leven we nu in andere tijden, maar ik ben ook bang dat
diezelfde Callas het nu een stuk moeilijker zou hebben. Visconti en
Zeffirelli behoorden tot de grootste regisseurs van hun tijd, maar
zij waren dienstbaar aan de opera en aan persoonlijkheden als Maria
Callas, terwijl Callas op haar beurt dienstbaar bleef aan de muziek.
Dat zou nu totaal anders zijn. Wie een voorstelling met Gheorghiu
of Netrebko meemaakt, krijgt soms de indruk dat de componist en zijn
muziek op de derde plaats staan, ná (in die volgorde) de regisseur
en de sterzangeres. Het zij zo.
Het gesprek zelf wijst trouwens ook op andere tijden. Zo'n uitzending
van bijna anderhalf uur met relatief weinig muziek zou nu onmogelijk
zijn, maar wel bleken de Fransen toen al een aardig onderweg naar
de stijl waarin de huidige Nederlandse televisiemaker zo'n programma
zou aanpakken: proberen zelf zo veel mogelijk aan het woord te zijn
en daartoe je gasten op de meest ongelegen momenten interrumperen.
Maar goed, Callas kon daar zelf ook iets van en wordt op dat punt
zelfs door Visconti terechtgewezen. Het zorgt voor levendige en informatieve
televisie, hoewel ik moet zeggen dat de gesprekken met Lord Harewood
toch meer inzicht en meer informatie boden. Opmerkelijk is wel dat
Callas hier nog negatiever praat over Tosca. Niet alleen heeft
zij weinig sympathie voor de titelheldin in die opera, maar zij vindt
het werk op sommige punten ook ongeloofwaardig. Leuk zijn in het verlengde
daarvan haar opmerkingen over Carmen, een personage dat haar
nog veel minder ligt en waaraan zij zich nooit in het theater heeft
willen wagen. Op de vraag van een van haar gespreksgenoten waarom
zij dat niet gedaan heeft, reageert zij zelfs met: 'De doodstraf
staat er niet op als ik het niet doe, dus waarom zou ik?'
De muzikale illustraties zijn afkomstig van haar Hamburgse en Parijse
concerten, maar daarnaast is er ook een bijzonder fragment uit de
repetities voor Norma in mei 1964 in de Opéra met ruim drie
minuten tot dusver (mij) onbekend beeldmateriaal.