![]() Column De man met de hamer... maar de schade blijft beperkt: Sony BMG trekt de stekker eruit
© Aart van der Wal, 30 november 2006
|
Afgezien van de zowel artistiek als financieel goed presterende kleine(re) labels blijven er nog twee grote spelers over: Universal (DG, Philips en Decca) en EMI. Het cd- en dvd-repertoire van de beide 'majors' richt zich met name op het grote publiek en minder op de doorgewinterde liefhebber. Dat heet naar believen marktwerking of consumentisme, wat vooral neerkomt op een stortvloed her-heruitgaven en specifieke aandacht op enige (commercieel gecreëerde) 'sterren' die de verkoopkar moeten trekken. DG heeft dienaangaande de beschikking over de sopraan Anna Netrebko en Decca over de Nederlandse violiste Janine Jansen. Zij werden door Universal omhoog gestuwd en dat vertaalt zich volgens het daarvoor bedachte marketingconcept in rinkelende kassa's, onverschillig of die nu bij de platenzaken danwel bij de providers (downloads) staan opgesteld. Het hoeft nog niet slecht uit te pakken dat de muziekindustrie in het klassieke-muziekdomein drastisch is uitgedund. Zowel Universal als EMI krijgt nu de kans om de zaken beter aan te pakken. De onlangs aangetrokken EMI Classics-chef Costa Pilavachi heeft daarop inmiddels al een voorschot genomen: "We gaan er meer werk van maken, we doen ook minder aan cross-over. De klassieke wereld moet agressiever worden, minder beschaamd over zijn eigen uitingen." Het klinkt tenminste voortvarend. In de afgelopen jaren hebben zich ook op ander terrein enige belangwekkende verschuivingen voorgedaan. Het Koninklijk Concertgebouworkest, maar ook John Eliot Gardiner en Ton Koopman begonnen een eigen label, terwijl de kleinere labels zoals Harmonia Mundi, Channel Classics, ECM, BIS, Challenge Classics e.d. zich solide in de markt wisten te positioneren met vooral niche-repertoire. De drogisterijketen Het Kruidvat heeft met supergoedkope aanbiedingen deels een nieuw publiek naar de klassieke muziek getrokken, terwijl de dagbladen (met voorop NRC Handelsblad en Trouw) zich inmiddels ook in het goedkope prijssegment proberen te profileren met aantrekkelijke intekenacties, al gaat het dan merendeels om her-heruitgaven die de doorgewinterde liefhebbers wel kunnen drómen. Klassieke muziek (ik weet het, het is niet meer dan een ontoereikende verzamelterm) bloeit als nooit tevoren, een nog steeds toenemend aantal muziekliefhebbers vindt de weg naar de betere muziek, maar het kost de grote platenmaatschappijen duidelijk zichtbaar moeite daarop adequaat in te spelen. Dat is dan verder hun probleem, want de kleinere labels voorzien gelukkig wèl in de groeiende behoefte, dankzij hun flexibele organisatie, hun creatieve fantasie en de hoge artistieke kwaliteit. Wie mocht denken dat zij door hun kleinschaligheid geen grote producties kunnen financieren hoeft maar in de catalogi te kijken om zich van het tegendeel te overtuigen. Zo bezien kan het eigenlijk niet beter! index |