DVD-recensie

 

© Paul Korenhof, september 2023

 

Britten: Albert Herring

Patricia Johnson (Lady Billows), Felicity Palmer (Florence Pike), Elizabeth Gale (Miss Wordsworth), Derek Hammond-Stroud (The Vicar), Alexander Oliver (The Mayor), Richard Van Allan (Superintendent Budd), Alan Opie (Sid), John Graham-Hall (Albert Herring), Jean Rigby (Nancy), Patricia Kern (Mrs Herring), Maria Bovino (Emmie), Bernadette Lord (Cis), Richard Peachey (Harry)
Glyndebourne Chorus
London Philharmonic
Dirigent: Bernard Haitink
Regie: Peter Hall
Toneelbeeld: John Gunter
Opus Arte OA1375D
Opname: Glyndebourne, 1985

 

Heerlijk, zo'n opname uit de oude doos, en beslist niet alleen op nostalgische gronden. We zien hier namelijk niet alleen een opname uit de tijd toen regisseurs zich nog gewoon aan de partituur hielden, maar het is ook in alle opzichten puur 'vintage'. Dat geldt allereerst het visuele aspect, dat heel even oubollig traditioneel lijkt te worden, maar dat een verrukkelijke en heerlijk ongecompliceerde komedie op hoogs niveau blijkt te worden. Geen wonder: Peter Hall, oprichter van de Royal Shakespeare Company en van 1984 tot 1990 de artistiek directeur van het Glyndebourne Festival, was een van de grootste Engelse regisseurs van de vorige eeuw en een man met een feilloos instinct voor sfeer en detail.

Ook muzikaal is het een uitvoering om te koesteren. In het landelijke Sussex beleefde Bernard Haitink waarschijnlijk de rustigste periode van zijn carrière, maar in zeker opzicht misschien ook de vruchtbaarste. In het huiselijke Glyndebourne, waar langdurig en ontspannen gerepeteerd wordt, en waar een solistenteam tot een hecht ensemble wordt samengesmeed, ontwikkelde hij zich tot een operadirigent van de eerste orde. Dat daarna in Covent Garden en elders voor hem niet alleen de eenheid van toneelbeeld en muziek centraal stond, maar dat hij ook op handen werd gedragen vanwege zijn aandacht voor de zangers, is zeker voor een groot deel aan die jaren te danken.

Onvergetelijk blijft zijn samenwerking in Londen en Glyndebourne met het London Philharmonic Orchestra, waarvan hier overigens maar dertien musici in de bak zitten, maar die hadden wel verdiend in het summiere dvd-boekje met name genoemd te worden. Hetzelfde geldt trouwens voor pianiste Jean Mallandaine, die eveneens anoniem bleef. Enerzijds is het onvoorstelbaar dat net iets meer dan een dozijn musici dit kleurrijke orkestrale tapijt weet neer te leggen, anderzijds maakt Haitink het orkestspel tot een verrukkelijk samengaan van intimiteit en milde humor.

Die met sympathie voor de personages doortrokken humor bepaalt de sfeer van de voorstelling al meteen met een scène ten huize van Lady Billows (waarbij het decor mij overigens sterk doet denken aan de befaamde orgelkamer in Glyndebourne). Daar worden we vanaf het opgaan van het doek door het geheel Engelse solistenteam onthaald een staaltje ensemblewerk dat de toon zet voor de lichtvoetige sfeer die de hele voorstelling kenmerkt. Veel operaliefhebbers van nu zullen de meeste namen weinig zeggen, maar wie indertijd het Britse operaleven een beetje gevolgd heeft, kan zijn hart ophalen aan diverse bekende namen van toen die heel wat mooie herinneringen kunnen oproepen.

Knap in de regie van Peter Hall is dat zowel de zelfingenomen en bekrompen Florence Pike van Felicity Palmer als de uiterst conservatieve Lady Billows van Patricia Johnson bijna vertederend werkt. Eenzelfde gevoel bekroop mij bij het zien van de niet al te slimme dorpspastor van Derek Hammond-Stroud en de goedmoedige burgemeester van Alexander Oliver. Leuk was daarbij het contrast met de duidelijk iets intelligentere onderwijzers van Elizabeth Gale en de kostelijke politiechef van de vocaal kernachtige Richard Van Allan.

Minstens zo knap was de manier waarop Hall de drie kinderen Emmie, Cis en Harry een plaats in het dorpsleven had gegeven, terwijl Alan Opie en Jean Rigby de slagersjongen Sid en zijn geliefde Nancy tot leuke karakterrolletjes uitbouwden. Maar de erepalm gaat toch naar de tenor John Graham-Hall die we in Amsterdam in enkele cameo-rolletjes hebben kunnen zien, maar die hier als Albert Herring misschien wel de rol van zijn leven speelde. Heel fraai is onder meer het moment waarop hij zich bewust wordt dat hij eigenlijk meer het willoze knechtje dan het geliefde kind van zijn moeder is, en later de kortstondige illusie dat Nancy hem eigenlijk wel ziet zitten. Mooi is in vervolg daarop het zelfverwijt in de vertolking van Jean Rigby als zij beseft dat het misschien wel haar schuld is dat de brave Albert Herring opeens uit de band springt.

Kortom: een bijzonder aantrekkelijke heruitgave, waarbij het 'ouderwetse' beeldformaat (4:3) alleen maar bijdraagt aan de sfeer. Dat ook het geluid met 384 kbps niet voldoet aan de hoogste eisen van dit moment, neem ik graag op de koop toe.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links