CD-recensie
© Siebe Riedstra, januari 2020 |
De honderdste geboortedag van Mieczyslaw Weinberg (1919-1996) heeft ervoor gezorgd dat deze Pools-Joods Russische componist mocht debuteren op het label DG. Dankzij de dappere inspanningen van dirigent Mirga Grazinyte-Tyla en haar City of Birmingham Symphony Orchestra verscheen daar een opname van de symfonieën 2 en 21, een uitgave die op heel veel lijstjes van de meeste opmerkelijke uitgaven van het jaar terechtkwam. Zo ook op dat van Erik Voermans, muziekvoorlichter van Het Parool. Maar toen Voermans eerder dat jaar geconfronteerd werd met de Nederlandse première van het Celloconcert van Weinberg deed hij dat werk af als minder sterk. Over smaak valt niet te twisten, maar jammer is het wel, want de mening van Voermans telt zwaar, dank zij zijn boeiende schrijfstijl en zijn meeslepende enthousiasme voor allerlei onbekende toonmeesters. Hij krijgt gelukkig tegenspraak, want uit de discografie van Weinberg kan iedereen opmaken dat het Celloconcert nu juist van alle werken het vaakst is opgenomen. Bovendien werd het geschreven voor Mstislav Rostropovitsj. Die liet het niet bij de première, maar nam het stuk daadwerkelijk op zijn repertoire, zijn live-opname uit 1964 was jarenlang een geheimtipp. Gelukkig verscheen er in 2019 ook een nieuwe opname van het Celloconcert, die bovendien nieuw licht werpt op de ontstaansgeschiedenis van het werk - uiteraard is het oeuvre van Weinberg nog aan voortschrijdend inzicht onderhevig. In de biografie van David Fanning uit 2010 (tweede druk 2019) lezen we dat het celloconcert geschreven werd in 1948 en vervolgens negen jaar op de plank bleef liggen tot Rostropovitsj op 9 januari 1957 de eerste uitvoering gaf, met het Moskou Symfonie Orkest onder Samuil Samosud. De werkelijkheid ligt iets genuanceerder. In 1948 voltooide Weinberg (in vier dagen) een Concertino voor cello en orkest, in het kielzog van het Concertino voor viool en orkest, opus 42 (een prachtstuk dat inmiddels ook meerdere malen is opgenomen). Dat concertino droeg het opusnummer 43, maar bleef op de plank liggen - Weinberg componeerde als een bezetene en was meer geïnteresseerd in scheppen dan in uitvoeren. Toen Rostropovitsj in de zomer van 1956 op bezoek ging bij Weinberg haalde die zijn concertino tevoorschijn, Rostropovitsj speelde het door, en toonde interesse. Weinberg nam het stuk opnieuw onderhanden, breidde het uit met een finaledeel en zo ontstond een nieuwe versie die alsnog het opusnummer 43 kreeg (en tweemaal zo lang is). Het oude concertino verscheen als opus 43bis, en ging pas in 2017 in première. In de winter van 1952/3 schreef Weinberg een Fantasie voor cello en orkest die in februari voor het eerst werd gespeeld door cellolegende Daniil Shafran, maar alleen in de versie met pianobegeleiding. Weinbergs faam is inmiddels zover doorgedrongen dat alle werken op deze cd eerder werden opgenomen. Het Celloconcert in de live-uitvoering door Rostropovitsj uit 1964 met Gennadi Rozhdestvenski in alle mogelijke incarnaties verschenen en nog steeds volop verkrijgbaar (die op Brilliant is hier besproken). Nieuwe registraties kwamen uit op Chandos (Claes Gunnarsson) en Channel (Nicolas Altstaedt), en zijn hier eveneens aan de orde geweest. Cellist Raphael Wallfisch vertelt in zijn inleidend woord aan dat deze uitgave deel uitmaakt van een serie celloconcerten van door het fascisme vervolgde joodse componisten. Hij geeft haar de pakkende titel Voices in the Wilderness - naar het gelijknamige werk voor cello en orkest van Ernest Bloch. Wallfisch is de zoon van Anita Lasker-Wallfisch, eveneens celliste en overlevende van het kamp Auschwitz, waar ze zich in het vrouwenorkest onmisbaar wist te maken. Zoon Raphael (1953) heeft dus alle reden om zich met passie in te zetten voor dit repertoire. Een vorige cd met concerten van Hans Gál en Mario Caselnuovo-Tedesco heb ik hier besproken. Wallfisch gelooft heilig in de kwaliteit van Weinberg en brengt dat overtuigend over op zijn medemusici, geholpen door de jonge Poolse dirigent Lukasz Borowicz, een aanstormend talent dat ook in Nederland van zich liet spreken. De meerwaarde van deze cd schuilt bovenal in het feit dat de drie concertante werken voor de cello van Weinberg samengebracht zijn op één schijfje, en dat we de beide versies van het celloconcert direct met elkaar kunnen vergelijken, tot voor kort een ongekende luxe. En wat de kwaliteit van het Celloconcert betreft? Luister naar de eerste vijf minuten en probeer het maar eens droog te houden. index |
|