![]() Column Musiceren op de armoedegrens
© Aart van der Wal, 25 januari 2020
|
||||||||||
Laat ik het nog maar eens over de uitermate slechte honorering van de vaderlandse musici hebben, zowel vocalisten als instrumentalisten. Meestal is er wel een goede aanleiding voor, ditmaal een treffend stukje van Sander Donker in de Volkskrant, naast 'Op volle toeren in volle zalen' in het AD van vandaag. Dat onze musici zo bar slecht worden betaald ligt niet aan hen, maar aan het 'systeem' (opdrachtgevers) dat sterker is dan zij. Het systeem dat stevig is gestut en waartegen de individuele musicus niet is opgewassen als het om de verdediging van zijn inkomen gaat. Het zijn twee volkomen van elkaar gescheiden disciplines die elkaar echter wel nodig hebben: de opdrachtgevers en de opdrachtnemers. Als die opdrachtnemers, de musici, zich eens massaal zouden verenigen? Dan zou het beeld met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid volstrekt anders zijn (wie daaraan mocht twijfelen leze 'Massa en Macht' van Elias Canetti), maar ondanks moedige pogingen in die richting is daarvan nog steeds geen sprake. En dus luidt nog steeds het adagium vanuit het systeem: 'voor u tien anderen'. Opdrachtgevers die het naar hun gevoel aldus goed voor elkaar hebben bevolken ook de culturele sector. Zij dicteren wat hun aandeel betreft immers de markt, zij spelen de sleutelrol in het dagelijkse spel van vraag en aanbod. Dat is ook wat Sander Donker in zijn stukje duidelijk maakt. Dat het om niets anders draait dan uitbuiting. Leest u maar even mee:
Een buitenkans... Hoe vaak heb ik dat woord al niet voorbij zien komen. Dat je als musicus eigenlijk blij mag zijn, dat je in de handen mag knijpen dat je aan een groot evenement überhaupt mee mág doen. In de sector lichte muziek liggen de kaarten evenwel anders. De voorbeelden spreken voor zich, de verdiensten op basis van een halfuur optreden:
Nee, ze maken geen kunst, aldus Het Feestteam. Deze zaterdagavond zal het Ziggo Dome gevuld zijn met 17.000 bezoekers die zich overgeven aan uitsluitend Nederlandstalige meezingers tijdens Het Grootste Muziekcafé van Nederland. Of dit kunst op enig respectabel niveau is laat ik wijselijk in het midden. Er komt in ieder geval genoeg volk op af. Meer dan voor welke operavoorstelling of voor welk klassiek concert ook. Al mag dat natuurlijk nooit en te nimmer een honoreringscriterium zijn (we weten dat PVV en VVD daar heel anders over denken). Dat wat betreft de honorering in de klassieke-muzieksector het roer echt om moet zal de meeste muziekliefhebbers intussen wel voldoende duidelijk zijn geworden. En aangezien het systeem het liever bij het oude laat moeten de eerste initiatieven toch echt van de landelijke politiek te komen. Dat gaat daar in het Haagse zoals altijd stroperig, dat gaat traag (ze hebben de handen vol aan hun eigen banencarrousel), maar van waar de ellende is begonnen (met toentertijd Halbe Zijlstra in de voorste gelederen) moet ook de oplossing komen. Een redelijke vergoeding die in een acceptabele verhouding staat tot gedane studie en geleverde prestatie en - heel belangrijk - rechtsbescherming en sociale zekerheid (wie als musicerende zzp'er van het podiumtrapje valt en een breuk oploopt heeft ook financieel een héél groot probleem). Dat betekent voor de politici allereerst dat ze - zoals het tegenwoordig heet - 'over de eigen schaduw heen moeten springen'. Inderdaad, het komt weer neer op dat bekende riedeltje van weer opbouwen na afbreken, een proces overigens dat zich op meerdere fronten zal moeten gaan voltrekken: in de arbeidsverhoudingen en contracten, de zorg, het onderwijs, de nationale politie, ict, de organisatie van de rechtelijke macht, de voedselveiligheid, het milieu, het landschap. Al zou je, afgaande op het blije ei Rutte, bijna gaan geloven dat het er in en met ons land heel goed voorstaat. Dat de problemen zich uitsluitend in de marge van een door en door welvarende natie afspelen. Wie beseft dat het niet zo is, is een realist. Wie denkt dat professionele musici weg kunnen blijven van de voedselbank zou weleens een dromer kunnen zijn. Wie hen ooit nog eens massaal op het Malieveld ziet gelooft in luchtkastelen. index |
||||||||||