![]() Column Barbara Hannigan: ster aan de matineehemel
© Paul Korenhof, april 2014
|
|||
Het lijkt of 'Hilversum' er op de radio alles aan doet om de echte muziekliefhebbers van zich te vervreemden. Niet alleen is het normale dagprogramma weinig meer dan een aaneenschakeling van 'arbeidsvitaminen', doorspekt met praatjes die zelfs voor de grootste minkukels begrijpelijk moeten zijn, maar alles is ook nog eens vervat in een strak, dagelijks terugkerend schema. Logisch natuurlijk wanneer een programmering vooral bedoeld lijkt als muzikaal behang in tehuizen waar de bewoners hun dagen veelal vegeterend doorbrengen, en waar zij alleen aan een vast dagritme nog enig houvast ontlenen. 's Avonds zijn op de Hilversumse radio nog wel concerten te beluisteren (zelfs met complete symfonieën - je houdt het bijna niet voor mogelijk) en soms ook een opera. Helaas overheerst ook dan de infantilisering en lijken de gesproken teksten weer vooral bedoeld voor luisteraars die geen woorden van meer acht letters kunnen begrijpen. Op toelichtingen en pauzeprogramma's van het niveau waarop de BBC, de WDR en de NDR ons regelmatig vergasten, zal de geïnteresseerde luisteraar vergeefs wachten. De Duitse zenders durven het zelfs aan een hele pauze lang te praten over muziek, literatuur en filosofie zonder dat die betogen door hapklare muzikale intermezzi onderbroken worden - in Hilversum een absolute onmogelijkheid! In het weekeinde wordt de luisteraar iets serieuzer genomen en gelukkig is de Hilversumse debilisering evenmin doorgedrongen tot de enige fatsoenlijke concertserie die nog door de radio georganiseerd wordt, al staan ook bij de ZaterdagMatinee niet alle series nog op het niveau dat we ooit gewend waren. Met bevlogen uitvoerenden die programma en uitvoering geheel naar hun hand kunnen zetten, zijn echter nog altijd wonderen mogelijk en een daarvan beleefde een volledig uitverkocht Concertgebouw op 5 april, toen sopraan Barbara Hannigan daar haar officiële Nederlandse dirigeerdebuut maakte en daarbij en passant ook nog zichzelf begeleidde.
Dirigerende zangers zijn niet nieuw, maar tot nu toe heeft slechts een enkeling in zijn 'nieuwe vak' een hoogte bereikt die zijn eigen zangkunst evenaarde of zelfs overtrof. Ook vrouwelijke dirigenten zijn niet nieuw, maar wel nog steeds zo 'ongewoon' dat zij keer op keer aanleiding geven tot de meest uiteenlopende, niet zelden onzinnige artikelen in de culturele bijlagen. Overigens lijkt de kleding van vrouwelijke dirigenten daarbij meer een punt van discussie dan hun dirigeerkunst en een van de meest vermelde punten na het concert van 5 april was dan ook dat Hannigan 'in een jurk' dirigeerde - en nog wel een jurk 'zonder mouwen'! Voor de Volkskrant was het in ieder geval aanleiding tot een pagina's vullende analyse over vrouwelijke dirigenten en hun 'werkkleding'. Je zou bijna concluderen dat het tijd wordt voor een nieuwe feministische golf, of nog beter: het wordt tijd dat mannen even goed over hun kleding gaan nadenken als vrouwen, want wat de heren der schepping aantrekken, zowel in het dagelijks leven als in hun 'werkomgeving', behoort meestal niet tot de elementen die het leven glans, fleur en allure verlenen. Het bovenstaande is misschien een onalledaagse beschouwing bij een
concert, maar dat concert zelf was eveneens onalledaags, en dat begon
al door de opening met de vocale solo Djamila Boupachà van
Luigi Nono en de symfonie nr 49 ('La passione') van Joseph Haydn.
Leek die combinatie op zich al gewaagd, de manier waarop Hannigan
het realiseerde was een absolute meesterzet, gebaseerd op een subliem
gevoel van timing dat beide werken niet alleen naadloos in elkaar
deed overgaan, maar ze zelfs tot één muzikaal geheel
leek samen te smeden. Het was een magisch moment dat versterkt werd
door de spanningsboog waarmee zij Nono's navrante aanklacht en Haydn's
beschouwende symfonie schijnbaar in één lange adem wist
te omvatten.
Dat na deze adembenemende opening de aria van Anne Truelover uit
Stravinsky's The Rake's Progress muzikale virtuositeit verbond
met doorleefde dramatiek, verwonderde net zo min als het feit dat
drie concertaria's van Mozart een scala van kleuren en nuances te
horen boden, waarin het ensemble Ludwig even feilloos reageerde op
de kleinste bewegingen in de rug van de dirigente als daarvoor in
de symfonie van Haydn op haar expressieve armen. En ook in die muziek
bleek Hannigan als zangeres helemaal op haar plaats, zodanig zelfs
dat ik begon te verlangen om ooit haar visie te horen op Fiordiligi
in Così fan tutte, Mozart's menselijkste en meest genuanceerde
sopraanrol.
index | |||