Componisten/werken In memoriam Wolfgang Rihm (1952~2024)
© Kees Vlaardingerbroek, juli 2024
|
||||
Een van de mooiste aspecten van mijn werk als artistiek leider van de NTR ZaterdagMatinee is altijd geweest dat ik de Bachs en de Beethovens van onze eigen tijd van nabij heb leren kennen. Sommige persoonlijkheden maakten op mij vooral indruk vanwege hun muzikale begaafdheid. Anderen bleken daarnaast ook nog eens buitengewoon aardige en fijngevoelige mensen te zijn. Maar in al die jaren heb ik maar één Wolfgang Rihm ontmoet. Natuurlijk, niet alleen in zijn geboorteland, maar ook ver daarbuiten gold deze op zaterdag 27 juli 2024 overleden Duitse meester als een van de grootste componisten van onze tijd. Iedereen die hem heeft gekend weet ook dat Rihms eruditie nauwelijks van deze aarde was. Maar was het te verwachten dat iemand van een dergelijke artistieke en intellectuele statuur vervolgens ook nog een uiterst benaderbaar, hoffelijk, empathisch, humoristisch en dapper mens zou blijken te zijn? Het lijkt teveel van het goede, maar Wolfgang Rihm was er het levende bewijs van dat al die kwaliteiten in één mens verenigd kunnen zijn. Ik weet niet precies meer wanneer ik mij in de muziek van Wolfgang Rihm ben gaan verdiepen. Wat ik van hem hoorde, was voor mij het klinkende bewijs dat Rihm als geen ander in staat was in zijn muziek traditie en vernieuwing, vakmanschap en originaliteit organisch met elkaar te verbinden. Hij kende zo ongeveer de hele westerse muziekgeschiedenis uit het hoofd en had een onverzadigbare nieuwsgierigheid naar het werk van zijn componerende tijdgenoten. Alles nam hij in zich op en onderzocht hij op nieuwe toepassingsmogelijkheden. Hij verwoordde zijn indrukken uiterst welsprekend, kon kritisch zijn, maar sprak nooit denigrerend over zijn medekunstenaars en -kunstenaressen. Hölderlins adagium ‘Alles prüfe der Mensch' had Rihms lijfspreuk kunnen zijn. Dat gold ook voor zijn eigen werk: hij keerde regelmatig terug naar zijn oudere composities om te zien welke alternatieve uitwerkingen van het muzikale materiaal nog mogelijk waren. Hij werd om die creatieve recycling soms heftig bekritiseerd, maar eigenlijk vooral door critici die niet begrepen wat hem ten diepste dreef. Ook Rihms open oor voor de klanken van zijn voorgangers werd aanvankelijk door enkele critici heftig gewantrouwd. Zelfs fascisme werd hem verweten, omdat hij durfde te benadrukken, dat muziek ‘vol emotie' moest zijn, een gevaarlijk romantisch idee volgens sommige moderne denkers. Rihm trok zich weinig van al die kritiek aan. Hij wilde weten waar hij vandaan kwam (“woher ich komme”), al vond hij het nog veel belangrijker te weten waar hij heenging (“wohin ich gehe”).
In 2009 besloot ik het nog te programmeren Matinee-seizoen 2011-2012 in het teken te zetten van het oeuvre van Wolfgang Rihm, dat naar mijn mening in Nederland veel te weinig bekendheid genoot. Dat oeuvre telde toen al meer dan 400 titels voor de meest uiteenlopende bezettingen. Ik had mijn eigen favorieten, maar ik wilde natuurlijk ook weten welke werken Rihm zélf graag in Het Concertgebouw zou willen horen. Ik belde hem op en kon hem al snel bezoeken in zijn woning in Karlsruhe. Het werd een ontmoeting die ik nooit meer zou vergeten. Het huis zelf maakte al diepe indruk, met de eindeloze rijen tot het plafond reikende boekenkasten in iedere kamer die ik te zien kreeg. Het gesprek ging al snel over literatuur, beeldende kunsten, filosofie en alles wat hem inspireerde. Maar Rihm had ook een bourgondische kant en wist precies waar je goed kon eten. Ik hield ondertussen het ene na het andere programmatische idee tegen hem aan. Hij was één en al opluchting dat zijn muziek niet in een modernistisch reservaat zou worden gepresenteerd, maar juist in zinvolle combinaties met grote meesterwerken uit een verder verleden. Zo vond het wild expressionistische monodrama Das Gehege een plaats naast de niet minder geladen eenakter Salome van Richard Strauss. Een uiterst veeleisend programma, waarvoor ik Edo de Waart en het Radio Filharmonisch Orkest kon enthousiasmeren en dat in Nederland eigenlijk alleen in de Matinee denkbaar is. Maar ook de combinaties met Berg, Brahms, Schubert, Schumann of Schreker kwamen in goed overleg met de meester zelf tot stand. In opdracht van de Matinee componeerde Rihm Der Maler träumt, op tekst van de door hem zo bewonderde Duitse schilder Max Beckmann (1884-1950). Het feit dat Beckmann meer dan tien jaar lang in Amsterdam leefde en werkte, maakte het in Rihms ogen bijna Pflichtsache dat hij juist dit werk voor de Amsterdamse Matinee-serie zou componeren. Tenslotte was Rihm van mening dat ook de muziek van zijn sterleerling Jörg Widmann niet in de serie mocht ontbreken. En zo ontstond het Matineeseizoen 2011-2012, dat de naam Rihm-Resonanz meekreeg. Rihm reisde verscheidenen keren naar Amsterdam en genoot van de warme respons die zijn muziek kreeg van het Matineepubliek. Tijdens repetities moedigde hij de musici aan het beste van zichzelf te geven. Hij had geen geduld met de steriele benadering die soms nog steeds automatisch de kop opsteekt wanneer er eigentijdse muziek op de lessenaars staat. “Singen, singen, singen, lange Linien!”, hoorde ik hem dan naar de musici op het podium roepen.
Rihm was ervan overtuigd dat een serie als de Matinee altijd haar waarde zou behouden. Wanneer ik wel eens verzuchtte, dat kunst en cultuur er in Nederland steeds minder toe leken te doen, keek hij mij doordringend aan en zei hij mij: “Man darf nicht pessimistisch sein!” Zo stond hij in het professionele en het persoonlijke leven. En dus ging hij zonder te klagen de strijd aan met de ziekte die hem uiteindelijk fataal is geworden. Wolfgang Rihm werd slechts 72 jaar oud. Iedereen die hem heeft gekend, zal hem vreselijk missen. Hij leeft voort in zijn indrukwekkende oeuvre. Kees Vlaardingerbroek index |
||||