![]() Dirigenten Muziek als wapen? Daniel Barenboim in Ramallah
© Aart van der Wal, 19 augustus 2005
|
||||||
Mislukte poging Eerdere pogingen in 2002 en 2004 om in de Palestijnse bakermat van het verzet op te treden, mislukten nadat Israel te kennen had gegeven dat Barenboims veiligheid in de door de Palestijnen gecontroleerde gebieden niet kon worden gegarandeerd. Bovendien kregen Israeliërs geen toestemming om naar Palestina te reizen. Voor velen van hen stond het eigenlijk al bij voorbaat vast dat het optreden van Barenboim geen doorgang zou vinden en zagen zij de pogingen van de stersolist en dirigent toch vooral als een publiciteitsstunt. Menigeen in Israel maar ook daarbuiten stak niet onder stoelen of banken dat het geen pas gaf om een Beethoven-concert te spelen in een land dat als min of meer gesanctioneerde uitvalsbasis diende voor terroristische acties tegen de staat Israel en zijn bewoners. Terwijl uitgerekend vele buitenlandse musici, waaronder de joodse dirigent Leonard Slatkin, juist hun toegezegde optreden in Israel afzegden met het oog op hun persoonlijke veiligheid, of om een politieke daad te stellen. In de in Tel Aviv verschijnende krant Ha'aretz legde journalist Haggai Hiltron de vinger vakkundig op de zwakke plekken van het muziekleven in Israel en stelde ook de dagelijkse worstelingen om het muzikale bestaan aan de kaak in een land dat werd geteisterd door economische malaise en toenemende maatschappelijke ontwrichting. Een concert door Barenboim in Ramallah was onder die omstandigheden wel het laatste waar in Israel naar werd uitgezien. Muziek versus machtspolitiek Machtspolitiek kan niet worden verzacht of ongedaan worden gemaakt door concerten met verbroedering als hoofdthema. Vreedzame coëxistentie wordt niet bereikt door collectief Beethovens "Ode an die Freude" te zingen, of in bezet gebied Bachs Hohe Messe uit te voeren. Daarvoor zijn geheel andere krachten noodzakelijk en die zijn in en door de muziek per saldo niet voorhanden. Dat menigeen de pogingen van Barenboim als naiëf afschildert of - onvriendelijker gezegd - als een ongezonde hang naar publiciteit beschouwt is, de omstandigheden in aanmerking genomen, niet zo verbazingwekkend. Zeker dirigenten kan een sterk gevoel voor ego niet worden ontzegd, soms zelfs grenzende aan exhibitionisme. In het verlengde daarvan vinden we menigmaal ook karaktereigenschappen die van een ongezonde dosis opportunisme getuigen. Gemakkelijk aansprekende voorbeelden daarvan waren in het inmiddels verre verleden Wilhelm Furtwängler, Willem Mengelberg en Richard Strauss. In de Tweede Wereldoorlog wemelde het van de musici die niet konden kiezen of de verkeerde keuzen maakten, voor wie 'hun' kunst boven alles ging, waarna uiteindelijk toch de onvermijdelijke afrekening volgde, met de al even onvermijdelijke, grote persoonlijke gevolgen. Gebroken en geknakt was het met de loopbaan gedaan. De glanzende carrière die eindigde in een doffe dreun. Het gaat er dus vooral om wat men met zijn ego doet, hoe men in het leven staat. Dialoog en verbroedering Barenboim vaart de koers der verbroedering, hij zoekt eigenzinnig zijn weg naar een vruchtbare dialoog tussen Israeliërs en Palestijnen en gebruikt de muziek daarbij doelbewust als vehikel. In 1999 legde hij met Bernd Kaufmann, een van de belangrijkste gangmakers en organisator van Weimar als de Europese cultuurhoofdstad, de basis voor een aantal workshops waaruit uiteindelijk het West-Eastern Divan Orchestra verrees, genoemd naar de bekende oriëntaals getinte gedichtenverzameling van Goethe onder de titel West-Östliche Divan. Weimar was niet alleen van belang als culturele hoofdstad, maar ook als de woon- en werkplaats van Goethe en Schiller, met - hoe paradoxaal! - op slechts enige kilometers daarvan het beruchte concentratiekamp Buchenwald, dat tijdens het nazi-bewind duizenden slachtoffers maakte en tot de huidige dag als afschrikwekkende gedenkplaats fungeert.. Kaufmann spande zich daarbij tot het uiterste in om in Egypte, Syrië, Libanon, Jordanië en Israel de noodzakelijke contacten te leggen, en niet zonder succes. Hij vond daarbij de steun van de even onvermoeibare Palestijnse intellectueel Edward Said, die met groot doorzettingsvermogen en improvisatietalent de eerst onbegaanbaar geachte wegen toch wist te plaveien. Deze eminente literatuurwetenschapper en musicus overleed in 2003, maar niet nadat hij getuige kon zijn van de vruchten van vele inspanningen: the West-Eastern Divan Orchestra! Moed Al na korte tijd lagen er enige honderden aanvragen van jonge musici op de bureaus van Kaufmann en Barenboim. Tijdens de audities bleek alras het hoge spelniveau van de jonge garde en namen de gedachten omtrent een duurzaam project al spoedig vaste vormen aan. Dat lijkt eenvoudiger dan het was want eind jaren negentig was het de inwoners van Israel en Syrië wettelijk verboden met elkaar te verkeren, heerste er tussen de meeste landen in het Midden-Oosten de een of andere vorm van 'koude vrede'. Er was moed voor nodig om deel uit te maken van een 'multicultureel' orkest, zozeer zelfs dat in de ARTE-documentaire "Wir können nur den Haß verringern" vele orkestleden niet herkenbaar in beeld wilden komen, uit angst voor mogelijke represailles in het thuisland.
Het oprichten van een orkest is een ding, het onderhouden ervan een ander. Al snel bleken de financiële middelen in 2001 ontoereikend, ondanks de steun van het Chicago Symphony Orchestra, waarvan Barenboim sinds 1991 chef-dirigent was. Het werd er niet bepaald gemakkelijker op toen de tweede intifada losbrak, maar een spontaan aanbod uit Andalusië in Spanje bracht redding. De overheid aldaar bleek bereid om het orkest financieel te steunen en voor passende onderkomens en concertfaciliteiten te zorgen. Barenboim hapte toe en vanaf 2002 is Sevilla de officiële thuishaven van het orkest. Om het reizen buiten Europa zo gemakkelijk mogelijk te laten verlopen en de bewegingsvrijheid zo weinig mogelijk te belemmeren beschikken alle orkestleden inmiddels over een Spaans diplomatiek paspoort. Op dit paspoort reizen de musici nu ook naar Ramallah, via Tel Aviv (Ramallah is niet rechtstreeks per vliegtuig bereikbaar). Drijfveer Waar liggen nu precies de drijfveren van Barenboim? Hij is er zelf niet onduidelijk over, spreekt zich daarover in interviews klip en klaar uit. Hij beschouwt het 'oude' Israel, dat wil zeggen het land in de opbouwfase, in de jaren na de oprichting van de staat Israel in 1948, als het symbool van de joodse overwinning op de holocaust en de Russische pogroms, met zijn kersverse immigranten, boeren en wetenschappers, fabrieksarbeiders en kunstenaars, alle vervuld van nieuw optimisme en idealen, bereid om de handen uit de mouwen te steken, een nieuwe toekomst op te bouwen. Een land van melk en honing in wording, zelfbewust en met een eigen identiteit. Dat bijkans ideale beeld werd in 1967 wreed verstoord door de Zesdaagse Oorlog, die Barenboims gedachtewereld op zijn kop zette en die in zijn optiek het Israelische leger tot een bezettingsmacht omsmeedde. Volgens Barenboim mag het nooit de opgave van een land zijn om een ander land te bezetten en te beheersen, met als bijkomende kanttekening dat voor het Midden-Oosten conflict een militaire oplossing niet voorhanden is en dat de dialoog de enige echte weg naar vrede is. Het dient te beginnen bij de vraag wat het joodse volk in 1948 in het vooruitzicht was gesteld en hoe zich dit tot de huidige situatie verhoudt.
Los van de vraag of Barenboims muzikale vredesmissie enig effect sorteert is het duidelijk wel zo dat hij platgetreden paden zoveel mogelijk wil mijden, steeds weer op zoek gaat naar iets nieuws en daarbij de confrontatie niet schuwt. Zo zal menigeen zich de stormen van protest herinneren toen Barenboim Wagners Rijngoud naar Israel wilde brengen, en was hij het toch die zich pal voor zijn musici en toneelknechten van de Berlijnse Staatsopera opstelde, ook toen de muziek uiteindelijk het slachtoffer was geworden van de borrelende arbeidsconflicten en de ene na de andere staking aan de orde van de dag was. De sterdirigent op de barricaden, zich onttrekkende aan de heersende conventies, een kolfje naar zijn hand! Dat het publieke succes van het komende concert in Ramallah op zondagavond groot zal zijn laat zich nu al voorspellen. Beethovens Vijfde symfonie zal ook daar ongetwijfeld grote indruk maken, het werk van een échte revolutionair die zich door niets en niemand de wet liet voorschrijven en de naam Napoleon Bonaparte driftig uit het titelblad van de Eroïca kraste nadat de veldheer zich eigenmachtig tot keizer van Frankrijk liet kronen. En ook in Ramallah zullen enthousiaste toehoorders na het concert in euforie verkeren en de verbroedering door de muziek prediken. Dat dit evenwel niet realistisch is zal op maandag reeds blijken. Dan is alles weer bij het oude, alsof er niets is gebeurd. En ongetwijfeld zal straks een dvd van het concert verschijnen en zal de commercie er weer zijn voordeel mee doen. 'Het Concert van de Eeuw´ of iets dergelijks. Het Prom-concert in Londen Wie getuige is geweest van het Prom-concert in de Royal Albert Hall op zondag 14 augustus, precies een week voor het optreden in Ramallah, zal zonder twijfel beamen dat sprake is van een zeer professioneel opererend ensemble dat in Mahlers Eerste symfonie de sterren van de hemel speelde en in Mozarts Sinfonia concertante KV 297b excelleerde met de fraaiste hoorn- en houtblazerssoli. Met de ogen dicht had het op het podium ook het Mahler Jugendorchester kunnen. De ruim honderd orkestleden uit onder andere Israel, Palestina, Egypte, Jordanië, Syrië en Spanje hadden hoorbaar hard gewerkt aan de klankkwaliteit, wat zich uitte in een romige tutti-klank, zijige strijkers en glanzend koper. De artistieke invulling was evenwel niet opzienbarend, met een typische Kapellmeister-benadering die voor een gedegen weergave zorgde, maar waaraan de spirituele vonk ontbrak. Het was ook een programma dat het orkest tijdens de tournee door Spanje en Zuid-Amerika (Sao Paulo, Montevideo en Buenos Aires) al uitvoerig had verkend. Hoe nu verder? Alle overwegingen van politieke aard daargelaten zal het voortbestaan van het orkest in de toekomst vooral van de financiële middelen en mogelijkheden afhangen. Als die laatste verzekerd zijn, kan er nauwelijks twijfel bestaan over de verdere ontwikkeling van het orkest, hoe gemêleerd het gezelschap ook mag zijn. Samen muziek maken is in ieder geval een wezenlijk bindend element dat de merendeels jonge orkestleden althans op kleine schaal vrede en de vreugde van multiculturele samenwerking brengt. Als dat kan worden bereikt wordt de discussie over de zin en onzin van een muzikale vredesmissie dan misschien toch nog naar de achtergrond verdrongen.
Het concert in Ramallah wordt rechtstreeks uitgezonden door Deutschlandradio Kultur en Arte-TV. Informatie hierover vindt u op www.dradio.de en www.arte-tv.com Zie verder ook: www.staatsoper-berlin.de en www.daniel-barenboim.com index | ||||||