Componisten/werken

De zweepslag van Rudi van Dijk

 

© Maarten Brandt, juni 2016
(in 2003 verschenen in Mens en Melodie)

 

 
 
Rudi Martinus van Dijk (1932-2003)

De wereldpremière van de omvangrijke Kreitens Passion in Düsseldorf, een nieuwe compositie van Rudi Martinus van Dijk, ging ongemerkt aan de Nederlandse pers voorbij. Mens en Melodie was echter wel aanwezig bij dit hoogtepunt in de loopbaan van deze dikwijls verguisde Nederlandse componist. Maarten Brandt bespreekt de achtergronden en de inhoud van Kreitens Passion en doet verslag van het concert.

Het aantal naar aanleiding van de verschrikkingen uit de Tweede Wereldoorlog geschreven composities is buitengewoon omvangrijk. Bekende voorbeelden zijn Ein Überlebender aus Warschau (1947) van Arnold Schönberg, het War Requiem (1961) van Benjamin Britten, de Eerste symfonie, bijgenaamd Versuch eines Requiems (1948/1954-55), van Karl Amadeus Hartmann, Bericht aan de levenden (1964-65) van Hans Henkemans en uiteraard niet te vergeten de Anne Frank Cantate (1984) van Hans Kox. Onlangs voltooide de uit Culemborg geboortige Nederlandse, maar in wezen kosmopolitische, componist Rudi Martinus van Dijk (1932)* zijn imposante en om en nabij de 55 minuten durende Kreitens Passion voor bariton, koor en orkest op een tekst van Heinrich Riemenschneider (1924). Het werk in kwestie beleefde op 19 september 2003 zijn vuurdoop in de Tonhalle te Düsseldorf in een uitvoering door de internationaal gevierde bariton Andreas Schmidt, de Städtischer Musikverein zu Düsseldorf (instudering: Marieddy Rossetto) en de Düsseldorfer Symphoniker onder supervisie van hun chef-dirigent John Fiore. Niet alleen genoemd concert, ook de volgende twee uitvoeringen op 21 en 22 september waren uitverkocht. En dan te bedenken dat de naam van Rudi van Dijk een klein jaar geleden in Duitsland zo goed als volledig onbekend was. Maar de aanleiding tot het ontstaan van onderhavig opus en de uitgekiende combinatie met Beethovens Eroïca bleek een gouden formule. Het betreft hier immers in beide gevallen composities die zowel tijdgebonden als universeel zijn. Tijdgebonden, want geschreven als gevolg van een actualiteit die een zodanige indruk op een kunstenaar achterlaat dat die het creatieve proces beïnvloedt; universeel vanwege het feit dat het onderwerp als zodanig niet tijdgebonden is, aangezien de situatie zich op elk denkbaar moment opnieuw kan voordoen. Universeel ook vanwege de unieke taal waarvan beide componisten zich bedienen - zijnde de muziek - die zich weliswaar binnen de tijd ontvouwt en deze desondanks ontstijgt.

Het gegeven van Kreitens Passion is het tragische lot dat de van herkomst Nederlandse** (!) en in 1916 - n.b.: het tweede jaar van de Eerste Wereldoorlog - geboren pianist Karlrobert Kreiten gedurende het Hitlerregime trof. Kreiten stak zijn opvattingen over dat regime bepaald niet onder stoelen of banken en moest dit bekopen met een moeizaam proces dat ten slotte culmineerde in zijn executie. En daarmee verloor Duitsland een van zijn meest fenomenale musici. Kreiten, die op aanraden van niemand minder dan Wilhelm Furtwängler (met welke dirigent hij later ook zou samenwerken) bij Claudio Arrau is gaan studeren, werd destijds alom bewonderd vanwege zijn Mozart-, Brahms-, Liszt- en Chopinvertolkingen. En wat méér is: hij componeerde ook zelf. Ook de toenmalige eigentijdse muziek vond in Kreiten een belangrijk pleitbezorger, getuige bijvoorbeeld spraakmakende vertolkingen van Stravinsky's Suite uit Pétrouchka, Prokovjev's Derde pianoconcert en werk van Othmar Schoeck. Kreitens laatste optreden vond op 22 maart 1943 plaats. Voor een uitnodiging in Florence een van zijn lijfstukken, Liszts Pianoconcert in Es, te spelen kreeg hij van de autoriteiten geen uitreisvisum. Op 3 mei van datzelfde jaar werd hij door de Gestapo gearresteerd en in de nacht van 7 september werd hij, samen met 185 andere gevangenen, door de nazibeulen door ophanging om het leven gebracht. Een gruwelijke actie die werd gepleegd onder de toenemende druk van de telkens nabijer komende bombardementen van de geallieerden.

Artistieke verwantschap
In het oeuvre van de auteur en toneelschrijver, Heinrich Riemenschneider, staat het leven van Karlrobert Kreiten al sinds jaar en dag centraal. Zo vervaardigde hij in 1983 de gedramatiseerde documentaire Der Fall Karlrobert K. Toen Riemenschneider muziek van Rudi van Dijk hoorde, voelde hij een dermate grote artistieke verwantschap dat hij besloot een tekst te vervaardigen voor een compositie die het laatste jaar van Kreitens leven in het algemeen en diens veroordeling, gevangenschap en dood in het bijzonder in klank moest belichamen. Het uiteindelijke resultaat van deze - buitengewoon intensief te noemen - samenwerking tussen Van Dijk en Riemenschneider is Kreitens Passion geworden. Het werk is op te vatten als een geheel dat uit meerdere lagen is opgetrokken en wel op een wijze die vergelijkbaar is met de aloude passionen in de barok. Ten eerste is er de objectieve epische dimensie in de vorm van het verhaal dat door de bariton en het koor voor het voetlicht wordt gebracht. Voorts is er een duidelijk subjectief getinte laag, die tot uitdrukking komt in zeven instrumentale tussenspelen, bij machte waarvan de toehoorde deelgenoot wordt gemaakt van de diverse gemoedsstemmingen waaraan de hoofdpersoon van het drama ten prooi is. De componist hecht er aan te onderstrepen dat de luisteraar de muziek zoveel mogelijk onbevooroordeeld op zich moet laten inwerken, om er vervolgens zijn of haar eigen interpretatie aan te kunnen geven. Een ander en niet minder belangrijk element betreft ontleningen aan een drietal concerten waarmee Kreiten gedurende zijn loopbaan als concertpianist furore heeft gemaakt: het bekende Concert in A (KV 488) van Mozart, het Eerste pianoconcert van Brahms en het al genoemde Concert in Es van Liszt. Na een korte, onderhuidse en duistere introductie passeert dan ook een soort 'minipianoconcert' de revue, waarin - behalve uit werk van drie genoemde muziekvinders - ook wordt geciteerd uit Van Dijks eigen en destijds door Geoffrey Douglas Magde en het Noord Nederlands Orkest onder zijn toenmalige chefdirigent, wijlen Viktor Liberman, te Groningen ten doop gehouden Pianoconcert (1994/1996). Om precies te zijn uit het derde deel van deze compositie waarin een zweepslag voorkomt. Diezelfde zweepslag markeert in Kreitens Passion het ogenblik waarop Kreitens 'Werdegang' als pianist bruusk wordt afgebroken. Het applaus dat er bij wijze van theatraal gebaar op volgt (gerealiseerd door de koorleden) geeft aan deze episode een extra sinistere bijsmaak.

Verpersoonlijking
Wie mocht denken dat dit 'minipianoconcert' een soort 'Fremdkörper' in het geheel is, heeft het totaal bij het verkeerde eind. Naarmate het opus vordert, krijgt deze sectie met terugwerkende kracht de allure van een expositie waarvan bepaalde onderdelen op een geraffineerde wijze infiltreren in zowel de instrumentale tussenspelen als het aandeel van de baritonsolo, de feitelijke verpersoonlijking van Kreiten zelf. Een treffend voorbeeld van het suggestief samengaan van muziek en tekst blijkt uit de episodes waarin wordt gerefereerd aan het dagprogramma van de gevangene ("Meine Tagesarbeit: Papier schneiden; vorher meine Fingerübungen") en speciaal aan diens herinneringen vlak voor het ogenblik waarop de executie zich voltrekt ("Vergangene Jahren. Wunderbare Erinnerungen. (.) So viele Höhepunkte in meiner musikalische Laufbahn. Die Konzerterfolge haben mich leichtsinnig gemacht."). Tegen de sobere achtergrond van de akkoorden voor strijkers tekenen zich motieven in de houtblazers af met vervreemdende verwijzingen naar eerder genoemde citaten, met name die uit Liszts Pianoconcert in Es. Nadat de eigenlijke veroordeling is uitgesproken en de bariton zijn relaas vervolgt, smokkelt Van Dijk bijna terloops, zij het juist daardoor zo meesterlijk, flarden van het aloude Dies Irae-gegeven binnen.

Dit gedeelte mondt uit in een tweede 'coupe de théâtre', zijnde het cruciale moment waarop de bariton - wel te verstaan: nadat deze de woorden "Nach dem Gebet gehe ich den Weg zu Gott, gestärkt und gefasst" heeft uitgesproken - het podium verlaat. Ziehier, een nadrukkelijk tot de verbeelding sprekende symbolische handeling waarmee ondubbelzinnig wordt gezinspeeld op Kreitens gang naar de galg. In het afsluitende koor en koraal (een opzet die duidelijk herinnert aan de slotfase van Bachs Johannes Passion) wordt de intrinsieke boodschap van Kreitens Passion beleden en die luidt klip en klaar dat slechts de waarheid de mens een beter bestaan op deze aarde kan garanderen. Het feit dat na het verstommen van het slotkoraal nog steeds de kleine secunde in de contrabassen hoorbaar is waarmee het stuk begon, alsmede het gepuncteerde ritmische motief in de pauk uit datzelfde begin (waarin men een voorafschaduwing, respectievelijk echo van Kreitens executie zou kunnen horen***) is een aanwijzing te meer dat men helaas moet betwijfelen of de mens ooit bevattelijk zal worden voor de waarheid en voor de wetenschap dat hij alleen dàn definitief zal zijn bevrijd van om het even welke terreur.

Rudi van Dijk (l.) met dirigent Walter Susskind in 1959

Doorzichtigheid
Hoewel Van Dijk zijn Kreitens Passion voor een behoorlijk omvangrijk symfonisch apparaat heeft geschreven, een uitvoerige slagwerkbatterij incluis, is een eerste kenmerk dat opvalt de enorme doorzichtigheid. Geen moment komt de verstaanbaarheid van de tekst in het gedrang en als al sprake is van climaxen, dan manifesteren deze zich doorgaans op die plekken waar het vocale element afwezig is. De gestiek en retoriek van de koordelen zijn niet zelden uiterst dramatisch, waarbij soms associaties kunnen ontstaan met de koorpassages in Schönbergs muziekdrama Moses und Aron. Dit is een partituur die Van Dijk vermoedelijk heel goed kent, in welk verband het feit vermelding verdient dat hij ooit bij Schönberg-leerling, Max Deutsch, studeerde. Het strijkorkest fungeert voor een niet onaanzienlijk deel als een prikkelende harmonische basso continuo voor de baritonsolist en voorts als decor tegen de achtergrond waarvan de (hout)blazers en sommige solostrijkers (vooral de cello) hun motieven etaleren. De zangstijl van de bariton is, mede met het oog op de vereiste verstaanbaarheid, quasi-parlando, maar wordt - indien de dramatiek zulks vereist - melismatisch. Zoals bij voorbeeld bij de zinsnede uit de episode die aan de executie voorafgaat: "Die Henker arbeiten Tag und Nacht." Verder dient te worden benadrukt dat Van Dijks Kreitens Passion een eclectische compositie is. Dit laatste niet alleen door de ontleningen aan de muziek van Mozart, Brahms en Liszt, ook en vooral vanwege een op de achtergrond aanwezig zijnd aan de passies van Bach refererend concept, een op de Weens-expressionistische traditie geënte koorbehandeling en - hoe vreemd dit ook op het eerste gezicht moge lijken - een muzikaal/tekstuele presentatie die aan het epische muziektheater zoals dat ook door Hindemith werd beoefend (men denke hier aan diens op Brechts gebaseerde Lehrstück uit 1929) herinnert. Dat dit, een ook de bijna voortdurend manifeste mix van tonaliteit en atonaliteit, allesbehalve tot een verbrokkelend totaal heeft geleid, valt in hoge mate te danken aan de in aanleg eenvoudige muzikale uitgangspunten - zoals de kleine secunde in de contrabassen en het gepuncteerde ritme van de pauken - die als een hecht kader fungeren waarbinnen, mede dankzij die vertrekpunten, sprake is van een rijke en expressieve klanktaal. Een klanktaal waaruit bovendien elke zweem naar vals sentiment (een gevaar dat bij dit soort composities onherroepelijk op de loer ligt) met strikte hand is geweerd. De aanwezigheid van koraalthema's staat in Van Dijks oeuvre overigens niet op zichzelf. Ook in zijn tussen 1983 en 1984 voltooide Vioolconcert (met het Tweede Vioolconcert van Keuris en de vioolconcerten van Kox behorende tot de beste werken in dit genre van Nederlandse bodem uit de tweede helft van de 20ste eeuw) spelen deze een rol van gewicht. Daar staat tegenover dat de meer expressionistische kant van Van Dijks stilistische idioom, naast Kreitens Passion, sterk in het middelpunt van de voor de recentelijk overleden bariton Viktor Braun geschreven The Shadowmaker (1978) staat. Er is dan ook beslist geen woord teveel mee gezegd Kreitens Passion als een soort muzikaal testament te beschouwen waarin diverse en soms duidelijk uiteenlopende lijnen in Van Dijks klinkende nalatenschap op een verrassende manier samenkomen.

Zonder precedent
De wereldpremière van Kreitens Passion was niet alleen muzikaal een evenement van de eerste orde, integendeel. Aan de vooravond was de publiciteit van de Duitse pers van een omvang die slechts een belangrijke uitvoering van een nieuw werk van Louis Andriessen in ons land ten deel zou vallen. En, alsof het nog niet genoeg was hadden de diverse organisatoren kosten noch moeite gespaard een indrukwekkende tentoonstelling over het leven van Kreiten op poten te zetten, inclusief een daaraan verbonden website aan de hand waarvan men allerhande wederwaardigheden over deze kunstenaar door middel van een muisklik kon achterhalen. Daarnaast werd er door de speciaal voor deze gelegenheid uit Berlijn overgekomen Nederlandse ambassadeur Dr. Nikolaos (Koos) van Dam te Düsseldorf voorafgaand aan het concert in de Tonhalle een grootse en hoogst stijlvolle receptie gehouden. Het was een luisterrijke bijeenkomst gedurende welke tal van hoogwaardigheidsbekleders uit de buurlanden hun opwachting maakten en waardoor de cultureel/maatschappelijke contacten over en weer werden versterkt. De grote afwezigen waren echter de Nederlandse Pers en Muziekgroep Nederland. Maar dit hoeft niemand te verbazen. De afstand naar Düsseldorf en naar onverschillig welke andere buitenlandse stad is - zeker voor de, al dan niet gevestigde, Randstedelijke muziekscribenten - al sinds de nodige decennia onoverbrugbaar gebleken. En ja, de première van een Nederlandse compositie waarvoor een grote zaal in een van de belangrijkste Duitse steden drie maal is uitverkocht en waarvan de Duitse pers uit alle windstreken bol van informatie staat, kortom voor een gebeurtenis die tot op heden bijna volstrekt zonder precedent is met betrekking tot een werk van Nederlandse komaf buiten onze landsgrenzen, daarvoor komt men uiteraard niet zijn of haar bed uit. Bovendien lijkt er een ondoorgrondelijk verband te bestaan tussen enerzijds het te pas en te onpas noemen van de Europese gedachte en de neiging van de al dan niet plaatselijke of landelijke pers zich wat de nieuwsgaring aangaat alleen te richten op het allerregionaalste vlak. Dat is goed voor het koor van huisvrouwen te Losser maar slecht voor zowel het landelijke als internationale muziekleven.

Zie ook www.bach-cantatas.com/Lib/Dijk-Rudi.htm

__________________
*) Slechts zeer korte tijd na de première van Kreitens Passion, namelijk op 29 november 2003, overleed Rudi van Dijk, zodat men kan stellen dat dit grootse evenement zowel letterlijk als definitief de kroon op zijn werk is geworden. Een gebeurtenis in de vorm van een - zeer late - erkenning, die de componist veel goed heeft gedaan.

**) De vader van Karlrobert was de Nederlandse pianist Theo Kreiten, die was gehuwd met de zangeres Emmy Barido. De familie verhuisde een jaar na de geboorte van hun zoon naar Düsseldorf.

***) Volgens de componist representeren de contrabassen tijdens de introductie en de epiloog het gegons van de honderden bommenwerpers die in de nacht hoog over Holland naar Duitsland trokken, en de pauk het doffe geluid van het afweergeschut: "daarna was het, liggend onder de dekens, een heel veilig gevoel in de stilte het slaan van een kerkklok te kunnen ervaren." Gedurende de aanhef van Kreitens Passion is dit even hoorbaar in de piano, alvorens het zogenaamde 'minipianoconcert' begint.

______________________
Dit artikel verscheen in 2003 in Mens en Melodie.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links