![]() Column Hoornist Rob van de Laar ziet de bui wel hangen
© Aart van der Wal, 6 januari 2017
|
|
Je wint de prestigieuze Nederlandse Muziekprijs en je ziet als musicus geen toekomst in dit land. Het is het lot van de hoornist Rob van de Laar. In een interview met de Volkskrant neemt hij geen blad voor de mond. "Zit je daar dan als jong talent aan de koffietafel, terwijl iedereen om je heen steeds de vraag stelt: heb ik straks nog wel een baan, hoe zorg ik dan voor mijn gezin? Dan ligt de focus echt niet meer bij de vraag: wat heeft die ene grote dirigent gezegd over die maat? Ik was het JeugdOrkest Nederland gewend, ik wilde gewoon muziek maken." En: "Veel orkesten hebben niet eens meer de middelen om het grote romantische repertoire te spelen. Voor een Mahler ga je maar naar Amsterdam, wordt er dan gezegd. De orkesten worden kleiner, die geoliede machines worden vervangen door een halve ensemblecultuur. En waar kunnen jonge musici nog ervaring opdoen? Ik zie veel talent naar het buitenland vertrekken. Het is niet alleen een geldkwestie. Ik denk dat het typisch Nederlands is dat we ons om de vijf jaar afvragen: zo'n symfonieorkest, zo'n muziekschool, hebben we die nog nodig? Ik begrijp echt wel dat als er moet worden gekozen tussen een orkest en meer handen aan het bed, de zorg het altijd wint. Maar dat iemand daar op het podium zit te spelen, voor jóú, en je diep in je hart kan raken, dat is toch het mooiste wat er is? Als we daar al niet meer de waarde van inzien, waar leven we dan voor?" Hoeveel een musicus zou moeten verdienen staat - hoe kan het ook anders - open voor discussie. Het zal, zoals meestal, een kwestie van vraag en aanbod zijn. Dat het aanbod door een slopend cultuurbeleid danig is verschraald en nog verder zal verschralen s net zo evident als dat het maatschappelijk nut van de klassieke muziek door velen in twijfel wordt getrokken of zelfs miskend. Het leidt tot synergie, maar dan wel van het ongewenste soort. Of dat maatschappelijk nut een serieus criterium is? In de bankensector werden niet alleen door de banken vermogens verdiend, maar ook door di vele scherpzinnige rommelaars die voor die vermogens zorgden. Er was veel vraag naar deze Willie Wortels. Het maatschappelijk nut? Gelijk aan nul. Ergo, de maatschappij werd er zelfs beduidend slechter van, er werd schuld op schuld gecreëerd, er ontstonden rommelhypotheken, Ponzi-schema's, rentegesjoemel. Wie het maatschappelijk nut van de klassieke muziek betwist past keurig in het model van het groeiende populisme waarin schreeuwen meer waarde heeft dan het bieden van oplossingen. Al is het dan 'Den Haag' geweest dat zich verantwoordelijk mag voelen voor het feit dat in de cultuursector meerdere gure winden zijn gaan waaien en dat er steeds meer is opgeschoven richting profijtbeginsel. Degenen die zelden of nooit naar een concert of operavoorstelling gaan zitten er niet mee dat toegangskaartjes onbetaalbaar dreigen te worden. Maar vlak ook de lagere overheden niet uit. O wee als die ene voetbalclub geen miljoenen van het College van B&W krijgt toegeschoven, want dan is de beer pas goed los. Dan is het profijtbeginsel ineens als sneeuw voor de zon verdwenen, gaan deuren open die voor de cultuursector gesloten zijn gebleven. Om de paar jaar is er weer de ongegeneerde dans rond het gouden subsidiekalf, met de onvermijdelijke winnaars en verliezers; en de even onvermijdelijke, wankele of in het geheel niet deugende motivering van het 'ja' of het 'nee', of het 'ja mits'. Een groepje lieden aan een lange tafel dat discussieert achter gesloten deuren en waaruit dan ten slotte 'adviezen' voortvloeien waar men buiten de deur het verder mee kan doen. Wie teleurgesteld is kan in beroep, natuurlijk. En dan vooral maar intens hopen dat de beoordelaars de voorstellingen hebben bezocht waarover het Salomonsoordeel wordt geveld. index | |