Componisten/werken Kent u František Vincenc Kramář? (1)
© Gerard van der Leeuw, december 2020 |
Als u František Vincenc Kramář niet kent, kent u misschien Franz Krommer, de naam waaronder hij in Wenen bekend werd. Geboren in 1759 in het Tsjechische Kamenice, een kilometer of 15 ten oosten van het bij Mahlerianen bekende Jihlava, kreeg hij zijn eerste (orgel)lessen bij zijn oom Antonín Mattias Kramář. Kramář- Krommer werkte enige tijd in Hongarije (Pécs), maar het grootste deel van zijn leven speelde zich af in Wenen, waar hij het schopte tot hofcomponist en k. k. Kammer-Capellmeister aan het keizerlijke hof. Was hij tijdens zijn leven een serieuze concurrent van Haydn en Beethoven, wiens werk tot in Amerika veelvuldig werd uitgegeven en uitgevoerd, na zijn dood werd hij pijlsnel vergeten. Pas in 1997 publiceerde Karel Padrta in Praag een thematische catalogus van zijn uitvoerige oeuvre. (1) De eerste composities van Kramář die weer met enige regelmaat gespeeld werden waren zijn vele werken voor blaasensemble. En terecht! Het zijn buitengewoon idiomatisch geschreven, goed gecomponeerde werken met hier en daar een vleugje Tsjechische volksmuziek. In 2000 maakte de hierboven uitvoerig genoemde Erich Hoeprich met zijn ensemble Nachtmusique onder de titel Bohemian Winds een mooie doorsnede van dit oeuvre. Direct in de eerste Partita in Es-groot waan je je bij de doedelzakspelers op het Tsjechische platteland! (2) En ik koester ook nog altijd een cd uit 1993 op het betreurde Erasmus-label waarop het Ottetto Amsterdam o.a. Kramář’s Harmonie in F-groot voor negen blazers speelt. (3) Stilaan ontdekte men ook de concerten. Minder bekend werden Een overzicht: Alleen de eerste vijf symfonieën zijn tijdens Kramář’s leven in druk verschenen en wel bij André in Offenbach. Dat er een achtste symfonie moet zijn geweest weten we omdat Kramář zijn symfonieën vanaf nummer vier doornummerde. De eerste cd in deze CPO-serie met de symfonieën 1, 2 en 3 is direct al een voltreffer. Een enthousiaste en ter zake zeer deskundige Howard Griffith, de in het Engelse Hastings geboren dirigent die al jaren in Zwitserland woont, leidt het accuraat spelende orkest met vaste hand. De opname is zoals we van CPO gewend zijn: perfect. En wat een prachtige, veel te weinig bekende muziek is dit. Wie alle symfonieën in chronologische volgorde beluistert hoort hoe Kramář steeds persoonlijker, eigenzinniger zo men wil gaat componeren. Waar hij in zijn eerste symfonie nog duidelijk aansluiting zoekt bij de symfonische wereld van Haydn en Mozart ontwikkelt hij steeds meer (en met behendig omzeilen van Beethoven) een geheel eigen muzikale wereld. Het blijkt direct al uit de in een duister d-klein beginnende langzame inleiding van de tweede symfonie. De derde symfonie gaat, zoals uit Kramář’s correspondentie met uitgever André blijkt, behoudens de langzame inleiding terug op eerder gecomponeerd materiaal. Opvallend hier het processieachtige langzame deel dat welhaast uit een opera lijkt te zijn weggelopen. In de komende twee afleveringen kijken we naar de overige symfonieën, om deze korte serie te besluiten met een aflevering over Kramář’s klarinetkwintet. ______________ index |
|