![]() Column De donder: de mooiste muziek die de natuur kan voortbrengen © Maarten Brandt, november 2007
|
||||
Deze bespiegeling wil een huldeblijk geven aan een in de gangbare meteorologie verwaarloosd verschijnsel: dat van de donder. Dit fenomeen is te beschouwen als de mooiste muziek die de natuur in staat is voort te brengen. Schrijver dezes is een mens die om deze reden niet zonder onweer kan en als gevolg van een ongunstige speling van het lot in een stad woont (Arnhem: onweersliefhebbers, U bent gewaarschuwd!) waarin dit natuurgebeuren zich zelden of nooit voordoet. Eerst een aantal algemene opmerkingen: Onweer is het resultaat van de interactie tussen de vier alchemistische elementen, te weten: Aarde, Vuur, Water en Lucht. Vrij recent werd namelijk ontdekt dat de eerste baan voor een bliksemontlading vanuit de Aarde wordt gevormd. Vervolgens wordt het verticale contact tussen donderwolk en Aarde gelegd en vindt de feitelijke ontlading plaats die de uitkomst is van wat als een meteorologische variant van het alchemistische Opus Magnum of Het Grote Werk kan worden beschouwd, namelijk het huwelijk van Water en Vuur. De donder op zijn beurt wordt veroorzaakt door de grote hitte van de bliksem (die, naar verluidt heter is dan die van de zon!). Hierdoor zet de Lucht zich zeer snel uit, zo snel dat men van een ontploffing kan spreken. Al naar gelang de vorm van de bliksem - en die kan veelal zeer grillig zijn, zowel horizontaal als verticaal gericht en voorzien van talrijke vertakkingen - verschilt, verschilt de donder. De wijze waarop deze wordt gehoord, wordt bovendien beïnvloed door de afstand tussen de onweersbui in kwestie en de waarnemer. Zo klinkt een nabij-inslag als een al dan niet doffe en in ieder geval droge knal, terwijl een bliksemontlading op afstand overkomt als een gerommel van een variabele lengte, dynamiek en intensiteit. Daartussen in bevinden zich die inslagen welke zich op enkele honderden meters van de waarnemer bevinden en die het karakter bezitten van knetterende slagen. De verticale gerichtheid is tevens van invloed op het geluid van de donder, dat in dat geval korter en harder is. Horizontale ontladingen daarentegen spreiden een gedifferentieerde veelheid aan donders ten toon en, afhankelijk van de grootte van het gebied dat deze bestrijken, kan dat geluid totaal en overweldigend zijn en wat méér is: van een kolossale diepte die als het ware 'de bergen doet trillen'. Net zoals het met behulp van de basisintervallen mogelijk is een schier oneindig aantal muziekstukken te genereren, zo is de bliksem bij machte miljarden en nog eens miljarden soorten donderslagen voort te brengen. Ergo: geen donderslag is gelijk aan de andere; ook hier is de variëteit van de natuur onuitputtelijk. Net zoals de ene donderslag niet op de andere lijkt, is elk onweder verschillend van aard. Er bestaan dan wel miljarden soorten onweders; dit neemt niet weg dat er een ruwe indeling in categorieën valt te maken, en wel: (1) De eencellige onweersbui, (2) de geclusterde of uit meerdere cellen samengestelde onweersbui, (3) de mega-onweersbui oftewel wat de amerikanen de 'Supercell' noemen en (4) niet te vergeten de echte zomerse onweers-depressies welke door de Amerikanen MesoScale Convective Complexes worden genoemd. Verder valt er een indeling te maken in (1) koufrontale onweders en (2) warmte-onweders. Warmte-onweders kunnen zowel eencellig zijn als zich manifesteren in de vorm van eerdergenoemde, maar in onze regionen helaas zelden voor-komende MCC's. Koufrontale onweders kunnen tevens clustermatig zijn georganiseerd en hoewel het vuurwerk spectaculair kan zijn, is het feest meestal en wederom helaas snel voorbij, terwijl de MCC's er voor kunnen zorgen dat een hele nacht lang 'het vuur niet van de lucht is'. Vervolgens is het voor de liefhebber hoogst intrigerend vast te kunnen stellen, dat er - mondiaal gezien - elke minuut duizenden onweders aan de gang zijn. De vraag is echter, wat heeft de rasechte onweersliefhebber door dik en dun hier in de praktijk aan? Speciaal indien hij in Nederland woonachtig is.
Het antwoord luidt: betrekkelijk weinig. Tenzij hij bereid zijn vakantie in het weinig aantrekkelijke Dordrecht door te brengen dat, gemiddeld genomen, de meest onweersgevoelige plaats in den lande is, omdat deze stad in de baan van de zomerse vanuit Frankrijk afkomstige onweersstoringen gelegen is. Ook hier geldt dat men dan wel geluk moet hebben, want de onweersfrequentie ligt in ons land betrekkelijk laag: meer dan gemiddeld 15 á 20 onweersdagen per jaar zitten er niet in. Voor de goede verstaander: een onweersdag is een periode van 12 uur gedurende welke tenminste eenmaal de donder wordt gehoord, en dat hoeft dus allerminst een indrukwekkende onweersbui te zijn en is dat dan ook meestal niet. Er zit voor de onweersfreak dus niets anders op zijn of haar heil elders te zoeken. Gesteld dat een vakantie doorgaans meestal niet langer dan twee en maximaal drie weken duurt, is dit bepaald geen eenvoudige zaak, er van uitgaande dat men enigszins aan zijn gerief wenst te komen. Dat wil zeggen: aan een score van, pak weg, drie behoorlijk imponerende onweders per week. De natuur laat zich niet dwingen, maar een aantal suggesties geef ik U thans gaarne ter overweging. (1) Tijdens de maanden juni, juli en augustus is het in de Amerikaanse staat Florida het natte en hete seizoen. De temperaturen liggen dan vrijwel constant tussen de 32 graden overdag en 23 graden 's-nachts, terwijl de luchtvochtigheid vaak tot 90 procent en meer oploopt. Dit, gecombineerd met een zeewind van beide kanten (Florida is een schiereiland) verklaart waarom deze staat met een gemiddelde van 90 onweersdagen per jaar als 'Lightning-capital of the world' bekend staat. Vooral het centrale deel tussen Orlando en - speciaal - Tampa, kan dringend worden aanbevolen, waarbij zij aangetekend dat de hoogste frequentie aan onweders in genoemde maanden ligt tussen 15 en 18 uur. Als de zeewinden van oost en west elkaar treffen en de onweders uit die richtingen samenclusteren, is succes verzekerd. (2) Maar het kan nog mooier: Bogor (het voormalige Buitenzorg) in Indonesië heeft volgens de overleveringen het patent op 300 onweersdagen per jaar. Voor-heen gold daar het parool: zorg dat je de vergaderingen zo plant dat je voor de bui van drie uur thuis bent. Helaas echter hebben de klimaatveranderingen van de laatste tijd voornoemd schema behoorlijk in de war geschopt. Ooit was ondergetekende in januari - dus midden in de regentijd! - in Bogor. Niettemin heeft hij daar gedurende drie weken lang geen donderslag mogen beluisteren en al evenmin een donderkop aan het zwerk mogen ontwaren. Een absoluut record, dat wel, maar niet het record dat hem deze reis deed boeken.
(3) Vele van die duizenden onweders doen zich echter op plaatsen voor waar de mens niet of nauwelijks een voet zet. Te denken valt aan de Indische oceaan, de onherbergzame gebieden van het Amazonebassin in Zuid Amerika en niet te vergeten die net ten noorden van Darwin in Noord Australië gelegen twee kleine eilanden, de zogenaamde 'Tiwi'-Islands. Daarboven vormt zich bijna elke namiddag tijdens de maanden november en december een onweder dat Hector wordt genoemd. Het aambeeld van deze donderwolk kan zich tot 20 km hoogte in de troposfeer verheffen en is daarom vanaf heinde en verre gemakkelijk zichtbaar. De meest fantastische onweersactiviteit is overigens sowieso rond de evenaar waar te nemen. Beelden gefilmd vanuit een satelliet hebben aangetoond dat het aantal ontladingen - soms vijftig tot honderd per minuut! - om en nabij deze breedtegraad niet alleen ongelooflijk frequent maar tevens in hoge mate intens is. Er zijn zelfs bliksems gezien die een oppervlakte van meerdere honderden vierkante kilometers bestrijken. Het donderse geluid dat dit te horen geeft, grenst uiteraard aan het onvoorstelbare. Rapporten vanuit de omgeving van Darwin en het Natuurgebied Kakadu in Australië omtrent onweders die plaatsvinden tijdens de opbouw van de natte moesson in november en december spreken niet voor niets van donderslagen die men tot "in de kern van zijn lever" voelt. Ook is inmiddels bekend dat gigantische tropische onweerswolken in staat zijn tot het voortbrengen van bovenwolkse ontladingen, de zogenaamde 'sprites' of 'jets'. Het allermooiste wat ik in een documentaire over onweer ooit heb mogen zien is het volgende: Een satelliet die niet alleen in staat is de bliksemactiviteit boven en rond de evenaar te filmen - wat op zich genomen al sensationeel is - maar die ingenieuze computerapparatuur aan boord heeft, welke bij machte is de kracht die de talrijke ontladingen uitzenden (tot uitdrukking komend in golfbewegingen) in hoorbare signalen om te zetten. Het klankmateriaal dat daar de uitkomst van is, leent zich bij uitstek voor het concipiëren van een donderse symfonie van even reusachtige afmetingen als de onweders die de ontladingen in kwestie voortbrengen zelve. Te hopen valt dat componisten die doorkneed zijn in de elektronica - ik denk hierbij onder andere aan Dick Raaijmakers en Jan Boerman in ons land - zich hier ooit nog eens op zullen werpen en dit unieke materiaal gaan gebruiken voor hun composities. Dit zou een indrukwekkend vervolg kunnen zijn op de vertaling van donderslagen in poëzie, zoals dit bijvoorbeeld in Thomas Stearns Eliots indrukwekkende The Waste Land is geschied of in James Joyce's Finnegans Wake. Fascinerend is in dit verband de wetenschap dat componist Anthony Fiumara momenteel aan een werk voor elektrische gitaar schaaft, waarin de taaldonderslagen van Joyce's Finnegans Wake in klinkende munt worden omgesmeed. Daarmee brengt Fiumara feitelijk een wens van de Amerikaanse componist John Cage in vervulling, die immers droomde van een Thunder piece. Geven we aan Cage het laatste woord: "Daarin wordt een echte onweersstorm opgenomen; en dan de donderslagen in Finnegans Wake gebruiken, gezongen door een koor en elektronisch vervormd. En dan zou het orkest de regen zijn [.] We doen niet meer aan eigen ideeën, dus niemand kan ze stelen. Als iemand het idee opvat Atlas Borealis and the Ten Thunderclaps te doen, dan zou ik het niet meer hoeven te doen. Dus maak ik dat zoveel mogelijk bekend." index | ||||