CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, november 2016

 

Merkstenen - Componistenportret Jan Welmers

Welmers: Passacaglia, orgel - Querelles, blokfluit en slagwerk - Monologen, piano - Licht en Donker IV, koor en orgel - Licht en Donker V, trompet en orgel - Running, viool en orgel - Psalm 72, sopraan en orgel - Sequens, orgel

Mette Rooseboom (sopraan), An Meeusen (alt), Robert Brouwer (bariton), Studium Chorale o.l.v. Hans Leenders, Ruud Roelofsen (slagwerk), Hester Groenleer (blokfluit), Anton Weeren (trompet), Marleen Wester (viool), Willem Tanke (piano), Leo van Doeselaar (Verschueren-orgel: Licht en donker V, Running, Sequens), Marcel Verheggen (Sauer-orgel: Licht en donker IV, Psalm 72), Jetty Podt (Verschueren-orgel: Passacaglia)

Orgelparkrecords 015-2015 • 76' + 42' • (2 cd's)

Live-opname: 16 nov. 2014, Orgelpark, Amsterdam

 

"Het Orgelpark vind ik wel een mooi voorbeeld van hoe het ook kan. Je stelt het orgel in feite veilig als je het uit de kerkelijke traditie haalt en het in samenhang met andere instrumenten gebruikt. Van de kerk moet je het niet meer hebben. Het orgel is gewoon een prachtig instrument, dat niet alleen voor religieuze doeleinden gebruikt hoeft te worden. In het Orgelpark krijgt het orgel een meer autonome functie en dat verdient het instrument. Voor het soort initiatieven als het Orgelpark heb ik veel waardering. Mensen gaan zo denken: orgel is eigenlijk een heel mooi instrument!"
Jan Welmers (interview in 'De Nederlandse Orgelcultuur'- Masteronderzoek van Jochem Schuurman).

In Nederland worden stapels orgelmuziek gecomponeerd, maar veruit het meeste daarvan valt in de categorie gebruiksmuziek. Slechts een handvol componisten houden zich bezig met het orgel als volwaardig concertinstrument. Daarbij springen twee namen er uit: Daan Manneke en Jan Welmers. Zij zijn van hun vak organist, maar zoeken het in hun componeren in de breedte. Beide mannen geven aan zich geïnspireerd te voelen door andere kunstuitingen als literatuur, beeldende kunst en architectuur.

Jan Welmers werd geboren in 1937 te Zuidlaren, en studeerde orgel in het nabijgelegen Groningen bij 'organistenmaker' Wim van Beek. Compositie studeerde hij naderhand bij Kees van Baaren. Hij verwierf faam als improvisator, en gaf enige decennia les aan het Conservatorium van Utrecht, in de hoofdvakken improvisatie en orgel. Van 1974 tot 2002 was hij organist van de Grote Kerk te Nijmegen. In 2005 ontving hij de Sweelinckprijs voor zijn gehele oeuvre. Je zou denken dat je de werken van zo iemand regelmatig tegenkomt op orgelconcerten, waarvan er in Nederland nog steeds mateloos veel worden gegeven. De werkelijkheid is anders, maar gelukkig zijn er een aantal leerlingen die zich voor zijn werk inzetten, en op deze cd zijn ze vertegenwoordigd. Het is niet de eerste cd die de catalogus siert, eerder verschenen uitgaven met orgelwerken op de labels Lindenberg (helaas verdwenen) en Audite (onder de titel Minimal Music).

In bovengenoemd interview uit 2012 zegt Welmers over zijn ontwikkeling als componist het volgende:

"Toen ik jong was, waren er ontzettend veel invloeden van buitenaf. Er waren veel nieuwe ontwikkelingen waar ik door beïnvloed werd. Ik werd enorm geprikkeld om verschillende dingen te ondernemen. En als iets weer voorbij was, kwam er wel weer iets nieuws. Dat zie je terug in mijn composities. Mijn doel is om het publiek te prikkelen. Als de mensen zeggen: dat wil ik nog wel eens horen, dan ben ik tevreden. In de jaren '60 was het een doel om het publiek te shockeren, om een statement te maken. Tegenwoordig groeien het publiek en de maker meer naar elkaar toe."

Op 16 november 2014 werd in het Amsterdamse Orgelpark uitbundig aandacht besteedt aan Welmers in een marathonconcert dat hier op twee cd's verschijnt. Van de Passacaglia uit 1965 tot Psalm 72 uit 2014 in werken voor orgel, in combinatie met orgel, maar ook voor een ongewone combinatie als blokfluit en slagwerk.

Met de orgelwerken Laudate Dominum (1979) en Sequens heeft Welmers wellicht de meeste bekendheid vergaard - Sequens verschijnt hier al voor de derde keer op cd. Het dateert uit 1979 en illustreert hoe Welmers er als de kippen bij was om zijn creatieve impulsen te toetsen aan de minimal music en daar op een uiterst intelligente en prikkelende manier mee weet om te gaan. Daarbij schuwt hij er niet voor om het pinksterlied Veni Sancte Spiritus als cantus firmus te gebruiken. Naast Sequens, waarmee de cd besloten wordt, is het openingswerk Passacaglia het enige pure orgelwerk in deze collectie. Welmers schreef een serie werken onder de titel Licht en Donker, waarvan er hier twee zijn opgenomen: nummer vijf voor trompet en orgel (2006), en nummer vier voor koor solisten en orgel (1999).

De tekst van dat laatste opus levert ook de titel van deze collectie: Merkstenen. Ze stamt van de hand van Dag Hammarskjöld, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, die in 1961 omkwam bij een vliegtuigongeluk. Na zijn dood vond men dagboeken met aantekeningen, spirituele teksten die onder de naam Vägmärken (Merkstenen) werden gepubliceerd. Welmers zelf licht toe: "Toegang te vinden tot zijn gedachtegoed was niet eenvoudig. Desondanks heb ik uit bewondering en respect voor deze grote figuur een poging gedaan. De zeven delen verklanken Hammarskjölds kijk op diverse zwakheden van de mens, zijn structurele eenzaamheid, zijn worsteling met God, zijn liefde voor de natuur en zijn weg naar overgave en dienstbaarheid." Het is een werk van ruim een half uur in het Engels, een opdracht van het Fonds voor de Scheppende Toonkunst ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van Welmers als organist van de Stevenskerk te Nijmegen.

Ondanks Welmers' opmerking dat 'publiek en maker tegenwoordig weer naar elkaar toegroeien' mogen we constateren dat hij nooit geneigd is geweest om een gemakzuchtige knieval te maken, niet in de richting van het publiek en ook niet naar zijn uitvoerders. Licht en Donker is een partituur die het uiterste vraagt van het koor. Het kleine maar dappere Studium Chorale (vier maal vier vocalisten) heeft er hoorbaar keihard op gestudeerd - de solisten zijn gerecruteerd uit de koorleden. Ook hier klinken echo's van minimal music, maar de wereld van Philip Glass en Simeon ten Holt is heel ver weg.

Uit de lijst van medewerkers blijkt zonneklaar dat we te maken hebben met een liefdewerk dat gedragen wordt door bewondering voor deze volhardende toondichter, die nog immer onverstoorbaar zijn eigen weg volgt - in dat opzicht spiegelt hij zich aan een verre vakgenoot, die hij zeer zegt te bewonderen, Charles Ives. De vaste opnametechnicus van het Orgelpark, Bert van Dijk, heeft voor exemplarisch werk gezorgd, en van publiek is behoudens het slotappaus niets te merken. De lijst met medewerkende organisten geeft niet aan wie wat speelt, maar is na enig speuren op de website van het orgelpark na te lezen, hierboven vind u de correcte opsomming.

Een schitterend portret van een markante persoonlijkheid die ver boven het orgelmaaiveld uitsteekt.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links