Column

Matthijs Vermeulenprijs 2023:

voor FPK is 'toegankelijkheid' voorwaarde

 

© Aart van der Wal, juni 2023

 

 

Zaterdag 17 juni vond de uitreiking plaats van de tweejaarlijkse Matthijs Vermeulenprijs, een gebeurtenis die in de media traditiegetrouw nauwelijks aandacht krijgt, of niet meer dan als mededeling ter grootte van een postzegel. Verwonderlijk is dat niet want anders dan de Nederlandse Muziekprijs gaat het om de belangrijkste vaderlandse compositieprijs en dus om eigentijdse muziek. .

De prijs is vernoemd naar Matthijs Vermeulen (1888-1967), de componist met de vlijmscherpe pen (de DBNL helpt u hier verder), aan wie de musicoloog Ton Braas (1955) een meer dan vuistdikke biografie wijdde: Door het geweld van zijn verlangen, al in 1997 verschenen bij De Bezige Bij, dezelfde uitgever die de euvele moed had om zowel het dagboek (Het enige hart) als de brieven (Mijn geluk, mijn liefde) uit te brengen. Op de achterflap van het boek had het niet beter kunnen worden samengevat: Matthijs Vermeulen was een van de belangrijkste en eigenzinnigste twintigste-eeuwse componisten en een in zijn tijd befaamd muziek- en theatercriticus. Hij publiceerde zeven boeken en componeerde naast kamermuziek en liederen zeven symfonieën. Zijn muzikale oeuvre stond centraal tijdens het Holland Festival 1997, waarna het weer merendeels in de duisternis verdween. As in every year, James!

Opgegroeid in Helmond als zoon van een smid, vertrok Vermeulen na een niet voltooide priesteropleiding naar Amsterdam, waar hij muzieklessen nam en medewerker werd van De Tijd en De Amsterdammer (later De Groene Amsterdammer). Hij raakte bevriend met de door hem zeer bewonderde Alphons Diepenbrock, die hij als zijn mentor beschouwde. Als chef ‘Kunst en Letteren' van De Telegraaf kwam Vermeulen vanaf 1915 in contact met een aantal jonge schrijvers, waaronder A. Roland Holst, Jan Greshoff en Martinus Nijhoff. Zijn kritische oordeel en scherpe pen leidden intussen tot een steeds hoger oplopend conflict met de chef-dirigent van het Concertgebouworkest, Willem Mengelberg, die - niet zonder rancune – weigerde zijn composities uit te voeren. In 1921 had Vermeulen genoeg van Nederland en verhuisde hij naar Frankrijk, om zich daar ongestoord volledig aan de muziek te wijden. Om zich in het levensonderhoud van zijn gezin te voorzien werd hij Parijs' correspondent van het Soerabaiasch Handelsblad, dat hij van 1926 tot 1940 met vele artikelen over vooral muziek trouw diende. Nadat hij in de oorlog zijn vrouw en een zoon had verloren, keerde hij alsnog terug naar Nederland om bij – inmiddels De Groene Amsterdammer – zijn journalistieke werk te hervatten. Tijdens die periode ontstond zijn hechte vriendschap met Mengelbergs opvolger, Eduard van Beinum, die wél een aantal orkestwerken van Vermeulen uitvoerde. Vanaf 1956 woonde Vermeulen met zijn tweede vrouw, Thea Diepenbrock, pianiste en dochter van Alphons Diepenbrock, in Laren, waar hij nog een aantal composities schreef.

Matthijs Vermeulen

Naar deze grootheid is de prijs vernoemd, uitgereikt door de overheidsinstantie die door gebrekkige oordeelsvorming en bijbehorende slechte motivering al jaren bij met name de kunstenaars onder vuur ligt. Het FPK, Fonds Podiumkunsten, hebben we ook op onze site herhaaldelijk op de korrel genomen.

De consequentie: dat het FPK ook op het terrein van het eigentijdse componeren de kwaliteiten mist om daarover te oordelen, laat staan de hoofdprijs uit te reiken, ditmaal aan de de Britse, in ons land woonachtige componist Pete Harden (1979). Hij viel met zijn compositie M.M. in de prijzen, deze componist, E-gitarist en ‘performer' die al een groot aantal opdrachten van Nederlandse bodem in de wacht heeft gesleept (Orgelpark, Orkest de Ereprijs, Asko|Schönberg, FPK).

Hoe heeft het FPK zijn keuze gemotiveerd? Eerst de introductie:

‘M.M.'  combineert live muziek, gesproken en gezongen tekst met filmcitaten uit de jaren ‘50. Met de tekst van Pauline Peyrade als basis verbindt Harden elementen uit verschillende muziekgenres, met een minimalistische aanpak als leidraad.

Dan de motivering:

“Pete Harden toont in dit werk een zeer persoonlijke schrijfstijl. De wijze waarop de componist het beperkte muziekmateriaal tot het eind van het werk levend weet te houden dwingt grote bewondering af. Harden legt dit materiaal (als het ware) onder een microscoop om daarmee alle fascinerende nuances die erin zitten hoorbaar te maken. Hierdoor heeft de muziek zelf, ook zonder beelden, een grote suggestieve kracht, juist doordat zij zaken bewust niet uitspreekt.”

Aldus de jury van de Matthijs Vermeulenprijs 2023.

Over de prijs:

“De Matthijs Vermeulenprijs is de belangrijkste Nederlandse compositieprijs, vernoemd naar de in 1967 overleden symfonisch componist Matthijs Vermeulen. Het Fonds Podiumkunsten stelt deze prijs ter waarde van 20.000 euro tweejaarlijks beschikbaar aan een Nederlands componist, die naar het oordeel van een onafhankelijke jury een bijzonder werk heeft gecomponeerd op het terrein van de hedendaagse muziek.”

‘Een bijzonder werk op het terrein van de hedendaagse muziek'.

M.M. verwijst naar Marylin Monroe, u vindt stuk op YouTube, een combinatie van film en live-ensemble (2 sopranen, klarinet, basklarinet, altsax, trombone, accordeon, E-gitaar, cello en contrabas). De belangrijkste indruk: het is géén bijzonder werk in het domein van de hedendaagse muziek. Daarmee vergeleken is Schönbergs Pierrot Lunaire zelfs nu nog ultramodern te noemen.

De muziek excelleert in gemakzucht en herkenbaarheid, hetgeen door de jury ook wordt bevestigd, want zij vindt dat het de toehoorder direct aanspreekt, ‘mede door de verbinding van elementen uit verschillende muziekgenres. Hierdoor is het werk ook toegankelijk voor een breder publiek dan de gebruikelijke liefhebber en kenner van hedendaagse muziek.'

Muziek moet dus volgens deze jury een groot publiek aanspreken alvorens in de prijzen te mogen vallen. Het volkomen idiote idee erachter? Dat hedendaagse muziek ‘toegankelijk' zou moeten zijn, een groot publieksbereik dientr te hebben. Hoe verzin je het.

Wie waren die juryleden eigenlijk? De voorzitter is Dorien van de Pas (ze weet veel van film), Henk Heuvelmans (vooral bekend van de Gaudeamus Muziekweek), Nora Fischer (zangeres), Monica Akihary (zangeres), Marlon Titre (Filmhuis Den Haag), Simone Meijer (NPO Klassiek) en Tamar Brüggemann (Festival Wonderfeel).

Pete Harden

In de NRC (ditmaal géén postzegel) van dinsdag 10 juni wordt er door de schrijver Jan Nieuwenhuis op de opiniepagina zo ongeveer gehakt van gemaakt. Het eerste probleem dat hij registreert is de samenstelling van de jury, waarbij hij zijn kritiek met name richt op zendermanager Meijer van de ‘notoir conservatieve' NPO Klassiek en op Brüggemann, de directeur van het Wonderfeel-festival. Twee organisaties die volgens Nieuwenhuis een eigen agenda hebben en dat dit mogelijk heeft meegespeeld in de beoordeling, met in het achterhoofd de programmering en de verkoop- en publieksaantallen. Het juryrapport lijkt dit inderdaad te suggereren (u vindt het hier).

Terecht stelt Nieuwenhuis eens dat het niet aan die jury is om te bepalen hoe muziek moet aanspreken, maar dataspect wel degelijk laat meewegen. Een jury ook die vindt dat hedendaagse muziek ‘toegankelijk' moet zijn, zonder daaraan overigens heldere criteria te verbinden. Het lijkt dan niet meer over de muziek zelf te gaan, maar over haar ‘Umfeld', ofwel een breed publiek en (hopelijk) volle zalen. Het staat haaks op hetgeen de FPK zelf uitdraagt: stimulering van dynamiek en vernieuwing binnen de podiumkunsten.

Waarom is M.M. geen ‘bijzonder' werk? Omdat werkelijk álles dat in die vijftien minuten voorbijkomt direct herkenbaar is, aldus geen nieuwe elementen bevat en zéér toegankelijk is. Zoals Nieuwenhuis schrijft: de jury heeft het herkenbare gekoppeld aan het toegankelijke, maar dat eerste is iets dat al bestaat, per definitie dus niet nieuw is, laat staan dat het bijzonder is. Het FPK is het pad van de platte gelijkschakeling op gegaan en – ik volg Nieuwenhuis – is de Matthijs Vermeulenprijs dientengevolge niets anders dan ‘een offer aan een niet bestaande godheid.' Om te besluiten met het best denkbare advies: te vertrouwen op de eigen oren.

Dat laatste heb ik ook gedaan met betrekking tot de muziek die op de site van Harden kan worden beluisterd. Muziek die grossiert in van-alles-en-nog-wat platitudes en elektronische gimmicks gevat in een stilistisch rommelige structuur. Ik ben een groot liefhebber van eigentijdse muziek en heb er menige bespreking aan gewijd, maar ik vind dit niet te harden, al die indrukwekkende opdrachten uit binnen- en buitenland ten spijt.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links