CD-recensie
© Siebe Riedstra, februari 2017
|
Het pianokwintet in zijn huidige vorm - voor piano en strijkkwartet - is een tamelijk recent verschijnsel in de muziekgeschiedenis. Het idee om een toetsinstrument te combineren met een strijkersensemble was eeuwenoud, maar Robert Schumann was de eerste die in 1842 een geniaal kwintet componeerde voor deze intussen ingeburgerde bezetting. Johannes Brahms volgde hem op de voet, en in 1887 deed ook Antonin Dvorak een duit in het zakje. Daarna zijn er nog vele honderden pianokwintetten aan het repertoire toegevoegd, maar de eerlijkheid gebiedt om te erkennen dat ze geen van allen de status van onomstreden meesterwerk hebben bereikt, tenminste wanneer men afgaat op uitvoeringsfrequentie en opnamedichtheid. Een mager resultaat, vergeleken met de overvloed aan meesterlijke symfonieën en strijkkwartetten die in dezelfde tijd ontstonden. Op 23 november 1940 betrad Dmitri Sjostakovitsj het podium ven de Kleine Zaal van het Moskouse Conservatorium, samen met de musici van het Beethoven Kwartet. Op de lessenaars stond het gloednieuwe pianokwintet van de 34-jarige componist. Een componist die al het nodige voor zijn kiezen had gekregen toen de stalen vuist van Stalin hem in het gezicht sloeg met de mededeling dat zijn opera Lady Macbeth van Minsk chaos inplaats van muziek voorstelde. Dat was in 1936, Sjostakovitsj antwoordde met een stalen gezicht met zijn Vijfde symfonie, waar nog steeds niemand raad mee weet, maar die inmiddels na die van Beethoven de meestgespeelde 'Vijfde' lijkt te zijn geworden. Vijfenzeventig jaren zijn inmiddels verstreken, en uit concertprogramma's en platencatalogi mag onderhand de conclusie worden getrokken dat het Pianokwintet van Dmitri Sjostakovitsj zich mag koesteren in het illustere gezelschap van Schumann, Brahms en Dvořák . Maar hij is niet de enige. Een ander pianokwintet dat daar opvalt is dat van zijn vriend Mieczyslaw Weinberg. Een goede reden tot nadere inspectie. De paden van Sjostakovitsj en Weinberg kruisten zich tijdens de Tweede Wereldoorlog toen Weinberg op de vlucht was voor de troepen van Hitler en Sjostakovitsj geëvacueerd werd naar veiliger oorden. Sjostakovitsj zorgde er na de oorlog voor dat Weinberg zich in Moskou kon vestigen en de beide mannen werden dikke vrienden. Het schrijven van strijkkwartetten werd zelfs een amicale wedstrijd - Weinberg won - en dus mogen we veronderstellen dat het pianokwintet van Sjostakovitsj Weinberg op een idee bracht. In ieder geval nam hij de vijfdeligheid over, en de fuga die het tweede deel vormt vinden we terug in de finale van zijn opus 18. Niets lijkt meer voor de hand te liggen dan deze beide pianokwintetten, net als die van Schumann en Brahms, in elkaars gezelschap tegen het licht te houden. Geen beter medium dan de cd, in de concertpraktijk laat je zoiets wel uit je hoofd. Dat is natuurlijk ook de kracht van deze uitgave. Het pianokwintet van Sjostakovitsj werd in een vroeg stadium live opgenomen door het Borodin Kwartet en Sviatoslav Richter. Beter kun je het niet verzinnen. Weinberg is inmiddels ook al meermalen verschenen, maar voor een definitieve aanbeveling is het nog te vroeg. De combinatie van beide werken op deze cd is echter een schot in de roos. Niet alleen door de repertoirekeuze, ook door de uitvoering. Die vervult in alle opzichten de criteria die vandaag de dag opgeld doen. Een objectieve benadering van de partituur, een uitvoeringspraktijk die voldoet aan bijgestelde normen en een transparante opnamekwaliteit. De strijkers van het Szymanowski Quartet beantwoorden aan die vereisten door een heel wat spaarzamer gebruik van vibrato dan het Beethoven Kwartet uit de jaren tachtig. Stalen vingers waren de trots van Sjostakovitsj, en ze vormden de inspiratie voor Sviatoslav Richter. Matthias Kirschnereit kiest voor een poëtischer benadering en het Szymanowski Quartet straalt een weldadige rust uit wanneer die nodig is. Twee pianokwintetten in de top, anderhalve eeuw na de prestatie van Schumann en Brahms, dat is op zichzelf voldoende reden om eens te gaan luisteren naar deze intrigerende cd. Wel stemt het tot nadenken dat er kennelijk in de afgelopen 75 jaar geen pianokwintetten van die statuur aan het repertoire zijn toegevoegd. index |
|